Wisselvoeden

Normaal gesproken laat je je kindje aan de eerste borst net zo lang drinken totdat hij vanzelf los laat. Daarna bied je ook de tweede borst aan. Soms kan het beter zijn om gedurende de voeding vaker van borst te wisselen. Zo geef je tijdens één voeding vier, zes of meer ‘borsten’. Dit heet wisselvoeden en in dit artikel lees je er meer over.

Totdat hij vanzelf loslaat

Het vetpercentage in de melk verandert in de loop van een voeding. Dus als je kindje begint te drinken aan een borst, dan is het vetpercentage lager dan als hij al een tijdje heeft gedronken. Daarom laat je je kindje meestal aan de eerste borst net zo lang drinken totdat hij vanzelf los laat. Daarna bied je op dezelfde manier de tweede borst aan. Zo kan je kindje zelf bepalen hoeveel melk hij drinkt en hoeveel vet zijn melk bevat.

In de loop van de voeding hoor je je kindje afwisselend actief (zuig-slik-zuig-slik-zuig-slik) en later minder actief (zuig-zuig-slik-zuig-zuig-slik of zuig-zuig-zuig-zuig-zuig-zuig-slik) drinken. Zo drinkt je kindje doorgaans heel actief als de melk toeschiet en rustiger als de melk alweer een tijdje geleden is toegeschoten. Gedurende een voeding kan de melk meerdere keer toeschieten. En meestal kan je dit dus horen aan het drinken van je baby.

Wisselvoeden

In sommige situaties, kan een andere aanpak nuttig zijn. Dit heet wisselvoeden. Bij het wisselvoeden laat je je kindje aan de eerste borst drinken totdat hij minder actief drinkt. Dit merk je doordat hij dan om de twee of drie zuigbewegingen slikt. Dan wissel jij je kindje van borst. Je trekt hem dan niet van de borst, maar je verbreekt eerst voorzichtig het vacuüm met je pink of duim. Als je dat namelijk niet voorzichtig doet, beschadig je al gauw je tepel. Je laat je kindje dan aan de tweede borst drinken totdat hij niet meer actief drinkt. Dan koppel je hem weer los door het vacuüm te verbreken en wissel je weer naar de andere borst.

Je gaat zo door totdat je kindje niet meer hapt als je hem van de ene borst haalt en de andere aanbiedt. Als je zo wilt voeden, geef je per ‘voeding’ minimaal vier borsten, want anders krijgt je kindje mogelijk niet voldoende vet binnen.
Wisselvoeden is goed te combineren met borstcompressie. Zo kan je enerzijds je productie verhogen, en anderzijds er voor zorgen dat je kindje goed drinkt en juist de vettere melk krijgt. Lees ook Handleiding borstcompressie en Borstcompressie.

Wanneer wisselvoeden?

Het wisselvoeden kan nuttig zijn als

    t

  • je kindje na twee borsten niet tevreden is
  • t

  • je kindje tijdens de voeding steeds onrustig of ongeduldig is
  • t

  • als een toeschietreflex niet makkelijk opnieuw komt
  • t

  • je kindje tijdens de voedingen steeds in slaap valt zonder eerst voldoende te drinken
  • t

  • je kindje onvoldoende groeit
  • t

  • je kindje ziek of zwak is
  • t

  • je melkproductie te laag is.

In deze situaties kunnen echter meerdere dingen spelen. Het is bij borstvoeding altijd belangrijk om naar het hele plaatje te kijken. Neem dus vooral contact op met een van de medewerksters van een van de borstvoedingorganisaties in Nederland of België. Deze ervaren moeders kunnen je vaak goed hierbij helpen.

Als je te veel melk hebt, kun je beter niet wisselvoeden, want wisselvoeden stimuleert al gauw je productie.

In de loop van de tijd

De behoeftes van je kind en ook je melkproductie veranderen steeds in de loop van de periode waarin je borstvoeding geeft. Het is mogelijk dat je kind het wisselvoeden alleen bij bepaalde voedingen nodig heeft of dat hij het na verloop van tijd niet meer nodig heeft. Het is dus belangrijk om goed naar je eigen lichaam en je kind te kijken zodat je altijd op de wisselende behoeften van je baby kunt inspelen.

Meer lezen

Copyright

© | Op dit artikel rust copyright | StefanKleintjes |

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden