Waarom baby’s dit niet kunnen (over zelfregulatie en coregulatie in gewone mensentaal)

regulatie1.jpgMijn zoontje van zes zit op zwemles en dat vindt hij hartstikke spannend. Hij doet het prima, heeft altijd veel plezier in het zwembad, maar vindt het ook elke les opnieuw weer spannend. Dat begint al voordat we gaan (‘mama, ik wil niet zwemmen’). In de auto op weg naar de zwemles (‘ik vind het spannend’). En tijdens het omkleden (‘ik wil echt niet zwemmen’).
Achteraf hebben we het er dan over hoe het was gegaan, hoe het hem was gelukt om, ondanks dat hij het spannend vond, zoveel plezier te hebben en goed zijn best te doen.

Laatst gaf hij daar zo’n mooi antwoord op, wat de inspiratie opleverde voor dit artikel. Hij vertelde klip en klaar hoe hij dat deed. Een prachtig voorbeeld om een ingewikkeld begrip als zelfregulatie uit te leggen. Want dat is namelijk wat hij deed. Hij legde me uit hoe hij zichzelf geruststelt in een spannende situatie: ‘Nou, als ik dan bij het startblok sta, zeg ik tegen mezelf: Kom op Joris, je kunt het! Je hebt het al eerder gedaan. Dat gaat je lukken! Kom op, je kunt het!’

Coregulatie is belangrijk voor het ontwikkelen van een goede gehechtheidsrelatie. Ook het vertrouwen waarover je in het artikel kunt lezen, en het verbreden van het vertrouwen naar anderen, is iets wat bij hechting hoort. Borstvoeding draagt ook bij het vormen van een gehechtheidsrelatie tussen moeder en kind, onder andere doordat borstvoeding een mooie manier is van ‘coregulatie’. Het kalmerende effect van het drinken aan de borst en het fysieke contact met mama helpen bij het tot rust komen van het kindje, met het verwerken van gebeurtenissen van de dag, met het kanaliseren van emoties van het kindje (en zijn moeder, dankzij onder andere de oxytocine. Zelfregulatie en coregulatie, dat zijn van die ‘grote’ woorden, waarvan wordt gezegd dat ze zo belangrijk zijn. Maar hoe werkt dat nu in de praktijk? Aan de hand van een voorbeeld leg ik dat hieronder uit.

Zelfregulatie en Coregulatie in een schema

\r

Reguleren van emoties Met wie? Bijvoorbeeld
Zelfregulatie van emoties Het zelf kunnen regelen/’handlen’ van je gevoel en emoties zodat je je weer comfortabel voelt.
  • Duimzuigen
  • Handen voor je ogen als je iets engs ziet
  • Weglopen bij enge situatie
  • Een nachtlampje aan doen
  • Jezelf moed inpraten
  • Jezelf geruststellen
Coregulatie van emoties Het met hulp van een ander regelen/’handlen’ van je gevoel en emoties zodat je je weer comfortabel voelt.
  • Uit mama’s borst drinken
  • Een knuffel vragen
  • Op schoot zitten
  • Samen met iemand zijn
  • Een opbeurend woord van een ander
  • Een steuntje in de rug

\r

Ervaring

Zelfregulatie bij de zwemles: mijn zoontje kan dat omdat hij al zes jaar is en omdat hij inmiddels kan putten uit heel veel ervaringen. Hij heeft al heel veel zwemlessen gehad en hij heeft ook tal van andere spannende situaties overwonnen. Zo is hij van hoge glijbanen afgegaan, in het bos over boomstammen gelopen, over bruggetjes over het water, heeft hij met losse handen op de bank gestaan en noem zo maar op. In zijn hele zesjarige leven heeft hij allerlei nieuwe ervaringen opgedaan en heeft hij geleerd dat spannende dingen vaak ook heel ‘vet’ zijn en dat hem dat prima lukt.

Vertrouwen

regulatie2.jpgHij heeft ook geleerd dat hij kan vertrouwen dat wij, zijn ouders, hem geen enge dingen laten doen. Hij heeft geleerd om dat vertrouwen te verbreden naar andere mensen om hem heen, zoals de zwemjuf. Dat hij aan gezichten kan zien of iets OK is om te doen of dat iets écht niet kan. Hij kan duidelijk maken wat hij nodig heeft van een ander om zich goed te voelen. En als mensen daar goed op reageren, geeft hem dat het zelfvertrouwen dat hij zijn omgeving kan beïnvloeden zodat hij geholpen wordt in spannende situaties.

Taal

Hij kan dat ook omdat hij een taal heeft ontwikkeld, een taal waarmee hij de werkelijkheid kan ordenen en begrijpelijk kan maken. Hij begrijpt woorden als ‘deze zwemles’, ‘een uur’, ‘spannend’.
Hij heeft ook geleerd dat dingen met elkaar samenhangen. ‘Mijn buik voelt raar omdat ik de zwemles spannend vind’.
Hij heeft geleerd om dingen af te bakenen: ‘het duurt maar een uur’. Woorden helpen om situaties te rationaliseren. Door woorden te geven aan zijn gevoel en dat te koppelen aan die situatie, kan hij ook verder kijken dan het gevoel van dit moment: ‘Je hebt dit al eerder gedaan, dit kun je’.
Hij heeft zijn geheugen al zes jaar kunnen vullen met dit soort ervaringen en daarom lukt het hem steeds vaker om op spannende momenten aan zelfregulatie te doen.

Coregulatie

regulatie3.jpgNaast zelfregulatie staat coregulatie. Coregulatie betekent dat je afstemming met anderen nodig hebt in spannende, enge, nieuwe en andere dergelijke situaties. Een baby leert in zijn groei naar volwassenheid om steeds meer situaties alleen te ‘handlen’.
Ook volwassenen blijven behoefte houden aan coregulatie. Een bloemlezing van een ochtend scherp luisteren op het werk maakt dat duidelijk:

  • ‘Vind jij dat ik dat kon zeggen?’
  • ‘Zijn deze kleren niet te casual voor dat overleg?’
  • ‘Zal ik me aanmelden voor die opleiding? Of zou dat hoog gegrepen zijn?’
  • Over het abseilen van de Euromast: ‘Het was doodeng, maar ze helpen je echt heel goed. Ze praten je er echt doorheen’.

Volwassenen wisselen zelfregulatie en coregulatie voortdurend af. Waar we het gros van de dagelijkse dingen prima zelfstandig doen, zouden de meesten van ons niet van de Euromast abseilen zonder coregulatie. Ook mijn zoontje doet niet aan 100% zelfregulatie; op weg naar het zwembad houdt hij mijn hand vast, in de kleedkamer wil hij een extra zoen en moet ik beloven dat ik blijf kijken. Een klein beetje coregulatie heeft hij wel nodig in deze situatie.

De ingrediënten op een rijtje

Samengevat dus heeft mijn zoon dus:

  • geleerd om het gevoel waar te nemen: ‘mama, ik heb kriebeltjes in mijn buik, ik heb buikpijn’;
  • een taal ontwikkeld om woorden te geven aan het gevoel en om zijn gedachten en gevoelens af te bakenen: ‘mama, ik vind het spannend’;
  • ook geleerd hoe hij met dat gevoel kan omgaan;
  • het vertrouwen opgebouwd dat hij kan vertrouwen op de mensen om hem heen en dat hij, als dat nodig is, om hulp kan vragen;
  • daarnaast zijn geheugen gevuld met zes jaar aan ervaringen, waarin hij heeft ontdekt dat het (meestal) goed met je afloopt als je wat engs doet.

Dit alles helpt hem om zelf met spannende situaties om te gaan, met een duur woord ook wel zelfregulatie genoemd.

Baby’s hebben nog geen ervaring

regulatie4.jpgAl deze ingrediënten zijn er nog niet bij een baby. Dat is ook precies de reden waarom baby’s dit uiteraard ook niet kunnen. Een baby begint nog maar net met zijn geheugen te vullen met ervaringen. Een baby kan misschien putten uit een ervaring van een paar dagen of weken. Als je bedenkt dat het aanleren van nieuw gedrag en nieuwe gewoontes eerder een kwestie van maanden is, schiet dat nog niet echt op.

Een baby heeft nog geen taal om betekenis te geven aan situaties, om dingen af te bakenen, heeft nog niet geleerd dat situaties eindig zijn, kan nog niet rationaliseren. Een baby die verdriet heeft omdat hij ergens last van heeft, IS verdriet. Er is dan geen ruimte meer voor iets anders dan dat gevoel en een baby heeft ook geen besef van de eindigheid van de ellende waarin hij zit. Een baby heeft zijn ouders nodig om hem te helpen in de ellende. Hij wil vastgehouden worden, gerustgesteld worden, hij wil niet alleen zijn.

regulatie6.jpg

Adviezen, tips en voorschriften die zelfregulatie verwachten van baby’s zijn kolder. Het is onmogelijk. Het is hetzelfde als verwachten dat een baby letterlijk op eigen benen staat. Dat kúnnen ze ook niet. Daarvoor moet er ook nog een hele ontwikkeling plaatsvinden. Een baby moet eerst ontdekken dat hij voetjes heeft, dat hij ze kan grijpen, dat hij ermee kan spartelen. Vervolgens ontdekt een baby dat hij zijn beentjes kan bewegen, daarna ontstaat bewust richting geven aan die beweging, kracht ontwikkelen in de beentjes, coördinatie van bewegingen en nog veel meer. Al deze stapjes moeten gezet worden voordat een baby kan lopen. Dat begrijpt iedereen.

Waarom zouden we figuurlijk gezien wel verwachten dat een kind op eigen benen staat? Het zelf leren omgaan met emoties vraagt een zeker zo lange leerweg als het leren lopen. Voor zelfregulatie is een een flinke ontwikkeling nodig voordat een kind het hele arsenaal aan ingrediënten dat hierboven genoemd is, tot zijn beschikking heeft.

Een baby beschermen is geen verwennen

regulatie5.jpgHoe komt het toch dat we deze aangeboren behoefte aan coregulatie die elk mens heeft, bij baby’s ontkennen en het voldoen aan de behoefte aan coregulatie ‘verwennen’ noemen?
Hoe komt het toch dat we deze behoefte van baby’s willen ontzeggen door het stellen van onzinnige regels? Zoals de wens dat baby’s zelf in slaap moeten leren vallen? Of maar zes voedingen op een dag mogen krijgen?

Zelfregulatie is iets wat de kans moet krijgen om te groeien. En dat groeit door coregulatie. Dat is de basis voor latere zelfregulatie. Daarmee geef je een baby de kans op de ingrediënten te verzamelen waardoor zijn vermogen om zelfstandig met nieuwe situaties om te gaan steeds groter wordt en hij vervolgens voor minder situaties een beroep doet op een ander en op coregulatie.

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen