Behoefte aan vertrouwen

verhaal-17-ella-1.jpg

Ik las net de column Ik maak melk. En een beetje vertrouwen kon ik wel gebruiken.

Na de geboorte van mijn dochter Ella, 29 september 2007, kwam de borstvoeding niet op gang. Ik heb toen een paar dagen moeten kolven en de melk kreeg ze uit een cupje. Ik was gelukkig dat het daarna beter ging en ze was na twee weken weer op haar geboortegewicht.
Maar na vier weken kwamen we er achter dat onze meid niet meer aankwam. Ze was nog steeds op haar geboortegewicht en ze huilde ontzettend veel en voeden werd iets waar ik tegen op zag. Dus moest ze, van het consultatiebureau, bijgevoed worden. Na het drinken aan de borst (vijf minuten met hangen en wurgen) kreeg ze nog een flesje na (tussen 30 en 130 ml). Wat een heel gedoe was, want ik wist nooit hoeveel ze er na nog op kon.
verhaal-17-ella-2.jpg

Ze was vanaf toen meer tevreden en ze huilde veel minder en sliep meer. Wat het probleem was, hebben we eigenlijk niet onderzocht. Ik dacht dat ik niet genoeg melk had. Ik heb een lactatiekundige gebeld om te vragen hoe ik weer helemaal terug op de borstvoeding kon komen.
Vaker aanleggen was haar antwoord.

Tijdens de controleafspraak, na zes weken, vroeg mijn verloskundige of ik wel een toeschietreflex voelde. Ik kon haar niet vertellen of ik het had, want ik wist niet hoe het voelde, niet dus. Zij schreef me een neusspray voor om het op gang te helpen. Ik was toen al erg aan het twijfelen of ik met de borstvoeding zou stoppen en dit was mijn laatste hoop.

Tegelijkertijd ben ik er achter gekomen dat Ella mijn tepel met spenen van de fles verwarde. Daarover heb ik op jullie site gelezen. Ik had dus wel degelijk melk, ze kreeg het er alleen niet uit. Met de tips en de neusspray ben ik aan de slag gegaan. Twee weken later waren we weer helemaal terug op de borst.

verhaal-17-ella-3.jpg

Ik ben er erg blij mee. Wat een crime was, is een genot geworden. Het is nu ook weer erg gezellig met mijn dochter aan de borst. Soms laat ze zo voldaan los, dat ze erbij lacht en gezellig met me ‘kletst’. Zielsgelukkig word ik daarvan.
Ik ben blij dat het me gelukt is, want ik vind het reuze belangrijk. Gelukkig heb ik een borstvoedende vriendin die mij heel goed steunde en motiveerde. Nu het weer op de rit is, wil ik er weer helemaal voor gaan.

verhaal-17-ella-4.jpg

Ik zal in ieder geval niet stoppen, omdat ik weer moet werken in januari. Ik hoop dat de collega’s op mijn werk mij ook zullen steunen. Dus ik ga kolven en zij zullen ondertussen even op de klas moeten letten.
Ik ga er helemaal voor.

Tevreden moeder en dochter,
Anneloes en Ella