Huid, hersenen en hormonen

huidcontact-5.jpgNet na de geboorte krijg je je baby meestal lekker op je buik. De meeste ouders vinden dit vroege huid-op-huid-contact fijn en weten dat het helpt om de baby op temperatuur te houden. Sommigen weten ook dat het helpt om de borstvoeding goed op gang te brengen. Veel minder bekend is het dat lichaamscontact ook belangrijk is voor de ontwikkeling van de hersenen en het hormoonstelsel van de baby. En voor de hechting met de ouders. Lichaamscontact vermindert stress bij de baby, niet alleen tijdens dat bijzondere moment net na de geboorte, maar tijdens het hele eerste levensjaar. Het kan zelfs ziekte op latere leeftijd voorkomen.
Rachel Verweij doet hier verslag van haar onderzoek ‘Hongeren naar huidcontact: aanraking bevordert neuro-endocriene ontwikkeling van baby’s.’

Lichaamscontact belangrijk voor babybrein

De hersenen van een baby zijn nog niet volledig ontwikkeld bij de geboorte. Een baby wordt geboren met slechts 25% van het hersengewicht van een volwassene. Bovendien zijn er nog nauwelijks verbindingen (zogenaamde synapsen) tussen de hersencellen. Vooral in het eerste jaar groeit het prille brein explosief. Als de baby één jaar oud is heeft hij al 85% van zijn definitieve hersengewicht. Het merendeel van de verbindingen dan ook al aangelegd. De hersenen zijn eigenlijk een spiegel van de enorme ontwikkeling die je een baby in dat eerste jaar ziet doormaken.

huidcontact-3.jpgVroeger dacht men dat de hersenen zich ontwikkelen volgens een genetisch vastgelegd patroon. Tegenwoordig wordt steeds duidelijker dat die ontwikkeling een dynamisch proces is, dat wordt gestuurd door de ervaringen die baby’s opdoen. ‘Wat je meemaakt bepaalt zelfs de structuur van de hersenen,’ aldus hoogleraar ontwikkelingspsychologie Marianne Riksen-Walraven. Bij positieve ervaringen zoals praten, lachen en knuffelen komen hormonen vrij die de ontwikkeling van synapsen bevorderen. Babyhersenen groeien door goed contact. Maar bij negatieve ervaringen komen andere hormonen vrij, de stresshormonen die de hersenontwikkeling juist negatief kunnen beïnvloeden.

Hoe werkt het stressysteem?

Als mensen een mogelijk bedreigende situatie waarnemen, wordt dat geregistreerd in het lagere deel van de hersenen, in de amygdala. De amygdala werkt onbewust, we kunnen hem niet sturen met ons bewuste brein. De amygdala zet een kettingreactie van hormonen in gang, met als eindproducten adrenaline (de eerste vijf tot tien minuten) en cortisol (daarna). Deze hormonen zijn te meten in het bloed of speeksel. Lichamelijk merken we het ook: deze hormonen versnellen onze hartslag en ademhaling, verhogen onze bloeddruk en laten ons zweten. De hormonen komen via de bloedbaan ook in de hersenen terecht. Daar kunnen zij er bij baby’s voor zorgen dat het stressysteem wordt ‘ingesteld’.

Waarom is stress schadelijk?

huidcontact-6.jpgStress is in principe een nuttige reactie op een gevaarlijke situatie. Vanuit de baby bekeken: stress maakt hem alert en zorgt ervoor dat hij hulptroepen gaat inroepen. Een klein beetje stress is dan ook geen probleem voor de baby. Bijvoorbeeld: een inenting waarna een baby wordt getroost zal geen blijvende schade opleveren. Maar als de stress langer duurt, blijkt er iets te veranderen in de hersenen.
In het eerste levensjaar wordt het stressysteem van de baby als het ware ‘ingesteld’. Je kunt je dat voorstellen als de thermostaat van de verwarming. Als je die instelt op een bepaalde temperatuur, zal de cv-ketel aangaan als die temperatuur wordt bereikt. Als baby’s in dat eerste levensjaar veel of langdurig stress ondervinden, wordt hun stressysteem zeer gevoelig. Het slaat dan snel aan. Als deze baby’s ouder worden reageert hun lichaam al bij lichte stress met grote hoeveelheden stresshormoon. Als kind of volwassene voelen ze zich dan gespannen of angstig en de hartslag en de ademhaling versnellen. De kans op allerlei ziekten zoals angst- en slaapstoornissen, depressie en hoge bloeddruk neemt toe.

Waardoor ontstaat stress?

Dit ligt mede aan het temperament van de baby. Waar de ene baby heel rustig reageert, is het voor de andere al snel te veel. Stress kan worden opgeroepen door zaken als een medische behandeling, scheiding van de ouders, mishandeling of zelfs zoiets simpels als honger: het brein registreert alarm want er is te weinig voedsel! Ook minder responsieve opvoedingsmethoden zoals de pedagogische tik, de baby langdurig alleen laten huilen, of het ‘bewust negeren’ van ongewenst gedrag, kunnen stress veroorzaken.

Of een baby stress ondervindt, weet je als ouder meestal wel; vaak huilt hij dan. Maar als je het zeker wilt weten, moet je eigenlijk metingen doen aan zijn bloed of speeksel. Soms huilen baby’s namelijk terwijl ze geen stress ondervinden: na de derde of vierde inenting is het brein van de baby eigenlijk wel gewend aan prikken, en reageert het niet meer zo sterk. Andersom kan ook. Als babyaapjes van hun moeder worden gescheiden, huilen ze in het begin hevig. Na verloop van tijd stopt het huilen wel, maar de stress neemt niet af, blijkt uit metingen aan het bloed van de aapjes.

Lichaamscontact

huidcontact-2.jpgJe baby oppakken en bij je nemen, is een van de meest effectieve manieren om hem te troosten. Dat weet iedere ouder uit ervaring, en het blijkt ook inderdaad uit onderzoek. Lichaamscontact maakt hormonen vrij bij je baby die de stressreactie tegengaan. Ook het geven van borstvoeding helpt om stress tegen te gaan. Borstvoeding combineert immers lichaamscontact met zuigen en een lactosegift en deze werken allebei stressremmend.

Het zenuwstelsel van een baby beschikt niet over een rem om de stress zelf te stoppen. Een baby is hiervoor afhankelijk van een ander en het is dus een buitenstaander die in dat eerste jaar de stress moet stoppen als die optreedt. Of in meer wetenschappelijke termen: in het eerste levensjaar is het omgaan met stress vooral extern georganiseerd.
Het welbekende advies ‘ze moeten leren zichzelf te troosten’ kan dus eigenlijk als een bakerpraatje worden gezien. Jonge baby’s kúnnen zichzelf nog niet voldoende troosten.
Als er in dat eerste levensjaar een volwassene is die hen helpt de stress te reguleren, leren baby’s wat troost is. Pas daarna leren ze langzaamaan om zichzelf te helpen bij stress. Ze hebben zich dan het beeld van de volwassene eigen gemaakt en roepen dit beeld in hun hoofd op als ze stress ondervinden. Maar als zij te weinig troost hebben ondervonden in hun eerste levensjaar, kunnen zij ook als volwassene minder goed omgaan met stress.

Een huilend kind kalmeert sneller als zijn moeder hem vasthoudt

Investeren in lichaamscontact en borstvoeding is investeren in de toekomstige geestelijke gezondheid van je kind. Sterker nog: het is investeren in de gezondheid van je kleinkinderen. Uit onderzoek bij ratjes blijkt namelijk dat het gedrag van de moeders niet alleen het stressysteem van hun kinderen bepaalt, maar ook hoe deze kinderen later hun kroost weer opvoeden. Als de kinderen in hun babytijd veel lichaamscontact hebben gehad, geven zij dit weer door aan de kleinkinderen. En dit effect blijkt niet genetisch bepaald te zijn, maar puur bepaald door het (voorbeeld)gedrag van de moeder.

huidcontact-1.jpgHet grappige van lichaamscontact is dat het zichzelf versterkt. Dit zie je bijvoorbeeld bij baby’s van moeders die een draagdoek gebruiken en bij prematuren in het ziekenhuis die gebuideld worden (kangaroo care). Deze baby’s reageren sterker op hun moeder, de moeders reageren weer sterker op hun baby’s en daardoor hebben de moeders meer zelfvertrouwen in de verzorging van hun baby. Zo komen beide in een positieve spiraal terecht. Borstvoeding geven kan ook zo werken. De hormonen die in je eigen lichaam vrij komen, zoals oxytocine, als je je baby vasthoudt, maken het prettiger om hem vast te houden. Bovendien komen tijdens het geven van borstvoeding zowel bij de moeder als het kind ook weer stoffen vrij die stressverminderend werken en die moeder en kind een rustig gevoel geven.

Hoeveel lichaamscontact is nodig?

huidcontact-4.jpgOuders vragen zich vaak af hoeveel lichaamscontact nodig is. Dat is geen gemakkelijke vraag om te beantwoorden. Het ligt bijvoorbeeld aan het temperament van de baby, de hoeveelheid stress die de baby ondervindt en aan de algehele opvoeding. Eigenlijk kunnen we zeggen dat het responsief zijn van de ouder, dus het ingaan op de behoeften van het kind, belangrijker is dan de precieze hoeveelheid contact. Maar in het algemeen lijkt het er wel op dat baby’s in onze, Westerse, cultuur eerder te kort komen dan voldoende of te veel krijgen.

Directe effecten van huid-op-huid contact

Lichaamscontact heeft direct te meten effecten. Hiernaar is vooral onderzoek gedaan bij prematuren die gebuideld werden. De gebuidelde baby heeft in vergelijking met een baby die niet gebuideld wordt:

    \t

  • Een stabielere ademhaling en hartslag, en zijn adem stokt minder (apneus).
  • \t

  • Een hogere temperatuur. Pasgeborenen die van hun moeder worden gescheiden, ondervinden een temperatuurdaling van wel een halve graad. Dit effect wordt zelfs bij baby’s van zeven maanden nog gemeten.
  • \t

  • Een lagere cortisolspiegel (stresshormoon).
  • \t

  • Een afweersysteem dat beter functioneert .
  • \t

  • Mogelijk een pijnstillende invloed.
  • \t

  • Minder/kortere huilmomenten.
  • \t

  • Vaker een moment dat hij zich bevindt in een staat van rustige alertheid of diepe slaap; de slaap-waakcyclus is beter gereguleerd, er is meer onderzoekend gedrag.
  • \t

  • Een hogere bloedsuikerspiegel.
  • \t

  • Een verhoogde afgifte van het groeihormoon.

En bij de moeder of vader die met het kind buidelt wordt meer prolactine afgegeven dan op andere momenten. Hierdoor worden de moedergevoelens bevordert en borstvoeding gestimuleerd (indien van toepassing).

Ook bij tweelingen

Heel bijzonder is de zogenaamde ‘thermale synchronisatie’: de temperatuur van de moeder verandert afhankelijk van de temperatuur van de baby. Als de baby te koud is, stijgt de lichaamstemperatuur van de moeder en andersom. Zelfs bij tweelingen werkt dit. De ene kant van de moeder, oftewel de ene borst, reageert onafhankelijk van de temperatuurdaling of -stijging van de andere kant/borst.

Lees ook

ArtikelInformatie

Geschreven door Rachel Verweij, free lance journalist en draagconsulent voor Beginnings.
Met dank aan Hedwig van Bakel, kinder- en jeugdpsycholoog aan de universiteit van Tilburg.

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen