De draagdoek

Half februari 2004 wordt onze derde kanjer Sven geboren. Het voeden begint voor mij weer helemaal vanaf het begin. Na de geboorte van onze tweede dronk de eerste nog mee. Maar nu moeten Sven en ik het helemaal alleen doen.
Wat ben ik blij dat onze kraamhulp me heeft aangeraden het bezoek er bij het voeden niet bij te laten! Ik dacht, als ervaren moeder, die gezichten en gesprekjes er prima bij te kunnen hebben. Maar vaak genoeg duurt het wel ruim een kwartier voordat Sven de borst goed te pakken heeft. Zie dan je bevallingsverhaal nog maar eens even tussendoor aan je schoonmoeder te vertellen.

Af en toe doet het voeden een beetje pijn. Moeten mijn tepels dan toch weer wennen?
De perfecte hap zoals ik die laat zien tijdens mijn bijeenkomsten voor Borstvoedingsorganisatie LLL krijg ik geregeld gewoon niet voor elkaar. Maar hij drinkt en krijgt mijn melk binnen. Hij plast en poept goed en we voelen ons er allebei goed bij.
Ik heb hem zoveel mogelijk tegen me aan en probeer hem vaak aan te leggen. Drinken wil hij niet altijd, maar dat weet ik pas zeker als ik het eerst geprobeerd heb.

Wat is het weer wennen zo’n kleintje. Is hij onrustig, ben ik dat ook. Als hij huilt, krijg ik het helemaal warm en huil ik van binnen. Het kost me veel moeite om geduldig en lief te blijven tegen de andere gezinsleden. Sven mag altijd eerst, hij is zo klein, hij kan nog niet wachten. Als hij weer rustig is, ben ik tevreden.
Ik heb het al twee keer meegemaakt, maar nu ik er weer zo middenin zit, voel ik echt weer hoe intensief en zwaar die eerste maanden zijn. Van de oudste twee herinner ik me vooral het voeden van als ze groter zijn, naar me toe komen als ze bij me willen drinken.

Ik draag Sven veel bij me in een draagdoek, dat vinden we heerlijk. Ik voel en zie direct hoe het met hem gaat. Het is ook erg praktisch om mijn beide handen vrij te hebben voor de oudste twee. Zo gaat boterhammen smeren en billen vegen een stuk prettiger.

De schooltijden van de oudsten zijn niet echt babyvriendelijk. Sven slaapt dan vaak net bij me en dan zou ik hem weer uit de draagdoek moeten halen, om hem in het autokinderstoeltje te doen. Dat vindt hij niet fijn en dat laat hij merken ook. Ik heb er momenteel alles voor over om per direct te verhuizen naar een huis op loopafstand van de school!
Maar toch besluit ik om, met hem in de draagdoek, achter het stuur te kruipen. Nee, veilig is het niet. Maar ik kan me beter concentreren dan wanneer hij zich zo ellendig voelt in dat veilige autostoeltje. Moeders bij school kijken me verontwaardigd na. Dat maakt me even helemaal niets uit. Sven in de draagdoek, dat geeft me rust, alleen zo hou ik het vol.

“Als ze het ritme maar door hebben, dan gaat het wel,” hoor ik vaak van andere moeders en oma’s om me heen. Ik knik instemmend. Maar ik denk: “Als ik zijn ritme maar door heb, dan gaat het wel.”

Ik heb de eerste maanden het gevoel dat ik iedereen te kort doe. Als Sven iets wil, wil hij het nu. Direct. Er blijft nog maar weinig tijd over voor de oudsten. “Two is a pair, three is a crowd”, heb ik wel eens iemand horen zeggen. Zo voelt het ook. Twee kinderen is nog te overzien. Daarmee kun je in je eentje nog goed communiceren, en ze passen tegelijkertijd op je schoot. Ik heb twee armen, voor twee kinderen. En gelukkig een draagdoek voor de derde.

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen