Ja en amen?

Toen mijn jongste dochter Mayarí negen maanden was, ging ik geplaagd door algehele lamlendigheid en lage rugpijn naar de huisarts. Na een lichamelijk onderzoek en wat vragen stelde hij vast dat ik een nierbekkenontsteking had. Veel drinken en een antibioticakuur, was zijn advies. Ik herinnerde hem eraan dat ik borstvoeding gaf en hiermee rekening te houden in de keuze van de antibiotica.
Dat was volgens hem geen optie: ik moest onmiddellijk stoppen met borstvoeding. ‘Uw dochter is negen maanden? Dan moet dat geen probleem zijn.’ Ik sputterde tegen dat er ook antibiotica zijn die met borstvoeding samengaan, maar er was geen discussie mogelijk. Daarop barstte ik in huilen uit en vroeg hem wat ik moest doen als Mayarí ‘s nachts de borst wilde. Hij haalde meewarig zijn schouders op: er was niets aan te doen.

Dit verhaal is helaas voor veel moeders herkenbaar. De meeste moeders die borstvoeding geven, hebben wel eens iets vergelijkbaars met een zorgverlener meegemaakt. Ook voor mij was het niet de enige keer dat een arts me klinkklare onzin over borstvoeding verkocht. Ik denk bijvoorbeeld aan de gynaecologe die vertelde dat er na zes maanden ‘geen voedingsstoffen’ meer in moedermelk zitten ‘“ mijn dochter Nympha leefde blijkbaar van de lucht?

Gelukkig staan er ook heel positieve ervaringen tegenover, zoals de neonatoloog die als vanzelfsprekend aannam dat Nympha, acht weken te vroeg geboren, gewoon moedermelk zou krijgen. En de gynaecoloog ‘“ inmiddels een andere ‘“ die het doodnormaal vond toen ik bijna tweejarige Nympha de borst gaf toen ik op zwangerschapsconsult kwam.

Het verhaal van de nierbekkenontsteking is gelukkig goed afgelopen. Eenmaal de spreekkamer uit, kwam ik langzaam weer tot bezinning. Geen haar op mijn hoofd die erover dacht te stoppen met borstvoeding! Ik reed linea recta naar een borstvoedingsorganisatie, die me medische informatie gaf over antibiotica die samengaan met borstvoeding. Vervolgens ging ik voor een second opinion naar mijn gynaecoloog. Die constateerde dat het slechts om een beginnende blaasontsteking ging en antibiotica niet nodig waren.

Achteraf stond ik versteld over mijn eigen houding tegenover de huisarts. Ik had in totaal al bijna drie jaar borstvoedingservaring. Ik had via Internet, boeken, La Leche League en vooral het Borstvoedingsforum zo veel informatie en kennis opgedaan dat ik me bijna een expert op het gebied van borstvoeding voelde. En bovendien, was ik niet een hoogopgeleide, assertieve vrouw, die zich niet met een kluitje in het riet laat sturen? Wat gebeurde er in die spreekkamer met die vrouw? In het volle besef dat de huisarts geen idee had waar hij over sprak, had ik me laten overdonderen en was ik machteloos in huilen uitgebarsten.

Ik kreeg op slag alle begrip voor vrouwen die door een fout advies of ondoordachte opmerking van een arts het zelfvertrouwen verliezen om borstvoeding te geven. Zelfs als je goed beslagen ten ijs komt, spelen er blijkbaar onverwachte factoren mee op het moment dat je de spreekkamer binnenstapt. Misschien is het nog een overblijfsel van de tijd waarin artsen notabelen waren wier oordeel je nooit in twijfel trok. Misschien is het de mystiek van de ‘˜alwetende’ arts, die beter dan jijzelf weet wat er aan je binnenkant gebeurt. En misschien speelt mee dat artsen niet snel hun eigen oordeel in twijfel trekken. Deze arts luisterde niet naar mij. Hij schoof mijn emotionele en rationele bezwaren luchtig terzijde. Hij wist geen antwoord op mijn relevante vragen en, nog belangrijker, weigerde dit tegenover mij ‘“ en zichzelf? ‘“ toe te geven.

Door zijn zelfingenomene houding verdween mijn zelfvertrouwen in die spreekkamer als sneeuw voor de zon. Dankzij de bemoedigende woorden van mijn man, de informatie van de borstvoedingsorganisatie en de nuchtere aanpak van mijn gynaecoloog herstelde dat weer. En zo kwam het dat Mayarí, nu ruim tweeënhalf jaar oud, nog steeds elke dag om ‘minken’ vraagt…

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen