Borstvoeding en tracheolaryngomalacie

2week39-ab.jpgDag mensen en lezers van borstvoeding.com, na lang en veel aan jullie heel uitgebreide site te hebben gehad, wil ik graag iets terug doen. Ik wil jullie al een tijdje vertellen dat het is gelukt om mijn kindje met een milde tracheolaryngomalacie (rijpingsprobleem van luchtpijp en/of strottenhoofd) borstvoeding te geven. Dit probleem is ook wel bekend met de woorden: tracheomalacie, of laryngomalacie.

Toen dit destijds vier dagen na de geboorte werd geconstateerd, kon ik niet overzien wat en welke gevolgen dit zou hebben, onder andere voor onze borstvoeding waar ik net vol goede moed aan begonnen was. Ik vermoed dat veel kindjes met dit probleem al snel kunstvoeding krijgen. Met veel inzet, alle informatie van borstvoeding.com, een lactatiekundige die het probleem onderkende en er consequenties en best passende adviezen aan verbond, is het gelukt: zoonlief drinkt nog steeds met 19,5 maand! Zo blij mee, en zo trots op!

De eerste problemen

nwsbrcht-update.jpgDe tracheolaryngomalacie was ik al wel snel op het spoor. De belangrijkste signalen waren dat ik m’n zoontje heel snel hoorde ademhalen in de wieg, zonder dat daar een goede reden voor was: hij lag stil in z’n bedje te slapen bij ons op de kamer.
Een oplettende kraamverzorgende had gezien dat hij regelmatig ‘maskerde’, dat wil zeggen dat hij een blauwe kring om z’n mond had: tijdens het voeden, tijdens het badje.
Deze signalen bij elkaar, samen met de ‘grappige’ geluidjes die hij al regelmatig maakte, waren reden voor een bezoek aan de kinderarts, op dag vier. Je kunt je voorstellen wat voor tranen dit heeft veroorzaakt op dat moment. Het gekke is achteraf dat ik in het ziekenhuis in het gesprekje met de kinderarts heb gezegd: ‘Kan dit mogelijk voor stille ondervoeding zorgen?’ Hij heeft daar bevestigend op geantwoord.

Na tien dagen bleek m’n zoon inderdaad niet genoeg te groeien en ontroostbaar te huilen. Wat een tranen kostte dat weer! Het advies ‘bijvoeding’ was al snel geïntroduceerd door het consultatiebureau. Op de terugweg naar huis zag ik de borstvoedingsdroom al vervliegen. Nog maar een paar dagen onderweg, maar ik had genoeg ervaringen om te realiseren dat borstvoeding geven echt iets heel moois was. Ik heb wat gehuild om het beeld van zijn handje op mijn borst: zo’n intens tevreden gezichtje dat hij dan had. Zo van: dit is het fijnste plekje dat er is. Tegelijkertijd: de borstvoeding duurde eindeloos! Ik zat rustig 1,5 uur met hem, ook ‘s nachts meerdere malen. In de kraamtijd was de kraamverzorgende dit al gaan structureren: dat eindeloze voeden zonder structuur, dat moest beter georganiseerd: 20 minuten de ene kant, 20 minuten maximaal de andere kant. Maar zo gemakkelijk ging dat niet. Zoonlief sliep steeds weer even in. Achteraf logisch, het kostte hem echt heel veel moeite en hij was regelmatig benauwd door de grote inspanning die hij moest leveren! En na 40 minuten was hij echt niet klaar en verzadigd, dus dat hij al snel weer begon te huilen om eten was niet raar, ook al begreep ik dat toen niet goed.

Zoeken naar oplossingen

nwsbrcht-flesje.jpgIk begon na borstvoedingsinzinking nr 1 met de fles geven en afkolven erna. Al heel snel ging ik alles combineren, om niet alleen maar bezig te zijn met borstvoeden en kolven. Ik legde m’n zoontje op een aankleedkussen op z’n zij (tip van de lactatiekundige, voeden in zijligging is gemakkelijker in verband met lucht), gespte mijn kolfbh aan, installeerde de dubbele kolf met batterij, zette die aan, en gaf m’n zoontje de fles met éen arm om hem heen, zittend op een stoel. Zo waren we tegelijkertijd klaar met onze klus, na ongeveer zo’n 20 minuten: ik met kolven, hij met drinken.

De inhoud van die fles was eerst nog een combinatie van borstvoeding en kunstvoeding, geleidelijk kwam mijn productie weer beter op gang en had ik steeds minder kunstvoeding nodig. Met heel veel dank aan jullie site, met voortreffelijk informatie over het feedbacksysteem dat borstvoeding is, en het behulpzaam doorprikken van allerlei mythes.

Aanvankelijk kolfde ik alle beurten af, maar ongeveer met een paar weken nam ik een nieuwe stap, gemotiveerd door het feit dat sommige moeders hun kind al gaan trainen om door te slapen ‘s nachts.
Ik dacht: ‘Dan kan zoonlief het wel gaan verdragen dat hij ‘s nachts wat minder melk krijgt.’ Ik ben gaan samen slapen met hem, en liet hem komen en aanleggen wanneer hij wilde. En we vielen samen in slaap, wanneer dat zo uit kwam. Ik dacht: ‘Wat hij binnenkrijgt, dat krijgt hij binnen. Geen druk.’ En zo heb ik hem achteraf aan de borst gehouden, denk ik, zeker omdat hij overdag vooral de fles kreeg en daar ook aan gewend raakte.

gesloten.jpgLangzamerhand heb ik de tijd dat hij op verzoek mocht komen uitgebreid, eerst tussen 12 uur en 6 uur, daarna vanaf het begin van de avond tot de volgende ochtend. In de weekenden kon ik dit nog langer rekken, totdat ik de fles- en kolfbeurten er helemaal uit sloop. Dit is een proces van maanden geweest. Met acht maanden waren we van ‘t systeem van kolven en fles af. Het feit dat hij ook al bijvoeding kreeg in die tijd (vanaf zes maanden) heeft ook meegeholpen om het vertrouwen te hebben dat hij kreeg wat hij nodig had, ondanks ademhalingsprobleem. Ook het perspectief dat de aandoening langzaam zou genezen (of rijpen) hielp mij om deze stap te maken.

Natuurlijk heb ik halverwege nog gedacht: ‘Hou op, ze maken melk in de melkfabriek, waarom moeilijk doen?’ Na borstvoedingsinzinking 2 toch doorgezet, omdat ik ook al een aantal inspanningen erop had zitten, waarom die inzet weggooien? Geleidelijk heb ik de kunstvoeding van het dagelijks menu gekolfd! Ik voelde me trots en het deed het gevoel van falen dat er toch was, teniet.

Stap voor stap, en elke mijlpaal is er eentje

nwsbrcht-who2.jpgHoe ik het gedaan heb? Achteraf vind ik dat nog steeds een klein raadsel. Ik denk dat ik steeds kleine doelen heb gesteld, met in m’n achterhoofd de wetenschap dat borstvoeding het meest complete voedingsmiddel is wat er is en dat elke borstvoeding mooi meegenomen was.
Tegelijkertijd ben ik op zoek gegaan naar informatie, over de tracheolaryngomalacie (vooral op engelse sites is er uitleg te vinden, in Nederland erg weinig), over borstvoeding, over benauwdheid, om te begrijpen wat er nu niet goed was gegaan en wat er nog steeds hinderde in het proces.

Stukje bij beetje werd ik wijzer, met vallen en opstaan. Er hebben heel wat angstige en moedeloze momenten tussen gezeten, waarbij ik door de vermoeidheid niet overzag wat er geïnvesteerd moet worden. Ik heb twee keer de borstvoeding opgegeven, en gedacht: we gaan fles voeden. Er worden ook genoeg kinderen op flesvoeding groot.
Ik was erg verdrietig, en merkte dat ik daarna toch stiekem weer bezig was om de borstvoeding in stand te houden in plaats van af te bouwen.

Een paar zaken hebben me onderweg gemotiveerd gehouden: een goede lactatiekundige, die me deskundig advies gaf en goed met me mee dacht, ook weken na haar consult nog. Daarnaast de steun van mijn partner en mijn zus, die op cruciale momenten me steunden, ook door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Je hebt de tijd, want je hebt verlof, dus, als je wilt, het kán. Het kost je veel, maar borstvoeding overdag afkolven en in de fles geven, dat kan een keuze zijn.’ Ook de lactatiekundige vertelde me zo’n verhaal, een moeder die dit een half jaar had gedaan.

De lactatiekundige heeft me het allermeest geholpen om het probleem serieus te nemen: je kind heeft iets, en dat betekent aanpassingen maken. Dit in tegenstelling tot het consultatiebureau: zij wuifden het probleem weg. En toen er een groeiachterstand optrad, en we met onze onmacht op het bureau zaten, moest ik maar gaan bijvoeden en overstappen op fles voeden.
Ik vond het pijnlijk achteraf dat het voedingsprobleem niet in verband werd gebracht met de tracheolaryngomalacie, en er geen consequenties werden verbonden aan het probleem. Maar vooruit, dat laat ik achter me.
De lactatiekundige heeft me gemotiveerd om te zoeken hoe ik het wel kon doen, en dat was erg fijn. Hieronder vind je een en ander van haar tips verwerkt in de uitleg die ik heb geschreven voor de medewerkers van het kinderdagverblijf waar zoonlief met vier maanden naar toe ging.

Wat is een tracheolaryngomalacie?

2week39-db.jpgOnze zoon heeft een milde vorm van Tracheolaryngomalacie, wat kort samengevat betekent dat hij een verzwakte luchtpijp heeft. Hij heeft er veel meer last van gehad, dan nu het geval is. Het lastigste voor hem is niet dat hij soms luid ademhaalt (snorren, knorren), maar dat hij benauwd is. Dit uit zich in: de blauwe/grijze kring om zijn mond, snelle ademhaling, bewegingsonrust, graag met hoofd achterover, drinkproblemen, apneu.
De kinderarts vertelde, dat hij dit rijpingsprobleem ongeveer met zes maanden over-groeid moest zijn. De kraakbeenringen rond zijn luchtpijp zijn onvoldoende ontwikkeld. Gevolg is dat deze af en toe dichtklapt. De kans hierop is groter, als hij sneller ademhaalt omdat hij inspanning levert (een deur op de tocht slaat ook sneller dicht).
Als zoonlief verkouden is, krijgt hij het dubbel lastig. Op de rug liggen, maakt het ademen vaak erger.

De symptomen die we bij onze zoon merkten

Hoorbare ademhaling: tijdens de uitademing is een rochelend geluid te horen.

Snel benauwd: hieronder een aantal signalen die hierop wijzen.

  • Blauwe kring rond zijn mond: dit heet cyanose, wat betekent dat hij het benauwd heeft. Cyanose[1] of blauwzucht[1] is het blauw kleuren van de huid door de aanwezigheid van gedeoxygeneerd hemoglobine in de bloedvaten in de buurt van het huidoppervlak. Cyanose rond de lippen wijst op een probleem met de circulatie of ademhaling dat leidt tot verminderde oxygenatie van het bloed in de longen of verhoogde zuurstofextractie door vertraagde circulatie van het bloed door de bloedvaten in de huid.
  • Bewegingsonrust: Zoonlief gaat met zijn armen maaien en benen schoppen, eerder kon hij ook met zijn hoofd schudden (nodding). NB Hij is benauwd als hij hectisch beweegt en is dus niet simpelweg een ‘onrustig kind’. Z’n onrust staat voor benauwdheid.
  • Graag met het hoofd achterover liggen (hiermee voorkomt hij het dichtklappen van de luchtpijp): we corrigeren dit dus niet, maar laten hem hierin z’n gang gaan.
  • Problemen met drinken: Zoonlief drinkt onrustig en slordig, als hij benauwd is. Soms laat hij bij elke slok los, om adem te halen. Daardoor extra boeren, en extra spugen. Hij heeft dan ook meer last van reflux. Zoonlief drinkt ook geen grote hoeveelheden (maag en slokdarm drukken dan extra op de luchtpijp), en drinkt hierdoor vaker. Hij zit momenteel nog op een ritme van 8 voedingen ongeveer om de 3 uur overdag. ‘s Nachts komt hij op verzoek.

Reflux: Zoonlief spuugt gemakkelijk en veel. We gaan daarna vaak rustig met hem om, om eten te laten zakken. Maar na een uur kan er rustig nog voeding terugkomen. Hij groeit prima, en heeft een goede eetlust, dus daar zijn (nu) geen zorgen over.

Apneu: Zoonlief haalt soms even geen adem. Hij maakt dan vaak rare geluiden (ook in z’n slaap) en hervat dan het ademen weer. Hij vindt het fijn om getroost te worden daarna, soms staan de tranen in z’n ogen van zo’n moment.

Handelingsadviezen bij benauwdheid en/of slecht drinken

  • Rechtop houden bij ademnood.
  • Otrivin zoutoplossing in z’n neus. Zoonlief kent dit inmiddels en reageert hier vaak blij op. Vlak voor de voeding helpt hem dit beter adem te halen.
  • In zijligging leggen bij drinken of slapen.
  • Bedje iets omhoog bij het hoofdeinde.
  • Verticaal dragen, al dan niet in draagzak.
  • Snel troosten. Inspanning maakt het erger, overstuur zijn ook.
  • Hem rustig houden: Op een rustige plek zonder al te veel prikkels hem op tijd eten geven. Ik laat hem nooit overstuur raken van de honger. Zonde van de energie en de opwinding.
  • Zoonlief is gewend om in zijligging te drinken op een aankleedkussen of een kussen met een hydrofielluier er over heen. Hij kan ook wel zittend of in Madonna-houding de fles drinken, maar dat doen we nog niet zo lang omdat dit lastiger/moeilijker voor hem is.

Stand van zaken met 1,5 jaar

20111027.jpgIk ben zo blij dat ik met hulp en goede informatie heb doorgezet. Ik heb nu een prima borstvoedingsrelatie.
Zoonlief komt regelmatig drinken als ik thuis ben: dat kan een paar minuutjes zijn, dat kan wat langer zijn. ‘s Nachts legt hij onregelmatig zelf aan, en we hebben daar een prima afstemming in gevonden.
Soms is hij overdag nog erg onrustig tijdens het drinken, gaat dan half staand drinken en beweegt dan druk. Ik weet niet anders, dus ik ben het gewend. Mensen reageren daar soms nog wel op.
Soms, één op de tien keer, raakt hij nog best bezweet tijdens het drinken: dan weet ik dat hij veel inspanning heeft geleverd. Het rare geluid is minder sterk en hard, en nog af en toe aanwezig, vooral tijdens het voeden. De angst en spanning is eraf, we hebben onze weg er mee gevonden, en mede daarom is stoppen echt nog een no-go. Zolang hij wil, mag hij de zwaar bevochten borstvoeding, lekker ‘kinke’.

Jager-verzamelaar manier van borstvoeding geven

nwsbrcht-wbw2011-4.jpgIk wil dit verhaal delen omdat er meer kinderen met een milde tracheolaryngomalacie worden geboren, en de aandoening relatief onbekend is.
Door het lastige ademhalen: luchtpijp klapt dicht, wordt ook het voeden aan de borst. Korte en kleine beetjes kan wel, dus daarom dat de jager-verzamelaar manier van borstvoeding geven wél werkt bij dit probleem.

Dat betekent echt loslaten van de traditionele gestructureerde manier van borstvoeding geven. Of in een overgangsfase, zoals ik dat heb gedaan: overdag kolven tegelijk met de fles op gestructureerde momenten en ‘s avonds en ‘s nachts op verzoek.

Marina

Copyright

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen