Charter voor Borstvoeding: hoe borstvoeding gewoon wordt in Nederland

nwsbrcht-bvcharter1.jpgNederland is sinds donderdag 18 juni weer een mooi borstvoedingdocument rijker: het Charter voor Borstvoeding. De organisaties die dit charter ondersteunen streven naar een samenleving waarin

  • het geven van borstvoeding gewoon is;
  • iedereen bekend is met de voordelen van borstvoeding;
  • ouders weloverwogen keuzes kunnen maken over de voeding van hun baby;
  • vrouwen in staat zijn hun kinderen borstvoeding te geven zolang zij willen.

Doelstellingen van het Platform Borstvoeding

Het Charter is een initiatief van het Platform Borstvoeding. In het Platform zijn o.a. vertegenwoordigd de partners van de Samenwerkende Borstvoeding Organisaties (SBO), het Voedingscentrum en diverse beroepsorganisaties, zoals verloskundigen, huisartsen, verpleegkundigen en kraamverzorgenden.

Het Platform Borstvoeding wil borstvoeding gewoon laten zijn en heeft als doelstellingen

  • de kwaliteit en continuïteit van de zorg ten aanzien van borstvoeding te verbeteren;
  • maatschappelijk belemmeringen weg te nemen;
  • het zelfvertrouwen van moeders en hun eventuele partners te versterken;
  • samen met werkgevers en werknemers een werkklimaat te scheppen waarin het geven borstvoeding en afkolven gewoon is;
  • de Internationale Gedragscode voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk van de WHO te implementeren, evenals de aanvullende resoluties omtrent dit onderwerp.

Het Charter

nwsbrcht-bvcharter2.jpgHet Charter is een krachtig document waarmee de organisaties die het ondertekend hebben, laten zien dat het zij de borstvoeding werkelijk ondersteunen.

Paul Huijts, directeur-generaal (DG) Volksgezondheid bij het Ministerie van VWS, sprak mooie woorden bij de presentatie van het Charter op donderdag 18 juni 2009. Als rol van de overheid ziet hij het verspreiden van kennis en het creëren van voorwaarden om borstvoeding mogelijk te maken. Met name voor de laagste inkomensgroepen moet nog meer worden gedaan. Dat is niet alleen een beleidskwestie: ‘Wat wordt er gedaan?’ Maar ook een zaak van goede communicatie: ‘Hoe worden dingen gedaan en hoe kan ervoor worden gezorgd dat de boodschap overkomt?’. ‘One size fits all’ zal niet werken, zo zei hij, maar aandacht voor borstvoeding is belangrijk.
Het door Zorg voor Borstvoeding uitgevoerde certificeringsprogramma van Unicef/WHO laat dat zien. Desondanks zijn nog niet alle barrières weggenomen. Zo moet er in de arbeidssituatie nog het nodige worden verbeterd. Afkolven van moedermelk is al vaak mogelijk, maar het is nog niet overal gewoon. Voeden moet meer vanzelfsprekend worden, niet alleen voor moeders, maar ook voor hun sociale omgeving en voor de hele maatschappij. Daarom moet er multidisciplinair worden samengewerkt. Mensen uit de praktijk werken samen met wetenschappers; werkgevers en zorgverleners worden aangesproken op wat er wetenschappelijk bekend is. Door goede informatie zonder commerciële invloed moet borstvoeding volgens Paul Huijts een eigen keuze worden, een keuze die kan worden gemaakt in een klimaat waarin borstvoeding als goed en normaal wordt beschouwd.

Bridget Maasland en de paneldiscussie

Na deze inleiding nam Bridget Maasland de microfoon over. Ze had er een flinke taak aan om in het debat tussen de zaal en het panel iedereen aan het woord te laten komen. Ze bevond zich in een omgeving die over de hele linie toch wat anders aankeek tegen het onderwerp dan zijzelf. Ze had bij haar inleiding laten weten dat ze zelf zo’n week of vijf borstvoeding had gegeven aan haar zoon. Toen er problemen kwamen en er hulp moest komen, was ze naar eigen zeggen wel klaar met de borstvoeding. ‘Het is een heerlijk kind, dus zo zie je maar: kort of geen borstvoeding is geen enkel probleem!’ Dat was de stelling waarmee ze het debat opende, maar de zaal bleek er anders over te denken.
Onder Bridgets leiding voerden de aanwezigen een boeiende discussie. Daarin stonden drie thema’s centraal: borstvoeding & werk, borstvoeding & zorg en borstvoeding & maatschappij. Het panel bestond uit vertegenwoordigers van diverse achtergronden.

Jan van Wijngaarden, inspecteur Volksgezondheid, vindt dat de gezonde keuze gemakkelijk moet worden gemaakt. Marianne Langkamp, kamerlid van de SP, wil de sponsoring van de kunstvoedingsindustrie nog verder ingedamd zien. Roos Wouters, freelance journaliste Opzij, pleit voor een langer vaderschapsverlof. Lydia de Raad, voorzitter van de SBO, ziet graag dat borstvoeding net zo gewoon wordt als fietsen in Nederland. Linda Rigters van de FNV Vakcentrale is voorstander van een langer bevallingsverlof en betere kolffaciliteiten. Daar werd vanuit de zaal instemmend op gereageerd en iemand merkte op dat meer verlof voor de vaders inderdaad zeer wenselijk zou zijn. ‘Die zijn ook hartstikke moe. Ze zijn net zombies, ze kunnen helemaal niet werken die eerste dagen en weken!’

De aanwezigen in de zaal hadden allemaal vanuit hun eigen achtergrond een sterke betrokkenheid bij borstvoeding en brachten allerlei aspecten in: de rol van de vrouw, gewoontes binnen de samenleving, het recht om moeder te zijn, het belang van zelfvertrouwen, de noodzaak van voldoende kraamzorg, kolfverlof als investering in loyale werknemers, het op waarde schatten van zorgtaken en de rechten van het kind dat nog niet voor zichzelf kan opkomen. Dit laatste was een punt dat ook door Ingrid Visscher van Unicef werd onderstreept. Zij nam het eerste exemplaar van het Charter in ontvangst, nadat ze had benadrukt dat de streefdoelen van het Charter ook wereldwijd van kracht zijn en ieder jaar meer dan een miljoen kinderen het leven zouden kunnen redden.

Geen woorden, maar daden

nwsbrcht-bvcharter3.jpgNa zoveel mooie woorden is het proces voor het Charter niet afgerond. We gaan er van uit dat alle organisaties die er aan hebben meegewerkt, begrijpen wat het inhoudt om borstvoeding vanzelfsprekend te laten zijn: de voedende moeder wordt via ’empowerment’ gesterkt in haar wens om te voeden, de superieure kwaliteit van moedermelk wordt benadrukt en de aanbeveling van de WHO om borstvoeding zeker twee jaar onderdeel van het menu te laten zijn, wordt gevolgd.

  • Mooie, krachtige, borstvoedingondersteunende woorden omzetten in daden is de volgende stap. Een paar dagen voor de presentatie van het Charter publiceerde het Voedingscentrum een folder Bijvoeding. Tot onze stomme verbazing sluit deze folder op geen enkele wijze aan bij de uitgangspunten van het Charter.
    Zo stelt het VC dat borstvoeding vanaf zes maanden ‘te weinig gezonde stoffen’ bevat en dat borstvoeding niet als troost of voor een slokje tussendoor mag worden gebruikt. Bij de melkbehoefte vanaf één jaar wordt borstvoeding niet meer als optie genoemd. En in het laatste deel van de tekst wordt aangegeven dat de moeder haar kind geen ‘gewone melk’ moet geven tot hij één jaar oud is. Maar… ‘gewone melk’ is toch moedermelk?!
  • Mooie, krachtige, borstvoedingondersteunende woorden omzetten in daden… Het zal voor het Voedingscentrum nog een flinke klus worden om werkelijk al haar voorlichtingsmateriaal borstvoedingvriendelijk te maken, écht borstvoedingvriendelijk en volledig conform het Charter voor Borstvoeding. Want neem nou dit advies voor als je op vakantie gaat: ‘Wél is het belangrijk om baby’s voldoende flesvoeding te geven. Van 0 tot 1 jaar is de flesvoeding (of borstvoeding) meestal nog de grootste leverancier van de voedingsstoffen die het kind nodig heeft. Daarom is het verstandig op vakantie voldoende (speciale) flesvoeding mee te nemen.’ Dat straalt bepaald geen positieve houding tegenover borstvoeding uit…
  • Mooie, krachtige, borstvoedingondersteunende woorden omzetten in daden geldt ook voor prematuren. En dus zal met het Charter als visiestuk ook een eindexamen zoals de VWO-kandidaten dat in 2009 voor scheikunde moesten maken, in de toekomst natuurlijk niet meer voorkomen. In dit centraal schriftelijk examen scheikunde werd uitgebreid melding gemaakt van een kunstvoedingsproduct, zonder de superioriteit van moedermelk voor deze kwetsbare kindjes te benoemen. Inspecteur van de Volksgezondheid Van Wijngaarden, SP-kamerlid Langkamp en Unicef-voorzitter Visscher kregen hierover na afloop van de bijeenkomst de reactie van laktatiekundige IBCLC Marianne Vanderveen uitgereikt met achtergrondinformatie.

Onderteken het Charter

Op de website van het Charter voor Borstvoeding kun je alles nog eens goed nalezen en je steun betuigen. Je kunt er ook aangeven wat jij zelf doet, of gaat doen om borstvoeding gewoon te laten zijn.

Unicef tekende op donderdag 18 juni 2009 als eerste het Charter. Hopelijk zullen er nog vele volgen. Wanneer al deze politici, beleidsmakers, professionals en andere geïnteresseerden zich vervolgens in hun eigen werkomgeving krachtig inzetten voor de doelstellingen van het Charter, bewijzen we met z’n allen de gezondheid van moeders en kinderen en dus van gezinnen en van de samenleving als geheel een grote dienst!

Breastfeeding Manifesto

Het Breastfeeding Manifesto dat in 2007 gepubliceerd werd door UnicefUK heeft model gestaan voor het Charter voor Borstvoeding. Het Nederlandse document kent echter niet dezelfde sterke stellingnames als zijn Engelse tegenhanger.
We schreven destijds al over het Breastfeeding Manifesto in het nieuwsbericht Stop baby milk production.

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden