Dagelijks leven

“Geef je borstvoeding?” vroeg de verpleegkundige van het consultatiebureau me. Bijna tandenknarsend zei ik: “Ja, natuurlijk!” “Nou,” zei ze, “zo vanzelfsprekend is dat anders niet.” Ze heeft wel gelijk, helaas. En dan heb ik ook nog eens een peuter aan de borst, da’s helemaal bijzonder.
Geen haar op mijn hoofd die eraan denkt mijn baby iets anders te voeren dan mijn eigen superieure product. Er is gelukkig ook geen aanleiding toe. Het gaat goed. Ondanks spruw, dat wel. Maar die heb ik na wat kleine oprispingen van daadkracht maar genegeerd. Omdat we er geen van drieën last van hebben.

Dat Abel uitstekend drinkt is goed te zien aan zijn uit de kluiten gewassen postuur. Het joch is ruim drie maanden maar past al bijna in maat 68. Hij heeft van die koddige vetrollen om zijn beentjes en draagt een gulle onderkin. Het is overduidelijk dat hij genoeg binnen krijgt. Dat is, zo heb ik gemerkt, toch erg fijn. Simea had een bescheidener groeipatroon en bij haar heb ik me, als beginnende moeder, nog wel eens gek gemaakt. Maar bij de aanblik van Abel is het zo bespottelijk om te twijfelen dat zelfs ik het niet voor elkaar krijg.

Simea is inmiddels gewend aan het hebben van een broertje dat ook bij mama aan de borst drinkt. “Samen drinken!” was een tijdje een vaak herhaald verzoek. Maar hoe schattig ik het ook vind, ik ben er niet echt dol op. Ik vind het moeilijk beide kinderen goed te ondersteunen en het resultaat is dan ook dat ze allebei niet bepaald voorbeeldig aan de borst liggen. Aha, toch nóg een probleem! Want dit is me al een paar keer op een melkblaar komen te staan, met een verstopt melkkanaaltje als gevolg. Maar het ‘samen drinken’ is toch niet helemaal uit de gratie. Als ik alleen ben met beide kinderen en ze zijn op hetzelfde moment diep ongelukkig, dan is het een echte uitkomst!

Ik voel inmiddels wel de behoefte Simea te begrenzen. Tijdens de zwangerschap was ze heel kort gaan drinken, zo’n vijf minuten, omdat er tóch niks uitkwam. Maar nu blijft ze als het aan haar ligt eindeloos drinken. Kennelijk valt er heel wat te halen. Daar heb ik niet meer zo’n zin in, merk ik. En dus heb ik het ‘tellen’ geïntroduceerd. Als ik het genoeg vond, ging ik terugtellen van tien naar nul en riep dan opgewekt “Klaar!” En warempel, Simea liet zonder protest los. Inmiddels is dat ritueel wat geëvolueerd: Simea wil namelijk zélf stoppen – je bent tweeënhalf of je bent het niet – en daar geef ik haar altijd even de kans voor.”Je mag nog even drinken en dan ga je stoppen of mama gaat tellen.” Als ik toch moet tellen, halen we de nul nooit. Dan is ze toch nog ‘zelf’ gestopt. Af en toe zegt ze: “Maar ik ben nog niet klaar!” Omdat ze het met veel overtuiging zegt en het niet al te vaak voorkomt, geef ik haar dan de ruimte om nog even langer te drinken, zo’n dertig seconden, schat ik. Maar kennelijk is het dan wel genoeg want ze protesteert uiteindelijk nooit.

Natuurlijk geef ik borstvoeding. En ook vanzelfsprekend. Want hoe vreemd het in de samenleving als geheel ook is om twee kinderen van verschillende leeftijden aan de borst te hebben, voor mij is het heel gewoon. Het is namelijk geen statistiek. Het is mijn leven.

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen