Over samen slapen en draagdoeken enzo!

Onlangs kwam het er weer eens van. Iemand vroeg mij waar ik mijn kleine te slapen ging leggen nadat hij in de draagdoek in slaap was gevallen. ‘Hoezo, te slapen ga leggen? Hij slaapt in de draagdoek.’ Op de vraag hoe ik dat ‘s nachts deed antwoordde ik nonchalant ‘hij slaapt bij ons’. Mijn gesprekspartner vond het allemaal maar ongezond.
Veel mensen zijn mijn man en mij gaan beschouwen als ‘alternatief’ in ons ouderschap. Wij dragen graag onze kinderen in draagdoeken. Wij laten ze niet in slaap huilen. Als ze dat nodig hebben, slapen ze bij ons op de kamer. En ze krijgen lang borstvoeding.
In gesprekken hierover, zoals bovenstaand heb ik al veel te horen gekregen. De kinderen worden verwend. De kinderen zullen nooit zelf leren slapen. De kinderen worden te afhankelijk. Het is te zwaar voor mij. En, wat mij altijd het meest verbaast, is dat iedereen er automatisch vanuit gaat dat mijn man en ik hier een passieve rol in hebben. Het is iets wat ons overkomt, en we zijn blijkbaar te zwak om er wat aan te doen, zo meent iedereen. Ongevraagd worden we dus voorzien van allerlei ‘adviezen’ over hoe we dit kunnen doorbreken. Graag wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om uit te leggen waarom wij die keuze maken en dat wij deze keuze vrijwillig maken.

Ons gezin

Wij zijn gezegend met twee ‘high-need’ children, zoals dat zo mooi heet. De ene is autistisch en de ander heeft een prikkelverwerkingsstoornis.

De oudste

Onze oudste heeft in het verleden helaas enkele malen moeten lijden onder de adviezen van anderen. Onzeker als ik was, liet ik hem huilen, om hem in slaap te krijgen. Maar ik kon het niet. Alles in mijn lichaam verzette zich er tegen.
Later leerde ik dat dat juist natuurlijk was: een moederlichaam is geprogrammeerd om te willen reageren op het huilen van een kind. En dat geluid kun je blokkeren ja, door de tv hard te zetten, de baby ver weg te doen en de babyfoon uit te schakelen. Maar wederom blijkt dat dat niet de oorspronkelijke en natuurlijke manier van omgaan met een baby is. Ik heb Matthijs toen hij vijf maanden was plechtig beloofd hem en zijn toekomstige broertjes of zusjes dat niet meer aan te doen. En die belofte heb ik gehouden.

Hij is nu drie jaar en drie maanden. Lang heeft hij op zijn eigen kamer geslapen, maar toen hij twee was, werd hij steeds vaker wakker in paniek. Vier, vijf of zes keer per nacht. Wij kozen er voor om zijn bedje bij ons op de kamer te zetten. Nog diezelfde nacht sliep hij gewoon door: onze nabijheid was voldoende. Inmiddels zijn we ruim een jaar verder. Twee weken geleden hebben wij zijn bedje weer op zijn eigen kamer gezet. Omdat wij ervoeren dat zijn verstandelijke ontwikkeling het nu kon bolwerken, het aankon. Dat bleek te kloppen: hij slaapt nu prima op zijn eigen kamer en in zijn eigen bed. En het is zéér belonend om te ervaren wat er gebeurt als je kinderen die ruimte geeft en hen niet forceert. Echt, je zou het ook eens moeten proberen.

Autistisch

Hij is dus autistisch. Verschillende onderzoeken wijzen uit dat oxytocine, het hormoon dat verantwoordelijk is voor sociale ontwikkeling en een gevoel van welbevinden, in mindere mate aanwezig is bij autisten. En laat oxytocine nou net éxtra vrijkomen bij borstvoeding, dragen en samen slapen. Experimenten zijn al gedaan met het toedienen van kunstmatige oxytocine bij autistische patiënten, en die experimenten tonen aan dat de sociale inslag van deze patiënten verbetert ná die toediening. Voor ons een hele grote bevestiging dat het vele lichaamscontact, de borstvoeding, het dragen en het samen slapen wel degelijk een enorme positieve uitwerking op zijn ontwikkeling kunnen hebben.

Onze tweede en zijn prikkelverwerkingsstoornis

En dan is daar onze kleine vent met een prikkelverwerkingsstoornis. U zegt wat? Een prikkelverwerkingsstoornis, wat inhoudt dat hij extra gevoelig is voor inkomende prikkels en die moeilijker kan verwerken. Zowel het samen slapen, het dragen en het borstvoeden zijn bewezen factoren die hem hierbij ondersteunen en de prikkels voor hem filteren.

Dus…

Beste allemaal… Jullie hoeven het niet met ons eens te zijn. Jullie hoeven niet hetzelfde te doen als ik. Maar… het zou wel fijn zijn als jullie er vanuit willen gaan dat wij de keuzes rondom onze kinderen bewust maken. Dat wij hiervoor kiezen, omdat wij geloven dat wij er goed aan doen. En omdat wij zien dat het voor ons en onze kinderen werkt.
Mocht je geïnteresseerd zijn in de wetenschappelijke basis voor de keuzes die wij maken, lees dan verder. Hieronder vat ik kort samen wat verschillende instanties en autoriteiten melden over borstvoeding, samen slapen en dragen.

Samen slapen

slapendragen5.jpgSamen slapen valt te definiëren als alle vormen van slaap waarbij de ouders en kinderen zich in dezelfde ruimte bevinden. In een overweldigend deel van de wereld is samen slapen, ook wel co-sleeping genoemd, de vanzelfsprekende werkelijkheid. Zuid-Europa, Azië, Centraal- en Zuid-Amerika en Afrika, overal is samen slapen de norm. Zelfs in de Westerse wereld was samen slapen duizenden jaren geleden, de normaalste zaak van de wereld.
Pas toen het Westen zich begon te ‘ontwikkelen’ ging het mis. De éénkamer hutten waar het hele gezin tot dan toe leefde werden langzaam groter gebouwd. Door toenemende welvaart en dus beschikbaarheid van materialen werden de huizen steviger, en opgedeeld in aparte ruimtes. En dan kwam daar het Statussymbool: een Eigen Kinderkamer. Als je een eigen kinderkamer had, dan was je pas rijk, want dat betekende dat je huis groot genoeg was om dat te kunnen herbergen. Vanuit die situatie is langzaam gegroeid dat een kinderkamer ‘dus’ betekende dat een kind daar ook hoorde te slapen. En tegenwoordig is het in het Westen haast een vereiste van goed ouderschap: je kind slaapt op zijn Eigen Kamer. Maar lieve mensen, van nature is dit dus niet zo.

slapendragen6.jpgLichamelijke en geestelijke voordelen van samen slapen zijn ruimschoots aangetoond. Ouders die op een (veilige!) manier samen slapen zijn veel beter ingespeeld op de signalen van hun kindjes. Wiegendood komt dus ook significant minder voor in culturen waar samen slapen de norm is.
Over de zelfstandigheid van kinderen die samen slapen zijn vele dokters en psychologen het eens: Kinderen die ‘s nachts in hun behoefte tegemoet worden gekomen, ervaren minder stress en kunnen zich dus richten op andere aspecten van hun ontwikkeling. Kinderen die samen slapen, kunnen de indrukken die zij overdag krijgen, ‘s nachts in de veilige nabijheid en geborgenheid van hun ouders verwerken, wat hun innerlijke rust ten goede komt.
Vastgesteld is dat samen slapende baby’s sneller in slaap vallen en dieper slapen. Onderzoek toont zelfs aan dat de slaapcyclussen van moeder en kind zich op elkaar afstemmen, zodat de één de ander nooit in zijn diepe slaap verstoort. Moeders van samen slapende kinderen krijgen dan ook (ja, wetenschappelijk bewezen) meer slaap dan moeders van kinderen die in hun eigen bed slapen).

Borstvoeding

slapendragen2.jpgEerst maar eens de feiten. De WHO, Unicef, het Kenniscentrum Borstvoeding, hebben allemaal hetzelfde, eenduidige advies: zes maanden uitsluitend borstvoeding voor baby’s (dus zonder enige vorm van bijvoeding) en daarna voorgezette borstvoeding met bijvoeding tot sowieso de leeftijd van twee jaar, of langer als moeder en kind dat wensen. Veel mensen weten dat borstvoeding ‘beter’ is. Waarom, dat kunnen de meesten echter niet benoemen. Dus ik help even.

Een moeder die haar kind aan de borst voedt, heeft minder kans op baarmoederhalskanker, eierstokkanker en borstkanker. Borstvoeding bevat afweerstoffen die het immuunsysteem van de baby ontwikkelen. Borstgevoede kinderen hebben minder kans op allergieën, astma, middenoorontsteking, colitis ulcerosa, wiegendood, hersenvliesontsteking, jeugdreuma, de ziekte van Hodgkin, osteoporose, overgewicht, stoornissen van het hart en de longen. Niet geheel onbelangrijk is het feit dat borstgevoede kinderen een hoger IQ hebben. Een indrukwekkend lijstje, is het niet? Lees de 101 redenen om borstvoeding te geven voor nóg meer redenen.

Praktisch is borstvoeding natuurlijk ook: het is altijd op temperatuur, altijd bij de hand, en het is gratis. Een Amerikaans onderzoek uit 2009 laat zien dat als 90% van de baby’s de eerste zes maanden van hun leven borstvoeding krijgt, dit 911 kinderen per jaar het leven redt en 13 miljard dollar aan ziektekosten bespaart. Per jaar! En nee, 13 miljard dollar is géén typefout.

Helaas is het zo dat veel dokters en hulpverleners, als ook veel moeder de kunst van het borstvoeden zijn verleerd. Daardoor zijn er veel fabeltjes ontstaan zoals ‘het was ineens op’ ‘er zaten geen voedingsstoffen meer in’. Deze problemen zijn vaak het gevolg van verkeerd borstvoedingbeleid waarbij het kind niet als uitgangspunt wordt genomen. Toch kunnen deze problemen bijna altijd wel opgelost worden, en, sterker nog, hadden ze voorkomen kunnen worden. Ook ervaren veel moeders pijn bij het voeden, en in plaats van dat ze hulp krijgen die pijn weg te nemen, wat heel goed mogelijk is, wordt hen simpelweg geadviseerd te stoppen.

Dragen

slapendragen7.jpgDragen van baby’s is zo oud als de mensheid zelf. Dragen is natuurlijk, kinderen willen instinctief continue bij de ouders zijn en dus ook gedragen worden; ze voelen zich het meest op hun gemak als ze dat lichaamscontact hebben en ze meebewegen met de ouders.
Ook was er, voeger natuurlijk, nog geen crèche of gastouder, en dus gingen kinderen mee als er werk gedaan moest worden. Om dan de handen vrij te hebben werden kinderen vaak op de rug in een doek gedaan. En voilà: de babydrager was geboren. Tegenwoordig worden heel veel baby’s en kinderen weer gedragen.

slapendragen8.jpgTijdens het dragen wordt de interactie en hechting tussen ouder en kind bevorderd, leren ouders de signalen van hun kind beter te kennen en interpreteren. Dragen biedt lichaamscontact en geborgenheid, en het stimuleert de ontwikkeling van de hersenen en het evenwichtsorgaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die gedragen worden ongeveer de helft minder huilen: ongeveer 43% minder over de hele dag genomen, en 51% minder in de avonduren. Een draagdoek filtert ook de vele indrukken van de buitenwereld. Ooit eens in een rolstoel door een drukke winkelstraat gereden? Je krijgt van alles mee, maar mist het totaalplaatje. Het is verwarrend en druk. Zo ook voor een kind dat in een buggy zit en vooruit kijkt.

Een kindje in de doek, dicht tegen de ouder aan, voelt zich veilig en geborgen, en kan makkelijker om gaan met de verschillende indrukken. of hij kan juist goed uitrusten, zich wat afsluiten voor alle indrukken en zijn gezicht tegen mama/papa aan te drukken en de ogen te sluiten/te gaan slapen.

Dragen in een doek bevordert ook een natuurlijke ergonomische houding, met gebogen in plaats van gestrekte gewrichten. Het draagvlak is namelijk zo breed mogelijk en is er minimale belasting op de rug. Het kind zit als het ware, en hangt niet zoals in sommige andere draagsystemen.

Bron

Lees ook

Copyright

© | Op dit artikel rust copyright | StefanKleintjes |

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden