Het gebruik van tepelhoedjes bij premature baby’s

Annelies Bon

Borstvoedingsdeskundigen zijn niet dol op het gebruik van tepelhoedjes. Echter, er is nu een onderzoek geweest van Paula Meier [1] dat verrassende uitkomsten geeft. Paula Meier is NICU verpleegkundige en lactatiekundige in de VS.

Borstvoedingsdeskundigen zijn niet dol op het gebruik van tepelhoedjes

De redenen daarvoor zijn:
  • De baby kan de borst minder goed leegdrinken, waardoor er kans bestaat dat de baby niet genoeg krijgt, en de melkproductie terugloopt. Hoewel dit niet altijd gebeurt, is dit een reëel gevaar.
  • Door het verminderde lichaamscontact, is er kans op lagere prolactine- en oxytocinespiegels bij de moeder. Dat kan ook een negatieve invloed hebben op de melkproductie en de toeschietreflex.
  • In gevallen waarin de baby leed aan stille ondervoeding aan de borst, is bijna altijd sprake van het gebruik van tepelhoedjes!
  • De baby heeft moeite met het aanhappen. Door het gebruik van het tepelhoedje leert de baby niet de goede manier van aanhappen aan. De kans bestaat dat de baby in de war raakt (zuigverwarring), en niet meer zonder tepelhoedje kan.
  • Verkeerd gebruik van tepelhoedjes stimuleert een verkeerde zuigtechniek.

De verrassende uitkomsten van het onderzoek

Echter, er is nu een onderzoek geweest van Paula Meier, dat verrassende uitkomsten heeft. Paula Meier is NICU verpleegkundige en lactatiekundige in de VS. Op haar afdeling is er een zeer goed borstvoedingsbeleid met als gevolg dat alle baby’s moedermelk krijgen en aan de borst komen. De baby’s krijgen allen lang borstvoeding (zes tot twaalf maanden of langer). Zij ontdekte dat sommige premature baby’s moeite hebben om de tepel goed diep te zuigen en het vacuüm vast te houden. Het bleek dat bij deze baby’s het gebruik van tepelhoedjes juist hielp om meer melk te kunnen drinken. Deze baby’s konden rond de uitgerekende datum goed rechtstreeks uit de borst drinken, zonder tepelhoedjes.

Voor welke baby’s?

  • Baby’s die niet goed kunnen happen, ondanks de zeer goede aanleghulp van deze verpleegkundigen.
  • Baby’s die -ondanks een goede melkproductie- binnen een paar minuten aan de borst in slaap vallen (dit is meestal een teken van een zeer kleine melkinname).
Deze baby’s konden niet goed het vacuüm vasthouden.

Wat bepaalde het succes in deze gevallen?

  • Een goede melkproductie. Voorwaarde voor een goede melkinname is dat de melkproductie goed op gang is. Om dat te bereiken dient de moeder snel na de bevalling te beginnen met kolven, minimaal zes keer per dag. Ook als er wordt aangelegd, dient de moeder te blijven kolven.
  • Een klein en dun tepelhoedje. Veel van de tepelhoedjes die in de handel zijn, zijn te groot en te dik. Het gangbare ziekenhuismodel is ook te groot. Paula Meier gebruikte in haar onderzoek de kleinste maat tepelhoedjes van Medela.
  • Zeer zorgvuldig aanleggen. Men kan de neiging hebben om de baby op het topje van het hoedje te laten zuigen, maar dat bevordert een te kleine inname en een verkeerde zuigtechniek. Ook met tepelhoedjes moeten baby’s een mondvol krijgen met de borst. Dus niet alleen het hoedje, ook de tepelhof, dus de basis van het tepelhoedje moet in de mond komen. De baby moet ook met tepelhoedje de mond wijd openen. Als het hoedje platgedrukt wordt kan de baby weinig of niets uit de borst krijgen.
Aanlegtechnieken zijn te allen tijde zeer belangrijk. Het is aanbevolen dat ieder die met baby’s werkt, hierin (bij)scholing krijgt.

Bronvermelding

  • [1] Nipple Shields for Preterm Infants: Effect on milk transfer and duration of breastfeeding. Paula Meier, e.a. Journal of Human Lactation 200; 16(2): 106 – 114

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden