Mensenmelk!

column313.jpgHoe de westerse cultuur tegen borsten aankijkt heeft niets of weinig te maken met borstvoeding: het staat het zelfs in de weg. Borsten worden vooral als een lustopwekkend lichaamsdeel gezien: hele industrieën varen wel op de wens van de mens om een aantrekkelijker borstpartij te hebben of te zien. Denk maar aan de plastische chirurgie, push-up beha’s en de sexy rondingen die voorbij deinen in vele muziekvideo’s en reclames. Zulke borsten vinden we heel gewoon en we kijken niet op van een stel pittig geëtaleerde exemplaren.
Maar, wat schetst onze verbazing: volledig ontblote ‘echte’ borsten in hun natuurlijke functie zijn dan weer niet netjes en in een alledaagse setting kan dit mensen zenuwachtig, ongemakkelijk, lacherig maken of zelfs walging oproepen. Want wie tilt zonder schroom haar shirt omhoog voor haar likkebaardende baby als de kamer vol visite zit? Welke mama schreeuwt door de kantoortuin dat ze niet gestoord wil worden omdat ze aan het kolven is? Onze omgeving vindt borstvoeding best prima, het moet alleen geen ‘vertoning’ worden, dus blijven we discreet. Misschien moeten we- als we borstvoeding weer de norm willen maken- af van de associatie met die deinende voorgevels en diepe decolletés?

Zelf vermijd ik het woord ‘borstvoeding’ in spreektaal, omdat ik ongemakkelijk word van ogen die een verdieping naar beneden afglijden. Een periode had ik het dan ook over ‘mamamelk’, maar nu ik vijftien maanden borstvoeding geef, vind ik dat zo’n aparte benaming de acceptatie in de weg kan staan. Wat fijn zou het zijn al er een woord zou bestaan voor de beste voeding van onze kleine medemens die een associatie met lustobjecten geheel uit de weg zou gaan. Misschien wordt het dan ietsje gewoner en resulteert dat in meer baby’s die bij hun moeder drinken.

Ik vind ‘borstvoeding’ dus een stom woord, een woord dat zich erg op de borsten en de handeling richt, maar minder op het resultaat. We noemen koemelk ook geen uiermelk, dus waarom zouden we de natuurlijke voedselbron voor onze baby’s borstvoeding noemen?

Begrijp me goed; van jubelende benamingen als ‘vloeibaar goud’ of ‘wit goud’ word ik lacherig en het dekt -mijns inziens- de lading in het geheel niet. Het klinkt zo kostbaar dat ik er bijna mijn zoogkompressen van zou gaan uitknijpen: een plakkerige en ongemakkelijke business, lijkt me. Plus dat het onnodig streberig klinkt. Ik denk dat mensen die niet bekend zijn met borstvoeding al niet meer luisteren naar zo’n ophemeling van deze normale lichaamsfunctie.

Zou het ‘geven van mensenmelk’ niet een betere benaming zijn? Is het ook meteen duidelijk dat het door mensen drinken van koemelk misschien niet een natuurlijke gang van zaken is. Koemelk is melk voor kalfjes, maar door de vindingrijke mens door de eeuwen heen gretig opgenomen in het alledaagse westerse dieet. En kunstvoeding moet dan niet flesvoeding genoemd worden omdat afgekolfde melk of water ook prima in een fles gaan. Ik vind dat kunstvoeding op zich wel een acceptabele benaming. Kunstleer bijvoorbeeld associeert men ook met ‘nep’ of ‘namaak’. Maar beter dan kunstvoeding vind ik: ‘poedermelk’, ‘instantmelk’, ‘oplosmelk’ of lekker ouderwets ‘surrogaatmelk’.

Zet de adjectieven ‘poeder’, ‘instant’, ‘oplos’ en ‘surrogaat’ voor bijvoorbeeld koffie en je hebt dezelfde kwaliteitsindicatie. Lekker vacuüm verpakt met bijgeleverd maatschepje. Fervente koffiedrinkers zullen hun neus ophalen voor het bakkie pleur dat hen aangeboden wordt. Met een gezicht dat ik bij mijn eigen baby heb gezien na het drinken van een slokje surrogaatmelk. Want fijnproevers kiezen toch voor het origineel. En dat is toch echt mensenmelk in dit geval!

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen