Abnormaal

In de aanloop naar Simea’s eerste verjaardag begon ik me soms wat ongemakkelijk te voelen over het feit dat ik ‘nog’ borstvoeding geef. Als ik er iemand iets over vertelde, keek ik met een scheef oog naar de gezichtsuitdrukking van de ander. Want misschien was er wel iets van afkeuring te zien. Misschien werd het tijd voor een codewoord, zodat ik Simea om de borst kon leren vragen zonder dat mensen het in de gaten hadden. En er verschenen antwoorden in mijn hoofd die ik ging geven als mensen me zouden vragen waarom ik nog steeds voedde. Kortom, ik begon me zo langzamerhand een beetje abnormaal te voelen.
Ik vind trouwens dat het nog best lang heeft geduurd voordat ik me licht excentriek begon te voelen. Want al na zo’n anderhalve maand was ik samen met mijn volledig borstvoedende medemoeders in de minderheid. Uit de borstvoedingscijfers van zes maanden blijkt dat nog 17,7 % van de kinderen volledige borstvoeding krijgt en nog 15,5 % gedeeltelijk. En daarna zijn er geen cijfers meer.
En hoeveel het er exact zijn, is verder ook niet zo heel belangrijk. Maar dat we niet zichtbaar zijn, voor elkaar en voor anderen, dat is wél belangrijk. Want abnormaal zijn is voor sociale dieren zoals wij niet zo gemakkelijk. Mensen doen graag wat de meeste anderen ook doen. Dat is vast evolutionair zo bepaald en belangrijk voor het overleven van de soort. Het is ook daarom ook niet zo gemakkelijk om iets te doen wat abnormaal wordt gevonden. En vaak heb je niet eens in de gaten hoezeer je wordt beïnvloed.
Zo ontmoette ik de afgelopen maanden twee moeders die respectievelijk negen en tien maanden hadden gevoed (toch ook al behoorlijk afwijkend) en toen waren gestopt ‘want ze worden zo groot’. Maar, wat is groot? Wanneer is een kind ‘te groot’ voor de borst? Waarschijnlijk is een kind te groot omdat andere kinderen die net zo groot zijn allang niet meer aan de borst drinken. En dus ervaart een vrouw dat het tijd wordt om te stoppen omdat haar kind zo groot wordt. Let wel, het is ieders goed recht om op elk gewenst moment te stoppen met borstvoeding geven, om welke reden dan ook. Het is alleen zo jammer dat dat gewenste moment, en die reden, zo sterk worden beïnvloed door de samenleving om ons heen waarin je zo weinig om je heen de borst ziet geven, en al helemaal niet meer aan oudere kinderen.

Maar ik zat dus middenin dat ongemakkelijke gevoel toen ik met Simea op een feestje was. Ze begon te dreinen en zeuren en thuis zou ik haar al heel snel hebben aangelegd. Even drinken bij mama doet wonderen, tenslotte. Maar er waren mensen bij die ik niet zo goed kende en waarvan ik niet wist hoe ze zouden reageren dus probeerde ik haar af te leiden. Simea was helemaal niet van plan haar zeer gerechtvaardigde verlangen op te geven en uiteindelijk, na wat innerlijke strijd, hakte ik de knoop door. Ik nam haar op schoot, shirt omhoog, kind aan de borst. Het gezelschap viel even stil en keek naar ons. ‘Kijk, dat kindje krijgt nog uit de melkfabrieken’, zei een aanwezige opa vriendelijk tegen zijn kleinkind. En de moeder van dat meisje zei: ‘Oh, dat vindt ze heel interessant.’ Toen ging het gesprek weer een heel andere kant op, dronk Simea nog even door en vroeg ik me af waar ik me nou zo druk om had gemaakt.

Gelukkig zijn de mensen in mijn omgeving vriendelijk. Ik bevind me in de luxe positie dat ik tot nu toe alleen maar complimenten heb gekregen. Ik krijg regelmatig te horen dat mensen het heel bijzonder vinden dat ik nog borstvoeding geef. Dat is ook een vorm van abnormaal, maar wel een leuke vorm. En mijn ongemakkelijke gevoel, dat komt en gaat. Naarmate Simea ouder wordt, zal ik daar nog wel eens vaker last van krijgen. Maar dat zien we dan wel weer.

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen