Angst, niet altijd een goede raadgever

column402.jpgOp dinsdagochtend word ik in de auto opgeschrikt door een vreselijk nieuwsbericht over aanslagen in Brussel. Ik besef dat het sinds de geboorte van mijn dochter (15 maanden geleden) al de derde keer is dat terreur zo angstig dichtbij komt. Angstig, ja. Dat is één van de woorden die veel gebruikt wordt wanneer zoiets wederom voorvalt. Angst voor geweld, haat, terrorisme. Een logische reactie, vind ik, en o zo menselijk. ‘De angst regeert,’ wordt ook vaak gezegd. Maar liever hoor ik: ‘Laat de angst niet regeren!’.
Omdat het me nu eenmaal veel bezighoudt tegenwoordig, leg ik in mijn hoofd direct verbanden met het hebben en opvoeden van kinderen. Begin januari 2015 werd ik voor het eerst moeder. Zoals elke nieuwbakken ouder moest ik uitvinden welke opvoedstijl nou eigenlijk het beste bij mij paste. Het is me bij die zoektocht vaak opgevallen dat opvoedkundige keuzes niet zelden voortkomen uit angst. Ik heb het hierbij niet over de ‘nuttige’ angst voor doodgaan, pijn of ongelukken, maar meer over angst dat een kind een bepaalde gewoonte nooit zal afleren en misschien wel een onaangepast sujet zal worden. Vaak is deze angst gerelateerd aan slapen of voeding en er wordt mijns inziens dikwijls onnodig geïntervenieerd in het natuurlijke proces. Ik vraag me dan af: als angst hierin de raadgever is en het is eigenlijk niet nodig, waarom zouden we onszelf dan door deze angst laten leiden?

Thuis slapen we samen in één bed met een co-sleeper ernaast. Wij kennen niet veel ouders die dit ook doen en er wordt regelmatig vreemd opgekeken als we het hebben over onze slaapgewoonten. De vraag rijst dan nog wel eens of wij niet bang zijn dat ze nooit in haar eigen bed zal leren slapen. ‘Nee’, antwoorden we dan. Voor ons is het iets dat je niet aan hoeft te leren, maar dat vanzelf komt naarmate ze meer onafhankelijkheid wil hebben. Onze enige prioriteit is dat wij allemaal zoveel mogelijk slaap krijgen, dat onze dochter zich geborgen voelt en wij snel kunnen troosten of voeden indien nodig. Wij zijn niet bang dat ze voor altijd in ons bed blijft liggen en evenmin dat ze afhankelijk van ons wordt voor haar slaap. Daarbij: we genieten er ook gewoon ontzettend van!

Ook op het gebied van de borstvoeding is angst volop aanwezig. Soms gaat het om angst om vreemd gevonden te worden (‘Een peuter aan de borst, getsie!’), soms omdat één van de overtuigingen is dat bijvoorbeeld nachtvoedingen niet nodig zijn en afgeleerd dienen te worden omdat men bang is dat het kind ‘slechte gewoonten’ zal aanleren. Wat voor reden er ook gegeven wordt, angst zou hierin geen factor hoeven zijn. Voor bovenstaande gevallen geldt namelijk opnieuw: het is een natuurlijk proces dat kinderen uiteindelijk vanzelf onafhankelijk genoeg worden. De energie die het me zou kosten om me hier druk over te maken steek ik liever in andere zaken. En het argument dat iets wel of niet ‘hoort’, zou me al helemaal niet interesseren. Zolang je niemand kwaad doet met jouw manier van (op)voeden heeft in feite niemand daar iets over te zeggen.

Dus, mijn advies is: koester, voed en houd je kinderen nabij zolang ze dat wensen. Wees niet bang ze te verpesten of om af te wijken van de culturele norm. Ze zijn maar zo’n korte tijd klein, laat ze in hun eigen tempo wennen aan deze wereld waarin er al genoeg is om angstig van te worden. Wijs ze op grenzen en bewaak die van jezelf, maar laat ze deze grenzen ook ontdekken en zoveel mogelijk wanneer zij er aan toe zijn op eigen benen staan. Des te meer zullen ze deze grenzen ook respecteren en zelfverzekerder zijn.

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen