Vertrouwen

Om de dag makkelijk door te komen heb je vertrouwen nodig. Vertrouwen dat de brug niet zal instorten zodra je erover loopt, vertrouwen dat de automobilist die voor je stopt niet gas zal geven zodra je het zebrapad op stapt, vertrouwen dat er geen glasscherven zitten in het potje babyvoeding dat je net hebt gekocht. Zonder dit vertrouwen zou je nergens meer toe komen. Ook bij het geven van kunstvoeding aan je baby speelt vertrouwen een rol. Vertrouwen in het product waar je je kindje mee voedt. Maar is dat vertrouwen wel terecht?
De kunstvoedingindustrie houdt zich opmerkelijk genoeg bij het samenstellen van kunstvoeding niet aan de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Ik weet inmiddels dat veel moeders niet zoveel met ‘wetenschap’ kunnen: ‘ik zie door de bomen het bos niet meer, wat staat daar nou eigenlijk’. Daarom haal ik hier graag één voorbeeld aan om te laten zien hoe misplaatst ons vertrouwen in de kunstvoedingindustrie is. Ik neem de volgende stofjes: de essentiële vetzuren DHA en AA.

Moedermelk bevat DHA en AA. Wetenschappelijke onderzoeken tonen aan dat deze stoffen zeer belangrijk zijn voor een goede ontwikkeling van de hersenen en ogen. Verder is het bekend dat er een tekort aan deze stoffen een rol speelt bij het veroorzaken van agressief gedrag en ADHD. Voor een goede ontwikkeling van het kind zijn DHA en AA dus noodzakelijk en daarom zou het logisch zijn om deze stoffen aan kunstvoeding toe te voegen…**

Maar… toch zaten deze twee stoffen er tot voor kort niet in! Jarenlang hebben kunstvoedingproducenten DHA en AA alleen aan kunstvoeding voor prematuren toegevoegd en niet aan ‘gewone’ kunstvoeding. Uit onder andere een intern bedrijfsblad van DSM (uit 2002!) blijkt dat kunstvoedingproducenten echter al heel lang wisten dat het er feitelijk wel in hóórt te zitten.

Waarom stopten ze het er dan toch niet in terwijl ze wisten dat het veel beter zou zijn voor de kinderen die het te eten kregen? Geen idee! Misschien vonden ze deze ingrediënten te duur?

Laten we met z’n allen niet vergeten dat het kunstvoedingproducenten slechts om één ding gaat, en dat is winst maken. Het belang van je kindje staat echt niet op nummer één van hun prioriteitenlijstje. Kunstvoedingfabrikanten zijn namelijk geen filantropische instellingen.

Daarom nogmaals mijn oproep: Kunstvoedingmoeders, verenigt u! Zorg ervoor dat kunstvoedingfabrikanten open kaart spelen over wat ze als ingrediënten gebruiken voor de voeding van jullie kinderen en dat ze de samenstelling van hun producten baseren op de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Bijvoorbeeld door als een soort consumentenorganisatie druk op de fabrikanten uit te oefenen en bewustwording bij de ouders te creëren.
Vertrouwen dat kunstvoedingproducenten dat uit zichzelf doen is misplaatst.