De laatste aftap

verhaal-358-1.jpgIk ga met mijn tasje naar boven, net als anders een beetje beschaamd. Ik sluit me op in een leeg kantoor.
Soms schijnt er rond lunchtijd al een aangenaam zonnetje aan deze kant van het gebouw. Nu is het bewolkt. De vlag van het bedrijf naast ons wappert fanatiek. Auto’s rijden over de viaduct en er onderdoor, langs de grote flats. Ik kan ze niet horen.
Handig klik ik het kolfapparaat in elkaar. Vier jaar geleden zag ik er tegenop om het apparaat te gaan gebruiken. Ik was broos en wankel door de zwangerschapshormonen.
Nu zou ik het apparaat willen zoenen en een kruisje willen slaan om het plechtig af te sluiten.

De eerste hagelwitte druppels vallen in het opvangbekertje. Toen ik nog grote voorraden melk in de vriezer bewaarde, zei mijn zoon dat het er vies uitzag. Hij moet het gênant gevonden hebben, dat de melk uit de borsten van zijn moeder kwam.
Moedermelk kan gelig zijn, maar mijn melk is lieflijk wit. Het ziet er helemaal niet vies uit, maar maagdelijk rein.

Er wordt soms afwijzend op langvoeders gereageerd. Hoewel dat bij mij best meevalt, voel ik mij er toch wel eens ongemakkelijk onder. Maar daar heb ik mij nooit door laten leiden. Vanaf de eerste keer dat Adriana uit mijn borst dronk, weet ik dat het goed is voor Adriana en mij. Het is iets tussen ons. Sommige mensen denken dat je een kind klein houdt door lang te voeden. Ik heb juist een super zelfstandig meisje, dat precies weet wat ze wil.

Ik heb geen idee of de productie door het stoppen met kolven zal afnemen. Er zit sowieso veel minder melk in mijn borsten dan in het begin. Maar dat is normaal, zo heb ik begrepen.

verhaal-358-2.jpgVanavond mag Adriana gewoon weer bij mij drinken. Ze is nu vier jaar. Haar vraag naar moedermelk is wel 90% minder dan vlak na haar geboorte. Adriana heeft er geleidelijk steeds minder behoefte aan. Ik vertrouw op mijn dochter. Zij zal op het juiste moment definitief met ‘didden’ (haar woordje) stoppen.
Door te kolven, heb ik de melkproductie kunstmatig in stand gehouden. Nu laat ik het aan de natuur over.

Ik luister nog even naar het monotone geluid van het kolfapparaat. Dan zet ik het uit.
Het zonnetje komt toch nog om het hoekje van het gebouw kijken. Ik pak het kolfapparaat in, sluit het kantoor achter mij en loop met mijn tasje terug naar mijn bureau.

Stefanie