Geeft u nog borstvoeding?

column394.jpgGeachte directeur Jeugdgezondheidszorg,

Onlangs kwam ik met mijn baby van vier weken op het eerste consult bij de JGZ arts. De eerste vraag die werd gesteld was: ‘Geeft u nog borstvoeding?’ Ik reageerde verbaasd: ‘Nog? Ik ben maar net begonnen?!’. Waarop uw arts antwoordde: ‘Er zijn ook moeders die met vier weken met de borstvoeding gestopt zijn.’
Ik voelde mij, als moeder met al twee oudere kinderen die minstens twee jaar borstvoeding kregen, ongezien en onbekend. Dat, terwijl ik al bijna zes jaar bij uw instelling kom! De opmerking van deze arts heeft mij echt geraakt. Als jonge ouders op deze manier naar borstvoeding wordt gevraagd, wekt dit de indruk dat het bijzonder is een vier weken oude baby de borst te geven.
Hoe kan het ooit een maatschappelijke norm worden, als de professionals het geven van borstvoeding langer dan een aantal weken al uitzonderlijk lijken te vinden?
Dit kan alleen als moeders de juiste informatie krijgen, op de juiste manier. Niet alleen tijdens de zwangerschap, maar ook erna.

Ik besef dat een moeder die kunstmatige zuigelingenvoeding geeft deze vraag ook als kwetsend kan ervaren.
Het zou daarom fijn zijn als de jeugdgezondheidszorg ernaar zou streven om met de ouders samen te werken in plaats van vooringenomen te zijn.
Misschien kunt u de artsen van uw organisatie adviseren om een consult te beginnen met een open vraag om van daaruit verder te werken. Mijn ervaring is dat het verhaal van de ouder heel snel duidelijk maakt welke voeding hun baby krijgt.

Daarentegen wil ik mijn complimenten geven aan de verpleegkundige die het huisbezoek deed voor de dossieraanmaak. Na een terloopse opmerking van mij over het nogal dwingend contact met het afsprakenbureau, om een bezoek af te spreken, gaf zij aan dat uw instelling ernaar streeft om zorg op maat te bieden. Maar ook dat dit nog niet altijd even soepel verloopt. Zij stelde mij echter open vragen, was niet belerend en gaf geen ongevraagde adviezen. Door naar mij te luisteren, begreep zij dat ik het moederschap prima in de vingers heb, bewuste keuzes maak en door op te merken dat ik veel over borstvoeding weet, kwam zij te weten dat ik medewerker ben van een borstvoedings-vrijwilligersorganisaties.
Als al uw medewerkers deze attitude hadden, zou er door mij niet meer van het consternatiebureau, maar van het consultatiebureau worden gesproken.

Hoogachtend,
Monique Hollema

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen