Een wereld van verschil

Mijn zoontje werd juni 2006 geboren. Ik was moeder, een onzekere beginner die vooral keek naar de ander om te bepalen of ze het wel goed deed. Maar wie was die ander? De wereld om mij heen. Een wereld van kinderwagens, van kunstvoeding of, in het gunstigste geval, borstvoeding op verzoek maar dan niet vaker dan zes keer per dag. Een wereld die nachtvoedingen accepteert tot een baby drie maanden is. Een wereld die een baby wel geborgenheid wil geven maar niet ten koste van de vrijheid van de moeder. Een wereld waarbij slapen in een eigen bedje en zelfstandig in slaap vallen de norm is.
Hoorde ik wel thuis in die wereld, voelde ik me er thuis? Het bood enigszins houvast, het voorbeeld dat ik zag, maar ik bleef zoeken naar een weg die beter bij mijn verlangen paste.
Ik wilde vaak kunnen voeden, maar dat was onjuist volgens het consultatiebureau. Ik wilde mijn zoontje graag in slaap voeden maar dat raadde een vriendin mij af. Ik wilde wel bij mijn zoontje blijven als hij in slaap viel, maar durfde het niet goed. En ‘s nachts wilde ik vooral slapen, maar daar kwam ik niet aan toe omdat ik zes keer per nacht mijn zoontje weer in slaap probeerde te krijgen die duidelijk aangaf zich niet fijn te voelen alleen in zijn bedje. Slopend was die wereld en dus bleef ik zoeken. Toen mijn zoontje drie maanden was, kwam ik borstvoeding.com op het spoor. Toen hij een half jaar was droeg ik mijn zoontje dicht tegen me aan en toen hij negen maanden was, ging ik samen met hem slapen. Nu, drie jaar later, slapen we nog steeds bij elkaar.

De wereld die ik beschreef voelt nu vreemd aan. Ik ben trouw aan mezelf en ik voel me zeker nu mijn intuïtie mij leidt. Hoe heb ik ooit die innerlijke stem kunnen negeren en het hartverscheurende huilen van mijn kind kunnen verdragen? Hoe heb ik kunnen slapen terwijl mijn kind een kamer verderop in zijn eentje lag? Hoe heb ik bakerpraatjes en strenge opvoedverpleegkundigen kunnen geloven?

Toen vorig jaar mijn dochter werd geboren, is ze vanaf het eerste uur aan mijn zijde geweest, heeft ze aan mijn borst gedronken en hebben we samen geslapen, neus bij neusje.
Nooit meer heb ik getwijfeld of ik wel juist handelde, of het wel zo hoorde. In slaap voeden was een automatisme, net als het reageren op haar geluiden. Of dat nu lachen is of huilen.
Ik heb me niet onzeker gevoeld dat ze geen wiegje of eigen bedje heeft gehad. Mijn bed is haar bed, in mijn holletje hoort ze thuis. Ik maak me er niet druk over of ze tien keer de borst wil of twintig keer. Soms wil ze de borst omdat ze trek heeft, maar meestal wil ze alleen maar comfort, dicht bij mij.
Ze zoekt mijn geborgenheid. Mijn draagdoek is haar thuis. Gewiegd door mijn bewegingen, zacht deinend op het ritme van mijn ademhaling en luisterend naar mijn hartslag voelt ze zich het fijnst.

Ze is alweer bijna een jaar. Natuurlijk wordt ze nog wakker ‘s nachts. En dan zoekt haar mondje mijn borst. Dan weet ze dat ze op de plek is waar ze hoort. Bij mij. Vanuit die basis, die alles omvattende bestaanszekerheid, de ultieme erkenning als mens van wie gehouden wordt, gaat ze haar weg, wanneer het haar tijd is. Zo hoort het te zijn. Zo is het goed. Dat weet ik. Intuïtief.

De wereld om mij heen kijkt naar mij en trekt daarbij regelmatig een wenkbrauw op. Wereldvreemd lijken ze mij te vinden.
Maar een ieder die ooit de begaande wegen durft te verlaten nodig ik uit in mijn wereld. Het is werkelijk een wereld van verschil.

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen