Commentaar

column-219.jpgVanaf het moment dat we vertelden dat ik zwanger was, kreeg ik een lawine van commentaar over me heen. Ik was namelijk ‘pas’ 23 jaar en wist totaal niet waar ik aan begon. Had ik niet net pas een HBO studie afgerond? Daar ging ik dus overduidelijk helemaal niets mee doen. Die vier jaar studie was bij voorbaat al weggooide energie en tijd geweest. Ook een veel gehoord commentaar: ‘Nu is je leven voorbij.’ Dit was de tendens uit mijn directe omgeving. Voor ons stond het leven echter op het punt om echt goed te beginnen. Heerlijk.
We hadden al vroeg in de zwangerschap besloten om te gaan voor borstvoeding. Ook dit stuitte bij sommige familieleden op verzet: ‘Zo kan Joost geen band met de baby opbouwen.’ Het leek bijna egoïstisch om te kiezen voor borstvoeding en zo de baby voor me alleen te willen houden. ‘Maak het jezelf toch gemakkelijk, geef de fles’, was een veelgehoorde opmerking. De eerste periode na mijn bevalling vonden de meeste mensen het achteraf toch heel goed dat ik borstvoeding gaf. ‘Petje af’ en dat soort aanmoedigingen kwamen regelmatig mijn kant op. Met ontroering werd mijn kant op gekeken als ik meldde dat ik even borstvoeding ging geven.

Ik had echter niet kunnen bedenken dat deze fijne, roze en borstvoedingsvriendelijke omgeving maar van korte duur zou zijn. Het commentaar tijdens mijn zwangerschap bleek pas een voorproefje. Na de eerste weken begonnen de opmerkingen flink op gang te komen. ‘Kim, nu wordt het echt tijd om te stoppen. Dadelijk kun je het haar niet meer afleren.’ Hmm, ik wist niet dat er iets af te leren viel? Ik was namelijk echt niet bang dat mijn lieve meid met achttien jaar nog aan de borst zou willen.

‘Geef haar toch een speentje, je voedt haar veel te vaak’, hoorde ik vaak zeggen. Ik gaf natuurlijk borstvoeding op verzoek en Maika had een hoge verzoekgraad. Gelukkig kwam ik er dankzij goede voorlichtingspagina’s op internet achter dat Maika gewoon aan het clustervoeden was. Ze wilde dus heel vaak achter elkaar gevoed worden, net als vele andere kindjes die borstvoeding krijgen.

Toen bleek dat ik met twaalf maanden nog steeds frequent voedde en ook geen enkel teken vertoonde dat ik zou stoppen met borstvoeding geven, werd het commentaar steeds sterker. ‘Je kunt geen afstand van haar nemen, ze zal nooit zelfstandig worden.’ Het was in ieder geval een situatie waar ik direct verandering in moest brengen: ‘Dit is niet meer gezond voor haar, je moet nu echt overstappen op flesvoeding.’ Mijn kostbare moedermelk was in de ogen van enkele familieleden alleen nog maar water zonder enige vitamines.

Ik merk dat meer borstvoedende vrouwen te maken krijgen met behoorlijk wat commentaar. In mijn ogen is het commentaar voornamelijk gebaseerd op onwetendheid. Ik ben me goed gaan inlezen en kwam achter veel wetenschappelijke feiten over lang borstvoeding geven. Kennis is macht: ik ontdekte dat lang borstvoeding geven juist een aanwinst is voor ieder kind. Daarbij voelde het gewoon heel goed en natuurlijk.
Inmiddels heb ik mijn tweejarige zoon nog volop aan de borst. Er worden bijna geen nare opmerkingen meer gemaakt. Mensen zijn het gewend dat ik borstvoeding geef aan mijn peuterzoon en sommige zijn het daadwerkelijk anders gaan zien. ‘Had ik het maar meer zoals jij gedaan vroeger.’ Anderen hebben zich er maar bij neergelegd. Als er nu weer gevraagd wordt: ‘Wanneer ga je stoppen?’ Dan antwoord ik: ‘Geen commentaar!’

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen