FAQ 18: Het suikerverhaal

Veel suiker is…

De meeste mensen weten dat veel suiker niet goed voor ze is. Maar waarom is dat zo? Er zijn verschillende producten met veel suikers die vaak aan een baby worden gegeven, bijvoorbeeld diksap, liga, babykoekjes of danoontjes.

In deze FAQ behandelen we twee redenen waarom iedereen, maar vooral kinderen, terughoudend zou moeten zijn met het gebruik van suiker. Als richtlijn kun je aanhouden dat kinderen voldoende natuurlijke suiker halen uit gezonde voeding met een gedoseerde hoeveelheid fruit. Deze FAQ eindigt met wat praktische tips voor het gebruik van suiker.

Eerste reden

De eerste reden waarom veel suiker niet goed voor je is, is dat grote hoeveelheden suikers in bijvoorbeeld diksap of frisdranken enkel calorieën leveren en verder geen nuttige vitaminen en mineralen. Dus je geeft je kindje calorieën (suiker of vruchtensuikers) waar je kindje niet zo veel aan heeft. Niet voor de groei, maar ook niet echt voor de energiebehoefte. Je kindje heeft zijn buikje gevuld en zal dus minder plek hebben voor eten waar wel de vitaminen en mineralen in zitten die hij nodig heeft.
Bovendien eet je kindje ongemerkt gemakkelijk veel te veel van die suikers en slaat hij/zij deze calorieën op in de vorm van vet. En ook niet onbelangrijk: eenvoudige suikers zijn slecht voor het gebit, ook al zijn de tandjes er nog niet.

Tweede reden

De tweede reden waarom enkelvoudige suikers niet gezond zijn heeft te maken met de suikerstofwisseling van een mens. Onze suikerstofwisseling is er op gebouwd om complexe suikers zoals die voorkomen in volkorenpasta, aardappels of zilvervliesrijst te verwerken. Eenvoudige suikers, zoals glucose, fructose etc., verstoren dat mechanisme.

Zo werkt het

Het lichaam streeft naar een stabiel bloedsuikerniveau. Eet je iets, dan gaat je bloedsuikerspiegel ietsje omhoog omdat koolhydraten afgebroken worden en de suikers in het bloed worden opgenomen.
De verhoogde bloedsuikerspiegel is een signaal voor je alvleesklier om insuline aan te maken. De insuline zorgt ervoor dat de glucose uit je bloed wordt weggenomen en je bloedsuiker dus weer daalt naar het gewenste niveau.
Je bloedsuikerspiegel kan ook dalen beneden het gewenste niveau. Dat gebeurt als je lang niets gegeten hebt en/of je hebt ingespannen. Nu worden er verschillende hormonen afgeven, zoals adrenaline en cortisol. Deze hormonen zorgen ervoor dat opgeslagen glucose aan je bloed wordt afgegeven en je bloedsuikerspiegel weer stijgt. Suikers zijn bijvoorbeeld opgeslagen als glycogeen in je lever. Dit glycogeen verlaat de lever en gaat terug in het bloed.

Het is niet goed om dingen te eten waar suikers in zitten die heel snel worden opgenomen, zoals bijvoorbeeld snoep, frisdrank en grote hoeveelheden fruit. Deze suikers worden snel in je bloed opgenomen vanuit je darmen waardoor je lichaam in één keer met een grote stijging van de bloedsuikerspiegel geconfronteerd wordt. Je alvleesklier krijgt vervolgens een megasignaal en je alvleesklier gaat heel hard aan de slag om veel insuline aan te maken.

Daarnaast is het ook niet goed om maar twee keer per dag een grote maaltijd te eten en verder niets. Ook dit zorgt voor een snelle stijging van je bloedsuikerspiegel.
De snelle stijging van je bloedsuikerspiegel heeft dus tot gevolg dat je lichaam heel actief dat bloedsuiker te lijf gaat. Daardoor daalt die bloedsuikerspiegel enorm, met als gevolg dat die té laag wordt. Waardoor er weer adrenaline en cortisol worden afgegeven en de bloedsuikerspiegel weer veel te hoog wordt. Enzovoort enzovoort.

Je wordt resistent

Grote stijgingen en dalingen van je bloedsuikerspiegel zijn niet goed. Je hormoonhuishouding die er voor dient om het niveau van de bloedsuikerspiegel stabiel te houden, raakt ervan van slag. Het effect is dat je lichaam ‘leert’ dat als er een beetje suiker begint binnen te komen, er een grote hoeveelheid insuline nodig gaat zijn. Daardoor gaat je lichaam overreageren door ook als er maar een kleine stijging was in je bloedsuikerspiegel, al veel insuline te maken.

Hierdoor wordt je lichaam ‘resistent’ voor insuline. En dat is precies de reden waarom mensen tegenwoordig zo vaak diabetes II krijgen: te veel snelle suikers gegeten tijdens hun leven waardoor de alvleesklier uitgeput is en de lichaamscellen niet meer goed reageren op insuline.
Bovendien zorgt een instabiele bloedsuikerspiegel voor vermoeidheidsklachten.

Ja en NEE

Dus: JA, je lichaam kan wel wat met glucose en andere eenvoudige vormen van suiker, maar NEE op de langere termijn is dit niet goed. Heel veel fruit eten is niet goed voor een mens en veel koolhydraten is ook niet goed. Complexe koolhydraten zijn al beter, want dan duurt het langer voordat die door het lichaam zijn afgebroken en krijg je niet van die snelle stijgingen (en dalingen) van de bloedsuikerspiegel.

