Partij voor de baby’s

De kippen in de legbatterijen in Nederland sprongen een gat in het dak van hun veel te kleine hok. Marianne Thieme heeft het voor elkaar gekregen: twee zetels in de Tweede Kamer. Gefeliciteerd. Ik vind het geweldig dat de Partij van de Dieren (PvdD) zich in het parlement gaat inzetten voor deze groep medelanders die niet voor zichzelf kunnen opkomen. Leve de Nederlandse democratie die het mogelijk maakt met een protestpartij het parlement in te komen.
Nu zullen de gevestigde partijen het weten. Ze komen niet meer weg met hypocriete praatjes over dierenwelzijn. Waarschijnlijk zal de PvdD niet gaan regeren, maar ze heeft veel ambities om alle misstanden in de dierenindustrie aan te pakken. Want als de dieren niet voor zichzelf kunnen opkomen, moeten de grote mensen het doen. Op de PvdD-website staat: ‘…dat zowel in het wild levende als gehouden dieren, naar hun eigen aard moeten kunnen leven en niet zonder een noodzakelijk of redelijk doel door de mens in hun welzijn mogen worden aangetast. Beschaving uit zich immers in de wijze waarop mensen met andere levende wezens op deze aarde en met de natuurlijke omgeving in het algemeen omgaan.’

Dit alles deed mij denken aan een andere groep medelanders die niet voor zichzelf kan opkomen: baby’s. Nu zullen er niet snel te veel baby’s bij elkaar in een te klein hok liggen. Maar baby’s leven vaak eenzaam en alleen in een babykamer in een veel te groot ledikantje. Ze slapen onder een onveilig dekbedje of ze krijgen lang niet allemaal borstvoeding. Baby’s moeten ook naar hun aard kunnen leven en ook zij mogen niet zonder noodzakelijk of redelijk doel door de mens in hun welzijn worden aangetast. Baby’s hebben naar hun aard warmte, lichaamscontact en goed voedsel nodig. Dat is dus onder andere regelmatig de borst in een rustige omgeving in de nabijheid van de moeder. De ouders hebben daar natuurlijk hun verantwoordelijkheid in. Ik vind dat de regering hen daar veel meer in kan ondersteunen en stimuleren.

De overheid kan namelijk voorkomen dat vrouwen vroegtijdig stoppen met borstvoeden, door de babysabbatical in te stellen als vrouwen dat wensen. Onveilige babyspullen moeten verboden worden. Werkgevers mogen wel eens gecontroleerd worden op het mogelijk maken van het kolfrecht. Extra borstvoedingshulp moet eindelijk maar eens in het basispakket van de zorgverzekeraars worden opgenomen, bijvoorbeeld hulp van een lactatiekundige of de aanschaf/huur van borstkolven. Ik vind ook dat er meer geld mag worden vrijgemaakt voor extra borstvoedingsondersteuning, bijvoorbeeld een extra borstvoedingverpleegkundige op elke kraamafdeling. Al dit geld verdient zich terug door minder gezondheidszorgkosten van borstkinderen (dit is een politiek-economische onderbouwing, rekenkamer kom maar op!). Bovendien moet de wetgeving voor de kunstvoedingsindustrie aangescherpt worden en de controle daarop ook. De reclames van babykunstvoedingsfabrikanten en hun kraaltjes en spiegeltjes voor de consument geven een veel te romantisch beeld van kunstvoeding en verhullen de risico’s daarvan. De poedermelk komt echt gewoon van een koe en lijkt voor geen meter op moedermelk.

De Partij voor de Dieren heeft laten zien dat een weerloze groep recht van spreken kan krijgen. Wie weet is ook een mooi concept voor borstvoedingspromotors? Ben je een mooie blonde vrouw met wapperende haren en politieke ambities? Word dan lijsttrekker van de Partij voor de Baby’s, voor een babyvriendelijker Nederland!

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen