Wij zijn ook maar gewoon zoogdieren

Agnes van Hulten

column378.pngEen paar weken geleden was acteur en presentator Rob Fruithof in het nieuws. Meteen dacht ik terug aan ‘Waku Waku’, een populaire televisiequiz over dieren en de natuur, die hij presenteerde in de jaren ’90. Als deze quiz op tv was, zaten mijn broertje en ik aan de buis gekluisterd. Over dieren kun je dan ook tal van leuke weetjes vertellen, niet in de laatste plaats over zoogdieren en hun melk. Wist je bijvoorbeeld dat een biggetje zijn eigen speen uitkiest? De hele zoogperiode blijft hij of zij trouw aan deze tepel bij moeder. En dat het ritmisch strekken van de nagels van een kat op je schoot, eigenlijk het melken van de moeder is? Wat eigenlijk nog leuker is, is te bedenken dat wij mensen ook zoogdieren zijn. En wij dus best veel overeenkomsten hebben met de andere zoogdieren, hoewel we ons dat niet altijd meer realiseren of hiernaar leven… Neem nu samen slapen. Ooit een nest puppy’s gezien dat gescheiden slaapt van de moeder? Natuurlijk niet, dat wordt janken. Ooit een moederpoes gezien die in een andere kartonnen doos ging liggen dan haar kittens? Het idee alleen al. Toch zijn er onder ons eigen zoogdierenras genoeg mensen die hun pasgeborenen direct apart leggen. Iets anders: dragen. Een pasgeboren apenbaby klemt zich vast aan de buik van zijn moeder. Apenmoeders zijn bijzonder toegewijd en pas als de apenbaby na een paar weken belangstelling krijgt voor de omgeving, komt het af en toe los van de moeder. Bij de mens is het heupbot speciaal ontworpen om een kindje te dragen, probeer het maar eens. Aan je voor- en achterkant een beentje en een buikje tegen je zij, jouw arm erom en je hebt een natuurlijke draagdoek. Toch zie je in het straatbeeld vooral wandelwagens. Last but not least: voeding. Tja, ooit een dier de fles zien geven aan haar jong? Of een aap bij een koe zien drinken? Dat je zoiets nog nooit gezien hebt, heeft een goede reden. Onder de zoogdieren vinden we namelijk vluchters, verstoppers en dragers. Elke soort heeft zijn eigen specifieke melk met eigenschappen voor de eigen jongen. Vluchters moeten snel op eigen benen kunnen staan om te kunnen wegrennen van gevaar. De melk van vluchters bevat veel eiwit voor een snelle spierontwikkeling, en in verhouding weinig vet en koolhydraten. Vluchters zijn bijvoorbeeld herten, giraffen en koeien. De melk van de verstoppers bevat relatief veel vet, wat voor een langdurige verzadiging zorgt. De kleintjes worden verstopt terwijl moeder op jacht gaat en moeten even kunnen teren op de melk. Dit geldt bijvoorbeeld voor leeuwen, katten en muizen. De dragers tenslotte, worden met hersenen geboren die nog veel moeten ontwikkelen. Omdat hersenen vooral groeien en functioneren door koolhydraten, bevat de melk van de dragers daar weer relatief veel van. Dat deze melk licht verteerbaar is, is niet erg. Hun jonkies worden immers gedragen en zijn steeds bij de moeder, zodat ze vaak kleine slokjes kunnen nemen. Onder de dragers worden onder andere apen, kangoeroes en mensen gerekend. Onze eigen melk is dus perfect voor onze eigen baby’s. En toch… wordt er onder de mensen veel kunstvoeding gebruikt. Mensen zijn de enige zoogdieren die melk van een andere soort geven en dan ook nog van vluchters, terwijl we zelf dragers zijn. ‘¨Tot slot een bemoedigend mensenweetje. Toen een gorillamoeder die was opgegroeid in gevangenschap, niet wist hoe ze moest voeden, organiseerde de dierentuin een flashmob van voedende mensenmoeders. En voilà, gorillamoeder legde aan. Laten wij andersom eens wat vaker een voorbeeld nemen aan onze collega-zoogdieren. Zíj hebben hun natuurlijke instinct nog niet verloren.

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen