Geniet!

column399.jpgIn de afgelopen jaren heb ik veel geleerd over borstvoeding. Over de fysiologie (werking) van borstvoeding, de invloed ervan op de gezondheid van moeder en kind en over de natuurlijke hechting als gevolg van het geven van borstvoeding.
Desondanks kreeg ik vorige week een wake-up call van mijn tien weken oude zoon. Hij had een hele dag aan de borst gelegen. Zodra ik het lichaamscontact verbrak begon hij te huilen. Tegen wil en dank had ik de dag op de bank doorgebracht. ‘s Avonds wilde hij nog niet loslaten en ik zei mijn man dat hij iedere week wel een regeldag leek te hebben, maar zo erg als vandaag was het nooit geweest.
Terwijl ik het uitsprak, viel het kwartje. Ik realiseerde mij dat ik had verwacht dat, na twee keer twee jaar voeden, mijn borsten het maken van melk wel gewend zouden zijn. Ze zouden vast wel on-demand produceren en ik kon vast wel wat flexibeler zijn. Ik ging, als mijn man met een fles ging oefenen, naar de winkel, maar ik kolfde daarna niet af. Ik stelde voedingen uit omdat ik nog snel een huishoudelijk klusje wilde doen (en nog een, en nog een). Of mijn baby lag rustig op zijn handjes te sabbelen (hongersignaal!) en viel daarvan in slaap, waarbij ik het huishouden voor liet gaan.

De twee dagen na die regeldag bood ik hem de borst aan zodra hij wakker werd, ging slapen en bij iedere sabbel op zijn hand en elk geluidje. Op de vierde dag merkte ik dat mijn borsten weer voller voelden en mijn zoon gaf na de voeding weer een mondje terug. Dat was in de afgelopen weken lang niet altijd het geval geweest. Ik voelde mij schuldig, het voelde alsof ik het huishouden op een had gezet en mijn zoon verwaarloosde.

Ik ben een ezel die zich wel een tweede keer aan dezelfde steen stootte. Ook na de geboorte van mijn tweede kind eiste ik van mijzelf het (huishoudelijk-)systeem dat ik had vol te houden. Deze zwangerschap had ik mijzelf stilletjes zelfs tot doel gesteld om, met het extra opgenomen verlof, te zorgen dat ik thuis alles perfect op orde zou hebben, voordat ik weer aan het werk zou gaan.

Het ideaalbeeld dat mij wordt voorgeschoteld in de ‘Wij Jonge Ouders’, met witte kamers, witte banken en daarop een moeder en baby in witte kleren. Het zit stiekem toch ergens in mijn achterhoofd genesteld. Tel daarbovenop dat ik het allemaal goed wil doen, alle ballen hoog wil houden. Ik stel mijzelf veel te hoge eisen.
Toen ik deze inzichten deelde met een vriendin moest ze lachen. Ze vond het fijn dat ik het had ingezien, maar ze had het mij ook al een paar keer verteld dat ik mij niet zo druk moet maken. En mijn man trouwens ook.
Maar ik, met mijn eigenwijze en ambitieuze karakter, heb er niet naar geluisterd.

Een moeder met oudere kinderen schreef mij: ‘Er komen betere tijden: later weet je al die details niet meer. Het stof, de was, het eten koken, alles wat niet lukte en de dingen die je niet (op tijd) afkreeg. Maar dan heb je wel een pracht kind waarin liefde en tijd is geïnvesteerd. Die overdosis oxytocine komt iedereen ten goede!’

Dus.
Naar mijn baby luister ik vanaf nu wel. De weken verlof die mij nog resten ga ik voedend, kroelend en slapend doorbrengen. Als ik na het spelen met de kinderen nog tijd over heb, dan poets ik de ergste rommel en de was wel weg.

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen