Op 11 juni 2007 ontving het Perinatologisch Centrum – Obstetrie en Neonatologie – van het UMC Utrecht het certificaat ‘Zorg voor Borstvoeding’. Het certificaat van het WHO/UNICEF staat garant voor kwalitatief goede borstvoedingszorg aan alle moeders. Sinds het nieuwe borstvoedingsbeleid twee jaar geleden is gestart, steeg het aantal moeders dat borstvoeding geeft met bijna tien procent.
Voorzieningen
Het Perinatologisch Centrum heeft een aantal voorzieningen getroffen om meer moeders langer succesvol borstvoeding te kunnen laten geven. Alle zwangere vrouwen die zijn opgenomen vanwege dreigende vroeggeboorte en ook de moeders die bevallen zijn van een zieke of te vroeg geboren zuigeling, krijgen informatie over het geven van borstvoeding en alles wat daarmee samenhangt. Er zijn kolfkamers ingericht en is een verrijdbare kolf aanwezig zodat moeders zo dicht mogelijk bij hun kinderen kunnen kolven.
Personeel is geschoold in borstvoeding
Verpleegkundigen, kraamverzorgenden, verloskundigen en artsen zijn speciaal bijgeschoold en op de verschillende afdelingen zijn 25 borstvoedingsdeskundigen en twee lactatiekundigen werkzaam.
De voordelen
Borstvoeding is voor iedere baby gezond, zeker voor een zieke of te vroeg geboren baby. Het Perinatologisch Centrum stimuleert het geven van borstvoeding omdat moedermelk beschermende antistoffen bevat, lichter verteerbaar is en daardoor beter wordt verdragen door de pasgeborenen. Bovendien heeft het een positieve invloed op de functie van de ogen en de ontwikkeling van de hersenen. Maar bij een zieke of te vroeg geboren zuigelingen kan het geven van borstvoeding een probleem zijn. Zorgen om de gezondheid van het kind, stress en vermoeidheid hebben een negatieve invloed op het goed op gang komen van de melkproductie. Maar ook de conditie van de vroeggeborene zelf speelt een rol. Vanaf ongeveer dertig weken kan de pasgenborene ‘oefenen’ met het aanhappen aan de borst.