Overpeinzing

column-199.jpgHet is half 11 op een zondagochtend in het zwembad. Ik lig met mijn man en kinderen te dobberen in het pierenbad. Er is nog een ander gezin.
Ik zie het baby’tje eerst bijna over het hoofd. Vier volwassenen staan er omheen, verrukt en vervuld van het kind dat nog geen half jaar lijkt. Uitdrukkingsloos hangt het baby’tje in een babyzwembandje. De vader is fanatiek aan het filmen, opa en oma praten met de moeder over hun geweldige kleinkind.
Als ik het kindje zie, valt het me direct op: hij heeft honger. Hij zuigt op zijn vuisten, likt met zijn tong…
Op het moment dat ik het denk, heb ik het ook al gezegd. Mijn zoontje heeft mij gehoord en plonst direct naar de moeder van het kind. Hij zegt tegen de vrouw: ‘je baby heeft honger, geef ‘m gauw te eten’.
Verbaasd zegt de vrouw: ‘Hij heeft nog geen honger.’
‘Jawel’, zegt mijn zoontje, ‘hij wil Poate!’
De vrouw doet net alsof mijn zoontje er niet meer is en wij roepen hem terug. Ik hoor de vrouw tegen de oma zeggen: ‘Hij heeft zijn flesje van zeven uur gehad. Misschien begint hij wat trek te krijgen, het kan eigenlijk nog niet.’
Ik begin me te irriteren.
Een half uur later vertrekken wij uit het pierenbad en het arme kind heeft nog steeds niets gehad.
Mijn zoontje vraagt: ‘Waarom mag die baby niets eten?’
Hij snapt het niet. Ik ook niet.

Ik voel me ver verwijderd van deze vrouw. Het lijkt wel alsof we in twee gescheiden werelden leven met elk onze eigen waarheid.
Ik behoor tot de wereld van kijken, luisteren naar, het volgen van de behoeften van mijn kind en dus van borstvoeding op verzoek. Zij leeft in de wereld van kunstvoeding geven op de klok.
Ik had iets tegen haar willen zeggen, maar ik heb haar niet durven aanspreken.
Had ze raar gekeken als ik had gezegd: ‘Ik zie dat je kindje honger heeft, kun je hem niet beter aanleggen?’ Was ze geïrriteerd geraakt? Had ze me een bemoeial gevonden?

Mensen voelen zich vaak gekrenkt, aangevallen en onzeker als ze aangesproken worden op hun gedrag. Gedrag gebaseerd op hun eigen waarden en overtuigingen waarvan ze zich misschien niet eens bewust zijn.
We kunnen of willen ons niet altijd verdiepen in de onderliggende waarden en overtuigingen van de ander. We reageren dikwijls alleen op wat we zien.

Ik vermoed dat de vrouw in het zwembad mijn opmerking niet zou hebben begrepen.
En ik kan geen begrip opbrengen voor het feit dat zij kunstvoeding geeft op de klok.
Zo komen we echter geen steek verder. Als ik niet wil luisteren naar haar verhaal, mag ik dan verwachten dat ze mijn verhaal wil horen?

Er is een wijze spreuk die in dit kader in me op komt:
‘Vertel je waarheid rustig en duidelijk, maar luister ook naar de ander. Ook hij heeft zijn verhaal.’

Spreuk gevonden in de Old Saint Paul’s Church in Baltimore (1692)

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen