Tegen alle kansen in

verhaal-391-1.jpg‘Ik wil borstvoeding geven!’, riep ik tegen de operatiemedewerker terwijl ik met bed en al de lift in werd gereden. Nog zeven weken had je in mijn buik moeten zitten. Acute Hellp en een voorliggende placenta zorgde ervoor dat er een spoedkeizersnede nodig was. Je kreeg hartmassage om je kleine motor draaiende te houden. Je herpakte je en ik ook. Die nacht kwam de kinderarts met kolfapparaat bij mijn bed. Ik herinner me dat zij die paar kleine druppeltjes eerste melk met een naald van mijn borst oogstte en in een ieniemieniebuisje stopte. Ze zou het morgen naar je brengen. Dat wilde ik niet. Papa heeft het meteen naar je toe gebracht. Je hebt er die nacht nog van gehad.
Ik lag op een andere afdeling en zag jou op een schermpje boven mijn bed. Soms was het scherm kapot en zag ik je helemaal niet. Ik realiseerde me dat melk maken voor jou het enige en belangrijkste was dat ik op afstand kon doen. Ik herinner me dat het na een paar dagen niet meer lukte om melk te krijgen met het kolfapparaat. De lactatiekundige van het ziekenhuis leerde me met de hand te kolven. Het kostte me heel veel energie, want ik was zelf nog herstellende, maar dat had ik natuurlijk voor jou over.

Op de tweede dag na je geboorte lag je voor het eerst op mijn buik. De dag daarna lag je op de tepel en begon je meteen te happen en te zuigen. Op de vierde dag lagen we bij elkaar op de kamer: eindelijk kon ik je vaker zien dan eens per dag. Op de zesde dag ben je op papa’s verzoek gewogen na het drinken en bleek je 12 ml uit de borst te hebben gehaald. Je hapte ook meteen goed aan voor die eerste voedingen. De verpleging noemde je een klein wondertje omdat je al zo snel veel kon drinken. Op een gegeven moment kolfde ik bijna 1 liter per dag.

Maar ik kreeg ook last van harde platen in mijn borsten. De lactatiekundige leerde me de harde plekken eruit te masseren. Na drie weken ging de verpleging jou ook de fles geven, want dan kon je sneller naar huis en te vroeg geboren kindjes gingen bijna nooit naar huis op alleen de borst werd ons verteld. Daar kwamen ze een dag later toch van terug, want je dronk al zó goed aan de borst. Fles weer de deur uit. Na drie en een halve week mochten we naar huis. Eindelijk alles zelf doen.

Ik had tijdens mijn zwangerschap bedacht dat ik graag negen maanden borstvoeding wilde geven. Ik vond het mooi jou zo te zien groeien op mijn moedermelk. We begonnen rond zes maanden je te laten experimenteren met stukken groenten. Borstvoeding gaf ik op verzoek. En toen waren de negen maanden voorbij.
Het ging eigenlijk prima. Ik las over de voordelen voor jou om langer borstvoeding te krijgen en besloot dat ik wilde proberen om het tot één jaar te blijven doen. En toen was dat jaar ‘ineens’ ook voorbij en zat je op zes voedingen. De voeding halverwege de ochtend was het kortst en die liet ik toen vallen. Toen waren er nog vijf. Tussendoor ging jij zelf af en toe naar vier voedingen.

Toen je 18 maanden was, realiseerde ik me dat ik al twee keer langer dan ‘gepland’ borstvoeding gaf. In een recent onderzoek las ik over toenemende intelligentie bij langere borstvoeding en besloot ik nog niet te stoppen. Het ging ook prima. Ik bood de borst vanaf dat moment niet meer pro-actief aan en liet het initiatief bij jou. Ook kolfde ik nu voor het eerst niet meer op jouw kinderdagverblijfdag. Dat kon prima, want je dronk soms tussen ontbijt en avondeten niets meer bij me. Dus toen zat je op drie voedingen per dag. Toen je bijna twee was, ging je de voeding ‘s avonds, voordat je naar bed ging, zelf overslaan. En zo zaten we nog op twee voedingen.

Met twee jaar en vijf maanden stopte ik met de middagborst toen ik ziek was. Toen was daar alleen nog de ochtendvoeding. Lekker bij mama in bed. Ik dacht: ik wacht gewoon af wanneer jij zelf aangeeft te willen stoppen. Kort daarna begon je deze ochtendvoeding wel eens over te slaan. Ik begreep dat het bijna zover was.
De eerste keer dat je twee dagen achter elkaar niet bij me dronk en resoluut zei: ‘Nee borst drinken‘™, dacht ik dat het voorbij was.
Ik schreef in je dagboek: ‘Ik denk dat we deze periode nu gaan afsluiten. Het was een hele fijne intieme periode die niet meer terug gaat komen. Ik ben er dankbaar voor dat we dit samen hebben kunnen doen, ondanks je vroeggeboorte per keizersnede en jouw moeilijke start. Ik ben emotioneel. Het is jouw beslissing. Het is goed zo. Je bent al groot.’

In de maanden erna komen periodes dat je een week niet bij me drinkt en dan ineens weer wel. Ik vraag of er nog melk uit komt en jij zegt: ‘Ja, lekker’. Maar de periodes van niet drinken worden langer en de momenten van wel drinken korter. Vandaag wilde je aan de borst drinken. Na een paar minuutjes aan de linker borst laat je los, kijk je me aan en zegt: ‘Komt geen melk uit’.
Dit is de eerste keer dat er geen melk komt, realiseer ik me. Dit was het. Ik vraag aan je: ‘Vind je het jammer of vind je het wel okay?’ Je zegt: ‘Vind wel jammer.’ Ik zeg: ‘Je bent ook al zo’n grote jongen. Als je bijna niets meer drinkt dan maken mama’s borsten geen melk meer. Maar we hebben het heel lang gedaan he?’ En zo is dat, twee jaar en dik zeven maanden. Het was mooi, fijn, warm, intiem en ja, ook eindig.

Birgit