Borstvoeding en depressie, ervaringsverhaal

depressie1.jpgHet was zover! Ik was zwanger van mijn eerste kindje. Vanaf de eerste dag van de zwangerschap wist ik dat hij Benjamin zou gaan heten (zoon van geluk). En ik zou borstvoeding gaan geven, het liefst tot een jaar. Stapels boeken las ik over borstvoeding. Vooral over rust en regelmaat en doorslapen, want zo’n moeder zou ik worden. Dat gaf structuur en houvast, zo zou ik het volhouden. Diep in mijn hart twijfelde ik daar echter aan. Het leek me ontzettend zwaar om helemaal verantwoordelijk te zijn voor zo’n klein wezentje wat me dag en nacht nodig kon hebben.
depressie2.jpgMijn zoontje werd geboren, na een heftige bevalling. Halverwege moesten we naar het ziekenhuis, omdat hij in het vruchtwater had gepoept. Na een slapeloze nacht was ik uitgeput toen hij op mijn buik werd gelegd. Eerst hield ik hem alleen maar vast. Toen ik voor het eerst naar hem keek, schrok ik ontzettend. Mijn kindje had een schisis. In plaats van een mooi, rond mondje, zag ik aan één kant een gapend gat. De eerste gedachte die door me heen schoot, was: ‘kan ik nu borstvoeding geven?’ Volgens de gynaecoloog die bij de bevalling was, kon dat niet. Toch wilde ik Benjamin even op mijn borst hebben, hij lag nog steeds hartverscheurend te huilen. Zodra mijn geweldige, sterke zoon mijn borst rook, begon hij te zoeken. De verpleegkundige opperde om hem toch even aan te leggen. En toen gebeurde het wonder… Benjamin begon te drinken en liet de eerste twintig minuten niet meer los! Verdwenen waren mijn gevoelens van wanhoop en afwijzing. Pure moedertrots kwam hiervoor in de plaats. Van toen af aan was ik blij met hem.

depressie4.jpgNa twee weken begon deze roze wolk te verdwijnen. Het begon met slapeloosheid, een oude vijand.
Deze vijand voedde zich met de angst mijn nieuwe leven niet aan te kunnen. Bekkenklachten speelden een rol. Ik kwam niet meer op adem. Mijn psychische conditie ging in een afschuwelijk tempo achteruit. Angst, spanning, somberheid, depressie… Een neerwaartse spiraal die steeds harder ging. Totdat ik bij de huisarts zat en er geen andere keus meer was dan beginnen met antidepressiva en stoppen met de borstvoeding. Dit vonden zowel mijn man als ik een heel moeilijke beslissing. Ruim vijf weken heb ik zelf gevoed. Een paar dagen na het stoppen hervond ik mezelf op de gesloten afdeling van de PAAZ.

depressie5.jpgBenjamin was de reden dat ik ging knokken. Ik vond hem een lief kindje, maar had niet het gevoel dat ik zijn moeder was.
Na twee weken was hij een aantal dagen in de week bij mij in het ziekenhuis. Ik moest doorgaan met leven, want hij had mij nodig. Ik was immers onvervangbaar, ik was zijn moeder. Acht weken ben ik opgenomen geweest.
Veel langer duurde de periode van vechten tegen de angst en de depressie. Deze periode zie ik nu, ruim vier jaar later, als enorm verrijkend voor de rest van mijn leven. Het is de periode waarin ik de meeste inzichten heb opgedaan over mijzelf en het leven. Over mijn grote drang naar controle en plannen, twee dingen die per definitie niet bij een baby horen.