Suiker in de praktijk

Ondanks dat de meeste mensen wel weten dat veel suiker niet goed voor je is, eten mensen toch, vaak zonder dat zij het doorhebben, te veel suiker. Wat kun je nou doen om de hoeveelheid suiker die je kindje, en jijzelf, consumeert te verminderen?

Bewustwording is de eerste belangrijke stap. Kijk eens op de verpakking bij de ingrediëntenlijst. De ingrediënten waaruit het product voornamelijk bestaat, worden als eerste in het lijstje genoemd. Dus als suiker als eerste wordt genoemd, weet je dat het product voornamelijk uit suiker bestaat.
Het lastige is dat suiker vaak anders genoemd wordt. Let ook op de volgende producten: glucose, glucosestroop, fructose, fruitsuiker, sacharose, maltose.
Dit zijn namelijk allemaal vormen van eenvoudige suikers. Je zult zien dat suiker in meer producten is verwerkt dan je waarschijnlijk van tevoren verwacht, zoals pindakaas, pastasauzen, aardappelpuree en ingeblikt fruit.
Voor veel producten waar suiker aan toegevoegd is, is een eenvoudig alternatief zonder suiker te vinden. Of een alternatief waar minder suiker in zit. Zo zit er bijvoorbeeld suiker in sommige merken pindakaas, maar in andere merken niet. Let maar eens op de ingrediëntenlijst.

Wij zijn zoetekauwen

De reden dat er aan veel producten suiker is toegevoegd, is dat ons volkje bestaat uit zoetekauwen! Een product wordt al snel als lekkerder beoordeeld als het zoeter smaakt. Die zoete smaak is echter een gewenning. Dat kunnen we het gemakkelijkst uitleggen aan de hand van een voorbeeld: als je altijd gewend bent om koffie met suiker te drinken, smaakt koffie zonder suiker helemaal niet lekker. Na een tijdje koffie zonder suiker te drinken, raak je echter gewend aan de smaak en vind je koffie mét suiker juist niet meer lekker!
Zo is het met andere voedingsmiddelen ook. Als je gaat minderen met het gebruik van suiker zul je eerst aan de smaak moeten wennen. Maar na een tijdje mis je het niet meer.

Maar snoepen is zo lekker! Af en toe snoepen geeft ook helemaal niet. In de praktijk is het echter zo dat veel mensen een bepaald ‘eetmoment’ op de dag altijd invullen door te snoepen. Veel mensen eten bijvoorbeeld altijd als ze uit werk of school komen wat snoep. Of iedere avond een zak chips of koek na het avondeten. Ouders geven hun kindje iedere middag een babykoekje om de honger te stillen. Je kunt kijken of je deze eetmomenten kunt invullen met gezonder eten. En vervolgens het snoepen houden tot wat het hoort te zijn: een extraatje voor af en toe.

Als je zelf verstandig met snoepen en suiker omgaat, geef je je kind het beste voorbeeld. Het is erg moeilijk om van je kind te verlangen niet te snoepen als hij jou iedere middag een halve zak drop ziet opeten of een glas frisdrank ziet drinken. De hersentjes van een baby zijn geprogrammeerd om te imiteren, dus alles wat ze jou zien doen, willen ze ook! Het beste wat je dus kunt doen om je kindje gezonde eetgewoontes aan te leren is zelf het goede voorbeeld te geven.

Tips voor alternatieven

Drinken

Als je je baby ander drinken, bijvoorbeeld water of aangelengde thee, aanbiedt dan melk, zal hij daar in het begin vaak nog maar weinig van drinken. Veel moeders denken vervolgens dat hun kind het water niet lekker vindt en geven hun kindje diksap of veel gewoon sap. En warempel: daar drinken ze een stuk meer van!
De conclusie is dan snel getrokken dat het kind water niet lekker vindt. Die conclusie is in veel gevallen niet helemaal terecht. Je kindje vindt diksap gewoon erg lekker. Het is vergelijkbaar met jezelf: als je niet meer zo‘™n trek hebt, maar je krijgt een heerlijk taartje voorgeschoteld, zul je het vaak toch opeten. Precies zo werkt het voor je kindje: niet heel veel dorst, maar tegen diksap zegt hij geen nee!
Houd er bij de introductie van ander drinken dus rekening mee dat je kindje er in het begin nog weinig van zal drinken. Dat betekent niet dat hij het niet lust, hij moet er gewoon nog aan wennen. Het grootste deel van de vochtbehoefte wordt nog vervuld door de melk en het vocht uit eten. Zolang je kindje voldoende plasluiers heeft, kun je er vanuit gaan dat hij genoeg vocht binnenkrijgt. Langzaam maar zeker zal hij vanzelf meer ander vocht gaan drinken.

Tussendoortjes

De volgende tussendoortjes vinden veel baby’s lekker, maar zijn gezonder dan snoep:

  • Toastjes
  • Gedroogd fruit (rozijntjes, abrikozen)
  • Stukje kaas
  • Soepstengel
  • Rijstwafel of boekweitwafel (zonder zout)
  • Droge broodkorst

Probeer je kindje ook niet gelijk aan zoete toetjes zoals een danoontje te wennen, maar geef gewoon yoghurt.

Samengesteld door

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden