Borstvoeding en Attachment Parenting (AP)

Caroline van Nierop-van Leeuwen

Mare komt thuis uit school, moe en stil. Ze krult zich op mijn schoot en gaat ‘mamadrinken’. Haar koppie aan mijn borst met de verheerlijkte oogjes ziet er nog net zo uit als bij alle andere voorgaande voedingen aan de borst in de afgelopen 6,5 jaar. Ik voel de spanning van de lange schoolochtend uit haar kleine lijfje verdwijnen en tegen de tijd dat ze ook de ‘andere kant’ heeft leeggedronken, is ze letterlijk opgeladen en begint ze te vertellen over haar ochtend. Ook bij het inslapen in de avond en wakker worden ‘s morgens is mamadrinken nog altijd een vast onderdeel van het ritueel.

Een groot kind?

ap1.jpgVoor ons gezin is borstvoeding zo gewoon geworden. Ik besef me echter de laatste jaren steeds vaker dat het voor anderen wellicht vreemd of zelfs aanstootgevend kan zijn om zo’n groot kind aan de borst te zien. Wanneer zij zich over hun eerste gevoelens van afkeuring of weerzin konden heen zetten om wat beter te kijken, zouden zij kunnen zien dat het er heel natuurlijk uit ziet. Dat onze dochter er van geniet en er geen dwang of andere lelijke zaken bij te pas komen. Want dat denken veel mensen namelijk. Hoe is dat zo gekomen, een groot kind aan de borst? Jaren geleden had ik me dit nooit kunnen voorstellen. We hadden juist een moeilijke start met borstvoeding door de vroeggeboorte van Mare. Pas na twee maanden van kolven, sondevoeding en flesvoeden bij de couveuse, lukte het haar om een hele voeding live aan de borst te drinken. Na die nare periode is het mamadrinken een vast onderdeel van haar leven geworden.

De geboorte van Mare

ap2.jpgRond de geboorte van Mare ontstond de behoefte om veel bewuster te gaan leven. Voor ons betekende dat, dat we wilden nadenken bij wat we doen, bij het nemen van beslissen, en niet zomaar iets van anderen wilden aannemen of overnemen. Om dat te kunnen doen, is het wel nodig om goed geïnformeerd te zijn. In de tijd dat Mare in de couveuse lag, gingen we daarom veel lezen en informeren over vroeggeboorte. Via die onderwerpen kwamen we bij borstvoeding terecht en leerden we hoe belangrijk borstvoeding is in verschillende opzichten, qua gezondheid en hechting bijvoorbeeld. Nu en ook op de lange termijn. Toen Mare een peutertje was, begonnen we ook over opvoeding te lezen en ontdekten stromingen en filosofieën die een bewuste manier van opvoeden nastreven en waarin het borstvoeden een centrale rol speelt. We lazen bijvoorbeeld over: attachment parenting (the attached family), natuurlijk ouderschap, peaceful parenting, evolutionary parenting, gentle parenting, positive parenting.

Herkenning want we doen het al

We herkenden zoveel in de ideeën en principes. Attachment Parenting (AP) spreekt ons het meest aan. Het bleek namelijk, tot onze verrassing, dat we veel hiervan al uit onszelf deden, waarschijnlijk omdat we intuïtief en vanuit respect voor Mare met haar omgingen. Maar er was (en is nog steeds) veel te leren op het gebied van AP. Dus we bleven ons er in verdiepen. vandaag de dag lezen we er nog bijna dagelijks artikelen over. Wij ervaren AP als een mindset en een manier van denken die zo anders is dan wat je meestal om je heen ziet en hoort gebeuren, dat het een weg van leren is, met vallen en opstaan, twijfels en zoeken naar manieren die het beste bij ons en het gezin passen.

Vertrouwen

ap3.jpgEen belangrijk uitgangspunt van AP is vertrouwen. Vertrouwen in de natuur, de natuurlijke gang van zaken en de positieve inborst van mensen en dus kinderen. Je vertrouwt erop dat je kind van nature positief gedrag vertoont en als dat niet zo is de oorzaak daarvan ligt in hun eigen verwarrende gevoelens en behoeftes waaraan niet voldaan is. Je vertrouwt er op dat je kind onschuldig, liefhebbend en vol vertrouwen is geboren. Je hebt er vertrouwen in dat een kind biologisch is voorgeprogrammeerd om allerlei ontwikkelingen door te maken. Deze worden door de ouders begeleid en niet geforceerd of versneld. Een kind hoeft niet gevormd te worden, niet getraind, niet klaargemaakt te worden voor de maatschappij. Met AP hoop je te bereiken dat je kind zichzelf vertrouwt, zichzelf begrijpt en daarom zijn leven als volwassenen betekenisvol en creatief kan leven.

Luisteren

ap4.jpgAP begint in de babytijd met het luisteren naar signalen van de baby en het reageren daarop. Uitgangspunt is dat baby’s alleen behoeftes hebben, dit in tegenstelling tot willen en wensen. De ouders proberen in deze behoeftes te voorzien. Als een baby huilt, wordt dat gezien als een manier van communiceren dat er iets niet in orde is. In de praktijk komt dat erop neer dat de baby vaak en veel bij de ouders is, gedragen, getroost en verzorgd zal worden, (dicht)bij de ouders slaapt en borstvoeding op verzoek krijgt zolang er behoefte aan is. Langdurige scheiding tussen ouder(s) en baby wordt als het even kan vermeden totdat het kind zelf kan aangeven dat het eraan toe is. We merkten door deze aanpak wel dat anderen soms vonden dat wij Mare verwenden. Dat zij verkeerde dingen aan zou wennen en daar dan waarschijnlijk nooit meer vanaf zal komen. Wat ons hielp om hier mee om te gaan is om er zelfverzekerd in te staan en echt te geloven in deze manier van opvoeden. Voor ons werkte het het beste ons goed te informeren zodat we met argumenten en voorbeelden konden reageren.

Aandacht

ap5.jpgMare was een baby die veel aandacht nodig had en moeilijk alleen kon zijn. Dit kwam erop neer dat ze het eerste jaar bijna voortdurend bij een van ons was en ‘s nachts bij ons sliep. We hadden er vertrouwen in dat het een waarlijke behoefte was waar ze eens overheen zou groeien. Met respect voor Mare hebben we dit laten gebeuren. Later bleek dat Mare gaan slapen en doorslapen niet makkelijk vond. Met als gevolg dat zij tot 5½ jaar vaak twee keer per nacht haar mama nodig had om opnieuw in slaap te vallen. Zonder dwang of enige sturing is dat vanzelf overgegaan, maar het heeft dus wel lang geduurd en eerlijk gezegd hebben we af en toe getwijfeld of we het wel goed deden. Door het te blijven zien als een behoefte en niet als aanwensel, wens of zelf manipulatie, konden we er zolang mee doorgaan. Op dit moment kan Mare nog niet zelf gaan slapen maar wel ‘s nachts weer zelf doorslapen na het plassen of een droom. En ze is daar zelfs niet eens trots op, dat vindt ze niet meer dan normaal. Waarschijnlijk komt dat omdat ze er aan toe was. Het was geen trucje wat aan te leren was, maar een (biologische, emotionele) ontwikkeling.

Ook een natuurlijke manier van leven?

Dr. Sears, een van de grondleggers van AP, beschrijft ook een natuurlijke manier van leven en eten die wij ook volgen. Zie de website van Dr. Sears. Het voedsel dat vanaf een half jaar aangeboden wordt naast de borstvoeding is gezond en voedzaam. Volgens de invulling van sommigen dus volkoren, zo min mogelijk bewerkt en verbouwd met respect voor de natuur. Verder wordt het kind bewust gemaakt van de natuur en de levenscyclus waar het deel van uitmaakt en waarvoor respect is. Ieder mens en dier is uniek en heeft zijn bijdrage aan de levenscyclus. Mare was toen zij bijna twee jaar was, nog erg afhankelijk van borstvoedingen en zij wilde weinig ander voedsel eten. We zijn haar altijd veel verse en gezonde voeding blijven aanbieden, ook al at ze het niet op. Op de leeftijd van drie of vier jaar at ze al bijna alles. Ze heeft ook een heel eigen mening en smaak en eet liever een stuk paprika of tomaat dan een koekje. En ze vindt Chinese kool met inktvis en speltkorrels het lekkerste avondeten.

Emoties en gevoelens

ap6.jpgBinnen AP zijn emoties en gevoelens erg belangrijk en deze worden gezien als onderdeel van de persoon die een kind is. Het gedrag kan je hier tot op zekere hoogte los van zien. Gevoelens mogen er altijd zijn, hoe heftig deze ook zijn. Een kind wordt door de ouders begeleid in het omgaan met en uiten van deze gevoelens. Het gedrag dat voortkomt uit gevoelens wordt hierbij niet gestuurd door straffen, belonen, schreeuwen, dreigen (met het ontnemen van privileges) of time-out (apart zetten, strafbankje). Het traditionele straffen, dreigen, belonen ‘werkt’ op korte termijn. Echter het kind leert hier niets anders van dan het gewenste gedrag te vertonen als de ouder er is/kijkt (en anders niet) en om straf te vermijden. Met andere woorden: er wordt gestuurd op angst en er wordt voorbij gegaan aan het gevoelsleven van een kind. Het begeleiden van hoe om te gaan met je gevoelens, hoe je het kan beleven en uiten, gebeurt door het benoemen van de emoties. Door het uit te leggen, er over te praten, te helpen en door voordoen, voordoen, voordoen en nog eens voordoen. AP noemt de manier waarop een kind wordt begeleid om gewenst gedrag te ontwikkelen (en ongewenst gedrag te vermijden) ook wel ‘positieve discipline’

Respect voor de ander

Dit is voor ons de echte betekenis van respect hebben. Respect voor de persoon die iemand is en consideratie met het gedrag omdat het altijd voortkomt uit gevoelens en (onvervulde) behoeftes en het besef dat een kind nog aan het leren is om hiermee om te gaan. Wanneer de ouders zelf laten zien dat ook heftige emoties er mogen zijn, maar dat door zelfregulatie het uiten daarvan respectvol naar anderen kan plaatsvinden, is die voorbeeldwerking heel sterk voor kinderen. Sterker dan woorden en veel sterker dan negeren of straffen. Je laat dan ook zien dat je zelf niet perfect bent. Positieve discipline heeft lange termijn doelen, namelijk het leren maken van juiste beslissingen, interne motivatie om bepaald gedrag te vertonen in relatie met de onderliggen de gevoelens. Hier kan je zien dat Positieve discipline direct samengaat met normen en waarden: in elke samenleving wordt een bepaalde manier van samenleven verwacht met bepaalde omgangsvormen. Dit zijn de normen en waarden die het kind zal moeten leren. Dat is niet zomaar aangeboren. Wij merken dat onze normen en waarden soms af kunnen afwijken van die van de samenleving. Wij hechten erg aan oplossingen zoeken en behoeftes uiten in plaats van schuld geven. We praten niet in algemene termen (labels plakken) maar in het hier en nu (niet: je bent vervelend. Maar: maar wat je nu doet vind ik onprettig). We lachen iemand niet uit en zetten niemand voor schut, zo ook maken we niemand belachelijk. Maar we negeren of ontkennen onze gevoelens en die van anderen ook niet. Dit is dus voor ons het gewenste gedrag. En dit is ook wat we (onder andere) Mare verwachten.

Vertrouwen op je kind

ap7.jpgAls ouder vertrouw je er dan op dat het kind liever iets goed wil doen dan verkeerd (of ongewenst). Het kan ook helpen om een aantal regels te hebben. Bij ons is het bijvoorbeeld een regel dat als je boos bent, je geen andere levende wezens aanraakt. Het is van belang dat het kind elke regel begrijpt en er op een rustig moment over de regels gepraat wordt. Nog beter is het wanneer de ouders uiten dat ze begrijpen dat het moeilijk is om je aan de regel te houden en het mooiste zou zijn wanneer een kind ook enige inspraak heeft, om de regel aan te passen. Zo heeft Mare eens geopperd dat ze, als ze boos is wel met een stok op een boom wil slaan, ook al is een boom een levend wezen. Elke regel komt met een verklaring, invoelendheid voor de gevolgen voor haar en met ruimte voor overleg. Regels worden wel slechts gezien als hulpmiddel en bij overtreding wordt er niet gestraft… het is geen wet van meden of persen.
Een aantal hoofdpunten van positieve discipline zijn:
    \t
  • het erkennen (en accepteren) van gevoelens;
  • \t
  • samenwerken met het kind, oplossingsgerichtheid;
  • \t
  • alternatieven voor straf gebruiken;
  • \t
  • zelfredzaamheid (autonomie) bevorderen;
  • \t
  • behulpzaamheid waarderen, d.w.z. neutraal beschrijven in plaats van beoordelen of evalueren;
  • \t
  • ‘un-labelen’; bevrijden van rollen, vastgeroeste beelden en beeldspraak veranderen.

Prijzen en belonen? En het gevoel van het kind

ap8.jpgBinnen AP is prijzen en belonen een veel besproken onderwerp. Ouders vinden het soms onnatuurlijk om niet te prijzen en te belonen. Ze hebben het gevoel dat hun kind daar behoefte aan heeft. Wij vinden het ook een van de ingewikkeldste principes om mee om te gaan. Belonen en prijzen lijkt op het eerste gezicht en op de korte termijn een prima manier om kinderen te stimuleren en motiveren. In de verschillende AP stromingen wordt dit vaak anders gezien. Het prijzen zoals ‘goed zo’ zeggen, applaudisseren voor dingen die het kind ‘goed’ doet, een tekening ‘mooi’ noemen, een ‘cadeau’ voor een prestatie of een rapport, zelfs een sticker voor een ‘goed’ uitgevoerd werkje, ontneemt hen namelijk de kans om zelf te voelen en te ervaren hoe ze iets zelf gedaan hebben. Het ontwikkelen van dat interne gevoel van het kind zelf, is belangrijk om zichzelf te kunnen motiveren, zonder dat er een publiek is dat hem zal prijzen of zonder dat er een (geldelijke) beloning op de prestatie volgt. Hier wordt voornamelijk het prijzen van een resultaat bedoeld; wat wij wel doen is focussen op de inspanning die het kind levert (heeft geleverd), een karaktereigenschap van het kind benoemen of wat de prestatie met ons eigen gevoel doet. ‘Wat heb jij lekker zitten tekenen, dat vond ik zo fijn om te naar te kijken. Vind je dat het goed is gelukt? Je straalt helemaal. Je hebt zoveel kleuren gebruikt ik wordt er helemaal blij van.’ Je hebt dan niets gezegd over het resultaat en vaak blijkt dat het kind met een dergelijke reactie erg tevreden is.

Mamadrinken bleef op ons pad

ap9.jpgMet deze AP principes en een flinke dosis optimisme zijn we op pad gegaan in ons leven met Mare, met het mamadrinken, als doorlopend onderdeel daarvan. Het neemt voor Mare een heel belangrijke plaats in in haar leven. De beslissing om Mare zelf de keuze te laten wanneer ze wil stoppen met ‘mamadrinken’, als ze er zelf klaar voor is, is voor ons dan ook logische stap. Het voelde steeds meer als onjuist en respectloos om het haar eenzijdig te ontzeggen. Ook toen het zich liet aanzien dat het wel eens jaren kon gaan duren voordat ze zou stoppen, hebben we de beslissing vastgehouden. Er kwam toch wat druk vanuit de omgeving en eerlijk gezegd moesten we zelf ook wennen aan het idee van een groot kind aan de borst. Maar wanneer je al lange tijd tegen haar zegt dat zij het zelf mag beslissen, kan je niet ineens zeggen, dat ze te groot is of het ons te lang duurt en dat ze zou moeten stoppen van ons. Dat past niet in de relatie die we met haar hebben opgebouwd die een hechte liefdevolle en vooral respectvolle relatie is. Ook zou het haar vertrouwen in ons echt aantasten. En vertrouwen is juist een van de peilers van AP. Ze weet dat ze het zelf mag beslissen en daar zit hem juist ook de kracht. In de filosofie van AP wordt er van uitgegaan dat een kind behoefte heeft aan zuigen, mama’s geborgenheid, een veilige haven waar het altijd naartoe kan. Die behoeftes zullen minder worden en uiteindelijk niet meer gezocht worden bij de moederborst en het kind zal dus zal stoppen met drinken bij zijn moeder. Mensen in de omgeving die dat vertrouwen niet hebben, zullen denken dat het nooit zal ophouden, dat het een aanwensel is, dat je het kind verwent, dat je teveel toelaat en zelfs dat je het doet voor je eigen plezier. Soms leg ik het uit, aan iemand die er voor openstaat. De directe omgeving vraagt het niet meer, zij hebben zich er, voor zover wij dat kunnen beoordelen, bij neergelegd.
Er zijn twee interessante onderzoeken over wanneer kinderen zichzelf spenen. Ann Sinnott heeft wereldwijd onderzoek gedaan en beschrijft dat in haar boek Breastfeeding older children. In haar onderzoek was een enkel kindje dat stopte op meer dan elf jaar. De grootste groep stoppers was rond zeven á acht jaar. Katherine Dettwyler zei in haar boek A Natural Age of weaning dat de natuurlijke (biologische) leeftijd van spenen tussen 2,5 en zeven jaar ligt. Ze kijkt dan naar allerlei biologisch aspecten die mensen en dieren gemeen hebben, zoals geboortegewicht, relatie met de moeder, duur van de zwangerschap, leeftijd van seksuele gerijptheid, melktanden, immuunsysteem, enzovoort. Vervolgens extrapoleert zij hiermee de duur van het borstvoeden dan bij mensen op een heel geloofwaardige, biologisch verantwoorde manier.
Mare praat graag over mamadrinken en de mamamelk. Ze vindt het het lekkerste van de hele wereld, geen enkele smaak kan eraan tippen, zelfs chocolade- of vanille-ijs niet. Misschien komt dat ook wel omdat de smaak hoe dan ook verbonden is met intimiteit, geborgenheid en veiligheid. Ze praat ook al jaren over hoe en wanneer ze gaat stoppen met mamadrinken. Laatst had ze besloten dat het moment haar zesde verjaardag zou worden. Naarmate die dag dichterbij kwam, krabbelde ze steeds meer terug. We hebben deze overwegingen met belangstelling en respect gevolgd, zonder oordelen of inmenging. De keuze blijft aan haarzelf. Voor mijzelf zou het natuurlijk prettig zijn wanneer ze zelf zou kunnen gaan slapen ‘s avonds zonder mamadrinken, zodat ik wat gemakkelijker een avondactiviteit kan ondernemen. Ik weet het tot nu toe best te regelen dat ik er ben als het haar bedtijd is. Ik weet dat het een fase is. Weliswaar een lange fase, maar dat deze net als alle andere fases voorbij gaat. Ik zal dan terugkijken op een prachtige unieke tijd met mijn dochter, waarbij het mamadrinken een mooie rol heeft gespeeld in onze levens en gehechtheid aan elkaar.
We hebben gemerkt dat traditionele (niet AP) ouders op een andere manier tegen hun kinderen praten. Enkele voorbeelden zijn:
    \t
  • Ik zeg het nog één keer, en dan…
  • \t
  • Hoe vaak heb ik je gezegd dat…
  • \t
  • Niet doen, niet aankomen…, geen … nee…
  • \t
  • Ik heb je gewaarschuwd…
  • \t
  • Je hebt erom gevraagd (en dan krijg je straf).
  • \t
  • Nu ben je te ver gegaan…
  • \t
  • En nu ophouden, nu weer normaal doen.
  • \t
  • Dit is echt de laatste waarschuwing.
  • \t
  • Goed zo! (zonder uitleg en aandacht)
  • \t
  • Voorzichtig! (terwijl een kind iets onveiligs doet).
  • \t
  • Als je nu niet ophoudt dan…
  • \t
  • Ik tel tot drie en dan…
  • \t
  • Ik ga weg zonder jou hoor.
  • \t
  • Wat ben je toch (een) knoeier/kletskous/aansteller/stout/ongehoorzaam/dom/stom/brutaal…
  • \t
  • Wat ben je toch slim/knap/mooi/slank/lenig…
  • \t
  • Ze is verlegen/traag/ondeugend…
  • \t
  • Waarom doe je toch zo?
  • \t
  • Als je maar niet denkt dat je de baas bent.
  • \t
  • Wat ben je toch vervelend.
  • \t
  • Stel je niet aan.
  • \t
  • Dat valt toch wel mee.
  • \t
  • Je hoeft niet te huilen.
  • \t
  • Je moet niet verdrietig zijn.
  • \t
  • Nou dan moet je het zelf maar weten.
  • \t
  • Dat heb ik je toch gezegd.
  • \t
  • Zie je dat krijg je er nou van.
  • \t
  • Zie je dan niet dat ik bezig ben.
  • \t
  • Werk nou eens een keertje mee.
  • \t
  • Je moet…
  • \t
  • En nu is het genoeg!
  • \t
  • Ben je al weer bezig de boel te verknoeien.
  • \t
  • En je luistert nu naar me.
  • \t
  • Dit is de laatste waarschuwing.
  • \t
  • Je bent toch geen baby meer.
  • \t
  • Pas erop hè?!
  • \t
  • Nu heb je spijt zeker, dat is dan nu te laat.
  • \t
  • Ga maar weg tot je weer normaal kan doen.
  • \t
  • O wee als je…
  • \t
  • En wat zeg je dan…? (dankjewel)
  • \t
  • Zeg dat je er spijt van hebt, zeg sorry nu!
  • \t
  • Je krijgt geen cadeautje van Sinterklaas, je krijgt de roe en je gaat mee naar Spanje.
Wij hebben hierbij het gevoel dat dit geen recht doet aan het kind waartegen gesproken wordt. Er wordt soms uit het oog verloren dat een kind al een compleet persoon is, dat in de leer is, en dat met respect behandeld mag worden. Men zou het waarschijnlijk wel vreemd vinden wanneer volwassenen op deze manier aangesproken zouden worden. In het artikel De AP gereedschapskist: gericht op het begeleiden van het kind en het zoeken naar oplossingen, vind je voorbeelden die zijn gericht op het begeleiden van het kind en het zoeken naar oplossingen.

Lees ook

Copyright

© | Op dit artikel rust copyright | StefanKleintjes |

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden