Contrast

column-233.jpg34 Columns heb ik nu geschreven. En inspiratie dient zich steeds minder vaak aan. Meestal in de auto, onder de douche of op een andere plek waar ik geen pen en papier bij de hand heb. De woorden en zinnen duikelen dan in mijn hoofd over elkaar heen. Eenmaal achter de pc of met papier binnen handbereik staar ik naar de knipperende cursor of het lege vel papier.
Heb ik niet alles al geschreven wat ik over borstvoeding vertellen kan? Heb ik niet over alles waar ik me aan erger of wat me verwondert een dampend stuk geschreven? De kraamtijd is al lang voorbij, de tanden en kiezen zijn door. Mijn dochtertje van bijna twee en een half klokt lustig verder, het klokje rond. En ik weet er niets meer over te vertellen. Het is ook zo gewoon.

Als ik wat langer aan borstvoeding denk, dan zijn er toch nog twee dingen die me nog opvallen: de vanzelfsprekende plek die borstvoeding (‘Poate’) inneemt in ons gezin. En de afwijkende plek die borstvoeding nog steeds inneemt in onze maatschappij.
Het is een schril contrast tussen de dingen die wij thuis mee maken rondom de borst en het ontbreken van een relatie tussen een borst en een kind om me heen.

Er ploppen zo wat situaties in me op die dit contrast keer op keer weer bevestigen:

Mijn dochtertje heeft slecht gegeten bij het avondeten. Die nacht zoekt ze mijn borst bij iedere beweging die ik of zij maakt. Ze zal wel trek hebben, denk ik half slapend en automatisch geef ik die nacht bijna continu de borst.
Een dergelijke nacht maakt echt wel dat ik de volgende ochtend minder uitgerust ben. Maar ik geniet van het feit dat ik mijn intuïtie herken en durf te volgen. Dat maakt zo’n brakke nacht meer dan goed.
Terwijl ik die ochtend een kop koffie extra drink om wakker te worden, denk ik aan een opmerking die mijn stiefdochter de dag daarvoor maakte. Ze was op een verjaardagsfeest waar ook een baby van vier maanden was. Deze baby liet duidelijk zien dat ze honger had. Mijn stiefdochter had dit opgemerkt en het tegen de moeder van de baby gezegd: ‘Ze heeft honger, kijk maar, ze zoekt met haar mondje.’ En de moeder had gezegd: ‘Oh, pak de fopspeen maar even.’
Hier geen intuïtie. Wat het wel is waardoor de hongersignalen van de baby tot deze reactie van de moeder leiden? Ik kan er alleen maar naar gissen.

In de dierentuin zien we een muur met allemaal beelden van zogende zoogdieren. ‘Poate!’ lacht mijn dochtertje verrukt.
Een vrouw wijst later naar een aapje die al zogend aan de moederaap hangt: ‘Kijk, dat aapje denkt dat zijn moeder een klimrek is’, vertelt ze haar kinderen.
Hè….? Ziet ze dan niet dat dit is zoals de natuur het bedoeld heeft: een drinkend jong dicht bij zijn moeder?

In een tuinwinkel staat een stenen beeld van een blote vrouw. Mijn dochtertje friemelt aan de tepels van het beeld en ik hoor haar ‘Poate’ mompelen.
Zouden andere mensen het aanstootgevend vinden dat mijn kind aan de borsten van een beeld zit?
Zo ver van de natuur is onze maatschappij helaas wel verwijderd. Jammer dat deze gedachte in mij opkomt, ik zou er niet eens bij stil moeten hoeven staan.

Beseffende dat dit contrast alleen maar kleiner kan worden doordat ik en andere langvoedsters onze stem laten blijven horen, ga ik nog maar een tijdje door met schrijven van columns. Ik wil twijfelende zwangere vrouwen enthousiast maken voor borstvoeding en ik wil beginnende borstvoedsters blijven stimuleren.
Geen schoppen uitdelen, daar heeft niemand wat aan.
Overtuigen door in woorden weten te vangen waarom borstvoeding zo onontbeerlijk is voor een intens liefdevolle hechtende relatie met je kind. Ik gun het al die kleine pasgeboren wezentjes die erop vertrouwen dat hun moeder nog weet dat ze een zoogdier is. Ik gun ze de borst en de lichamelijke nabijheid van hun moeder, zo lang ze willen en zo vaak ze willen.
Ja, dat is mijn missie. Daar ga ik voor!

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen