Tongriempje

Simea kwam goed aan en we hadden de slag een stuk beter te pakken dan in het begin. Maar toch voelden mijn tepels na twee maanden voeden nog steeds pijnlijk geschuurd aan. Omdat Simea van de borst gleed, legde ik haar in de loop van één voeding drie, vier keer opnieuw aan. En ‘s nachts moest ik minstens drie keer met mijn baby naar de huiskamer om zittend en bij lamplicht te voeden. Anders deed het teveel pijn. Dus ik maakte toch maar eens een afspraak met een lactatiekundige.
Die gaf oefeningen om beter aan te leggen maar had na een blik in Simea’s mond opgemerkt dat ze een extreem kort tongriempje had. Misschien, zo opperde ze, was het verstandig dat te laten knippen. Na twee weken te hebben geoefend zonder merkbaar resultaat besloot ik haar suggestie op te volgen.

Dat was niet zo eenvoudig. De lactatiekundige had al uitgelegd dat veel artsen niet de noodzaak zien van het doorsnijden van een kort tongriempje [1]. Als ze het al willen doen, zou het onder volledige narcose moeten gebeuren. En dat levert zodanige risico’s op dat artsen er voor zo’n onbelangrijke ingreep ook niet zo’n zin in hebben. De lactatiekundige gaf ons twee namen van chirurgen die het zouden willen doen zonder narcose.

Zo’n narcose leek me erger dan de kwaal. Dat tongriempje is een velletje van niks en er zouden nauwelijks zenuwen en bloedvaten doorheen lopen. Het idee dat er in je kind wordt gesneden is niet leuk maar ik graaide al mijn moed bij elkaar en belde chirurg nummer één.

Binnen twee minuten was duidelijk dat hij ons probleem niet ging oplossen. Hij deed het namelijk met zijn handen, en alleen bij heel jonge baby’s bij wie het tongriempje nog flinterdun is. Hij had het geleerd van een oude collega en zijn collega-artsen vonden het erg onwetenschappelijk, zo vertelde hij. Vooral omdat het helemaal niet duidelijk was of het ooit problemen zou gaan veroorzaken, zo benadrukte hij een paar keer. Ik herhaalde dat het mij niet ging om problemen stráks, maar om problemen nú, met borstvoeding. Maar dat zei hem geloof ik niet zoveel. Hoe dan ook, Simea was inmiddels ruim tweeënhalve maand en het tongriempje liet zich niet meer met de hand bedwingen. Het zou nu onder volledige narcose moeten, zo vond ook deze arts, want je mocht een kind toch geen pijn doen! Dat dit bij vaccinaties zonder discussie aan de lopende band gebeurt, was hij waarschijnlijk even vergeten. Kennelijk wordt daarvan het belang anders ingeschat.

Ik zag dat belang nog steeds levensgroot: ik wilde doorgaan met voeden! En dus belde ik chirurg nummer twee. Die hoorde mijn verhaal aan, knikte mij bemoedigend toe, en maakte met één klein sneetje, waar Simea minder last van had dan van de gemiddelde prik, een eind aan al onze voedingsproblemen. Weg pijnlijke tepels. Simea nam één hap en dronk dan een hele voeding in tien minuten. En we zijn nooit meer ons bed uitgekomen voor een voeding.

Ik weet niet of verpleegkundigen, kraamhulpen, verloskundigen, consultatiebureaumedewerkers en (huis)artsen in het algemeen op de hoogte zijn van de problemen die een kort tongriempje kan veroorzaken bij het voeden. Ik heb er in ieder geval niet één ontmoet die het signaleerde, hoewel wij vanaf het begin aanlegproblemen hadden. En ik had niet de indruk dat de huisarts en chirurg nummer één, die ik mijn probleem voorlegde, begrepen waarom ik het zo belangrijk vond. ‘Borstvoeding. Oh. Verder nog iets?’ Chirurg nummer twee zou ik een bedankje moeten sturen. Want ik weet bijna zeker dat ik nu, ruim anderhalf jaar later, niet meer zou hebben gevoed als hij dit niet voor ons had gedaan. Borstvoeding geven is belangrijk en fijn, maar de pijn zou me op den duur de das hebben omgedaan.

Noot van de redactie

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen