
Borstvoeding is een kwestie van vraag en aanbod. Je kindje ‘vraagt’ om voeding, jij geeft het. En hoe meer een kindje vraagt, hoe meer melk jouw lichaam zal gaan maken. Onder normale omstandigheden kan er dus nooit sprake zijn van ’te weinig melk’. Hoe meer je aanlegt, hoe meer melk er gemaakt wordt. Je kindje laat op verschillende manieren zien dat het ‘etenstijd’ is. Dit worden hongersignalen genoemd. Hongersignalen zijn bijvoorbeeld zoeken of smakken met het mondje, zwaaien met de armen en zuigen op het handje, een deken of zijn mouw. Huilen is een laat hongersignaal, dat is de verwoedste poging die een baby kan doen om je aandacht te krijgen. Je hoeft hier dus niet op te wachten, beter is het om al te reageren op die eerste hongersignalen. Door te wachten op ‘huilen’ rek je tijd tussen de voedingen. Een huilende, oversture baby is bovendien ook weer moeilijker om aan de borst te krijgen.
Kraamtijd

Als je kindje in de eerste instantie niet zo geïnteresseerd lijkt, dan is dat niet gelijk een probleem. Hou je kindje voortdurend dicht bij je, let op de hongersignalen, en probeer dan aan te leggen. Zo kan de borstvoeding ongestoord op gang komen.
En daarna?


Belemmeren van het aantal voedingen
Er zijn verschillende situaties die het ‘voeden op verzoek’ als het ware belemmeren. Hieronder vind je de belangrijkste
-
\t
- Je kindje krijgt een fopspeen. Je kindje bevredigt zijn zuigbehoefte met de fopspeen. Hierdoor mis je als moeder de vroege hongersignalen. Bovendien kost het kostbare energie waardoor hij later minder kracht heeft om aan de borst te drinken.
- Je kindje wordt ingebakerd. Vroege hongersignalen zijn, zoals genoemd, het zuigen op de hand of zwaaien met de armpjes. Door het inbakeren kan je kindje deze signalen niet afgeven. Hierdoor merk je pas dat je baby wil eten als hij zich beroept op zijn allerlaatste mogelijkheid om aan te geven dat hij honger heeft: huilen.
- Je kindje verblijft en/of slaapt in een andere kamer. Als je geen zicht hebt op je kindje kun je niet in de gaten houden wanneer het zijn hongersignalen afgeeft en aan de borst wil.
- Je herkent onrust of krampjes niet als clusteren en je stelt een of meer voedingen uit of zelfs af.
\t
\t
Wanneer voeden op verzoek problemen geeft


Je twijfelt of je wel ‘genoeg’ hebt. Maar in zo’n geval is het dus niet nodig om te twijfelen aan de borstvoeding. Wél wordt het dan tijd om zelf wat meer de hand te nemen in het aantal voedingen: je gaat dan voeden op jóuw verzoek om het aantal voedingen per 24 uur weer omhoog te krijgen.

Stille ondervoeding
Een extreme vorm van te weinig voeding krijgen heet ‘stille ondervoeding’. Dit kan zich voor doen in de eerste maanden. In deze situatie is er al gauw sprake van een vicieuze cirkel. Je kindje krijgt te weinig voeding en daardoor heeft hij te weinig energie om zich weer te melden voor een volgende voeding. Vanwege dit tekort aan energie lijkt hij enorm tevreden: hij slaapt veel en wordt omschreven als ‘rustig’. Maar de plasluiers blijven achterwege en het aantal voedingen blijft erg laag. Ook zijn groei is onvoldoende. Uiteindelijk zal je baby steeds minder alert zijn of worden en steeds meer tekenen van uitdroging laten zien. Als je het vermoeden van stille ondervoeding hebt, bel dan diezelfde dag nog een lactatiekundige en vraag advies. Daarnaast kun je het beste per direct beginnen met elke twee uur aan te leggen (vaker mag ook), pas ook wisselvoeden en borstcompressie toe. Als je het gevoel hebt dat er al sprake is van (lichte) uitdroging, dan moet je nog dezelfde dag deskundig advies van een arts die verstand van borstvoeding heeft, inwinnen.
Wanneer gaat het goed

In de kraamtijd geef je minimaal acht tot twaalf voedingen zodat de melkproductie goed op gang kan komen. Borstvoeding op verzoek is verder het allerbelangrijkste.
Hierbij hou je in de gaten of je kindje voldoende groeit, voldoende poept en plast en lekker alert is. Vergelijk niet met andere kindjes, kijk naar je eigen kindje, dan gaat het goed!
Lees ook
- Borstvoeding, de eerste dagen: gaat het goed?
- Borstcompressie-handleiding
- Zoek lactatiekundige
- Zoek hulp bij borstvoeding
- Wisselvoeden
- Borstvoedingshoudingen
- Biological nurturing, ofwel instinctief voeden
- Andere artikelen over de kraamtijd en borstvoeding
- Het Nieuwe Borstvoeding Boek, Stefan Kleintjes, lactatiekundige Groningen-Bedum & Gonneke van Veldhuizen-Staas, lactatiekundige Helmond
- Eten voor de Kleintjes, kleintjes van 0-4 leren zelf eten, Stefan Kleintjes, kinderdiëtist en lactatiekundige Groningen Bedum; 10e druk september 2019
- Bestel hier je boeken bij Kenniscentrum Borstvoeding