depressie6.jpgRuim anderhalf jaar na de geboorte van Benjamin, was ik weer zwanger. Stiekem hoopte ik dit keer op een meisje. En weer wist ik het zeker: ik zou borstvoeding gaan geven. Weer las ik een stapel boeken over borstvoeding. Vooral over voeden op verzoek en het belang van nachtvoedingen. Mijn andere stapel boeken had een heel ander onderwerp: postpartum depressie en hoe dat te voorkomen. Ik meldde mezelf aan voor psychologische begeleiding en verdiepte me in de combinatie borstvoeding en medicijnen. Ik besloot na de bevalling Sertraline te gaan slikken, een medicijn waarbij je ook borstvoeding mag geven. Omdat ik borstvoeding de grootste kans en depressie de kleinst mogelijke kans wilde geven. Mijn man regelde acht weken lang twee uur per dag ouderschapsverlof. Mijn moeder en schoonmoeder wilden me ondersteunen met het huishouden. We kregen extra uren kraamzorg toegezegd. Voor mijn bekken kreeg ik therapie, voor mijn spataders ook. De zwangerschap was zwaar, maar ik voelde me gesteund door mijn eigen sociale netwerk en door professionele zorgverleners.

depressie7.jpgEen dag voor de uitgerekende datum kwam Rosalie ter wereld. Gewoon thuis, in bad. Mijn man en de verloskundige waren er bij. Een meisje! Helemaal gaaf en gezond. En wederom een natuurtalentje aan de borst. Ik begon na de bevalling preventief met het slikken van de antidepressiva, al voelde het toen vreemd. Na een paar dagen was ik hier al heel blij mee. De spanningen begonnen toen Rosalie niet aan bleek te komen en steeds suffer en geler werd. Op de vijfde kraamdag belandden we in het ziekenhuis met een heel mager kindje. Deze zelfde dag bleek dat Roos een goed behandelbare schildklierafwijking heeft. Er volgden een paar spannende dagen. Overdag was ik bij Rosalie, ‘s avonds ging ik naar huis. Gelukkig dronk Rosalie overdag al snel weer uit de borst. Als ik er niet was, kreeg ze mijn melk uit een fles van de verpleegkundigen. Zo kreeg ik de kans om bij te slapen, geholpen door een flinke dosis oxazepam. Dit medicijn is relatief snel weer uit je bloed verdwenen. ‘s Nachts zette ik de wekker op 3:00 uur om te kolven. Deze melk gooide ik weg, vanwege de medicatie die erin zat. Toch wilde ik deze ‘nachtvoeding’ niet missen, vanwege het stimulerende effect op mijn melkproductie. En zodoende was er steeds ‘meer dan voldoende moedermelk’, zoals de verpleegkundige mij meedeelde. Zoveel, dat Benjamin ook iedere dag een bekertje kreeg. Hij had er ook nog recht op, voor mijn gevoel.

depressie8.jpgNa ruim een week kwam Rosalie thuis. De tijd die volgde, draaide om borstvoeding en het gevecht tegen een nieuwe depressie. Ik was vastbesloten om de depressie het onderspit te laten delven. Ik wilde niet nog een keer bij mijn baby weg!
Rosalie dronk graag en groeide goed. Vanaf twee maanden ging bij mij echt de knop om: als ze huilde, mocht ze drinken. Dit betekende dat ik ‘s avonds meestal met een baby op schoot zat.
Overdag kolfde ik één keer af. Deze melk was voor ‘s nachts, want ik redde het niet zonder de slaapmedicatie. Het kwam er meestal op neer dat ik gespannen in mijn bed lag en mijn man Rosalie het flesje gaf ik de woonkamer. Gelukkig sliep Rosalie door toen ze acht weken oud was. Toch knaagde er bij mij iets: ‘dus nachtvoedingen kan ik niet…’
Ik heb het mogen inhalen toen Roos een half jaar was: het doorslapen was afgelopen en het co-sleepen begon! Drie maanden lang heeft ze naast me geslapen en dronk ze een aantal keer per nacht. Ik heb nog nooit zo lekker geslapen als toen.

We zijn nu ruim twee jaar verder. Een heel aantal keren op een dag kijkt Rosalie me smekend aan en vraagt: ‘Mag ikke borst?’ Ik heb geen codewoord nodig, de hele wereld mag het weten: Ik geef borstvoeding!! O ja, en al weer ruim een jaar zonder medicijnen.

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen