Ook in Vlaanderen verdubbeling borstvoeding?

column383.jpgAls Vlaamse lactatiekundige kwam het schaamrood op mijn wangen toen ik las dat in Nederland plots twee keer zoveel moeders op zes maanden borstvoeding geven… Wat doen wij in Vlaanderen zo anders?
Ik besloot op zoek te gaan naar de Vlaamse borstvoedingscijfers. Tot mijn opluchting vond ook in Vlaanderen een stijgende tendens plaats. Ik dien echter terug te vallen op de cijfers van 2011 en 2012. Meer recente gegevens zijn nog niet verwerkt in het jaarlijkse rapport dat onze overheidsinstelling Kind En Gezin publiceert.
Een paar concrete gegevens: in 2012 geeft op 26 weken (ongeveer zes maanden) 8.1% van de Vlaamse mama’s borstvoeding (dit gaat over exclusief borstvoeden), terwijl dit één jaar eerder nog 7.5% was. Ook het aantal moeders dat begint met borstvoeding (gemeten op dag zes) kent een lichte stijging, van 63.1% naar 64.2%. ‘¨
De laatste geruchten zijn echter dat er opnieuw een daling zou zijn, maar officieel materiaal heb ik daar nog niet over.
Waarom? Dat is de grote vraag die ik mij stelde. Wat is in Nederland zo anders dat zij een startcijfer van 80% en meer bereiken (volgens TNO-‘onderzoek’)? Is er zo een groot verschil tussen Vlaamse mama’s en Nederlandse?
Ja en nee…

De organisatie van de zorg voor moeder en kind, als ook de visie er op, verschilt sterk tussen deze twee landen. Vlaanderen heeft een cultuur van ziekenhuiszorg, gecombineerd met een heel toegankelijke thuiszorg op lange termijn. Nederland volgt de visie van ondersteuning binnen het thuismilieu, heel intensief in de eerste prille kraamperiode.
Je zou dan verwachten dat Vlaamse moeders langer borstvoeding geven, omdat zij langer beroep kunnen doen op de steun van professionals. Cijfers spreken dat tegen: 8.1% geeft nog borstvoeding op zes maanden , terwijl het TNO‘“onderzoek spreekt over bijna 40%!‘¨
Zou het liggen aan de informatie die verstrekt wordt omtrent borstvoeding door die professionals? ԬIn Vlaanderen is de belangrijkste bron van informatie over kinderzorg: Kind En Gezin (Het Vlaamse consultatiebureau). Kinderen worden hier opgevolgd tot 2,5 jaar. De verpleegkundigen/vroedvrouwen die hier voor instaan worden goed opgeleid in het ondersteunen van borstvoedende moeders. Zij geven ook aan borstvoedingsvriendelijk te zijn. Maar we weten dat opleiding niet altijd een garantie geeft tot het verstrekken van correcte en actuele informatie. Hardnekkige bakerpraatjes maken het, ook in Vlaanderen, de borstvoedende moeders lastig. Spijtig genoeg zijn het vaak de zorgverleners en artsen die deze praatjes in stand houden. Ԭ
Maar ook de Nederlandse mama’s liggen in de knoop met adviezen van het consultatiebureau. Net als de Vlaamse worden zij overladen met tegenstrijdige boodschappen die borstvoeding geven moeilijker maakt.
In Nederland vind je kunstvoeding in het schap van de supermarkt. In Vlaanderen ook, maar pas startend vanaf de opvolgmelken. Voor zuigelingenmelk nummer 1 kun je enkel in de apotheek terecht, wat drempelverhogend werkt. Maar de Nederlandse mama’s gaan niet massaal aan de fles, toch niet volgens de cijfers.
Er zijn zoveel verschillen maar er is ook één belangrijke gelijkenis. Zowel in Vlaanderen als in Nederland wordt het jonge moeders best moeilijk gemaakt om borstvoeding te geven.

Opnieuw gaan werken op negen weken (ja lees het goed negen weken), een hoge drempel en complexe wetgeving rond borstvoedingspauzes, hardnekkige visies omtrent babyvriendelijk voeden in kinderopvanginitiatieven, belachelijke reacties op voeden in het openbaar en de even hardnekkige verkeerde adviezen van professionelen aan voedende moeders. Borstvoeding geven in Vlaanderen en Nederland is een ware uitdaging!

Dus de kritische nuancering van Emmy over de Nederlandse cijfers en de twijfelachtige opzet van dit onderzoek lieten me even opgelucht ademhalen.
De cijfers die ik terugvond in Vlaanderen zijn vrij correct. Ze zijn verworven via het registratiesysteem van Kind En Gezin en omvatten een enorme groep moeders en baby’s. Het rapport vermeldt ook duidelijk aparte gegevens rond exclusieve borstvoeding. Maar ook dit rapport dekt niet de volledige lading, toch geeft het een duidelijk beeld over borstvoeding en voeding bij Vlaamse baby’s. En het toont vooral dat er nog véél werk aan de winkel is.

De Vlaamse gezondheidsdoelstelling uit 2008 om in 2015 74% van de mama’s te laten starten met borstvoeding, was heel hoog gegrepen. Ik hoop dat onze beleidsmakers bij de evaluatie ook merken dat er veel meer nodig is dan af en toe campagne te voeren voor ‘Breast is best’.
Er is echt beleidswerk nodig, waar moeder en kind centraal staan, om kinderen meer en langer aan de borst te mogen laten drinken. Pas bij structurele veranderingen zullen de Vlaamse cijfers echt stijgen. Er zijn voorbeelden genoeg.

Dus liefste Mevrouw De Block (federaal minister voor Volksgezondheid, wilt u echt werken aan onze gezondheid, begin dan bij onze jongsten. Een echt goede gezondheid begint bij een goede voeding. Daar bent u zelf van overtuigd. En voor jonge kinderen is dat in eerste instantie borstvoeding. Ik wil u gerust helpen meedenken.Ԭ

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen