Dit. Moest. Lukken.

verhaal-280-1.jpgZwanger! De eerste afspraak bij de verloskundige werd ons gevraagd naar onze wensen. Meteen riep ik; ziekenhuisbevalling en kunstvoeding! Waarom ik dat wilde, vroeg de verloskundige. Eigenlijk was het enige antwoord… omdat ik niet beter wist. Ik ken niemand die borstvoeding gaf en een ziekenhuis leek me wel zo veilig.Toen ik met mijn man Maurits begon aan de zwangerschapscursus Hypnobirthing waren we nog steeds van deze twee keuzes overtuigd. Na vijf avonden waar we spraken over natuurlijk bevallen, borstvoeding en wat vrouwen in hun mars hebben, zei ik voorzichtig: borstvoeding, ach laat ik het dan maar proberen.

Tijdens een groepsvoorlichting van de verloskundigenpraktijk kregen we beelden te zien van vrouwen die borstvoeding gaven. Ik verwachtte video’s waar een moeder sereen met haar baby zat. Dit waren echter beelden van baby’s die close-up aanhapten. Het leken wel piranha’s! Mijn man en ik konden onze lach amper bedwingen. We hadden geen idee dat het zo werkte. Niets een klein lief babymondje wat schattig op een tepel sabbelt, nee, een opengesperde babymond die vol overgave zuigt of zijn leven er vanaf hangt. Even een omschakeling dus. Maar nog steeds het gevoel, ach we zullen het proberen. Tijdens de laatste Hypnobirthing bijeenkomst had ik inmiddels zoveel vertrouwen in de natuur en mijn eigen lichaam dat ik volmondig zei; niks proberen, we gaan het doen! En we bevallen ook nog eens lekker thuis.

De bevalling verliep precies zoals gehoopt. Vier uur voor onze zoon er was stond ik nog in de keuken met weeën en al een taart te bakken! In alle rust samen met mijn man, de verloskundige en kraamhulp heb ik Olivier op de wereld gezet. Wat een oerkracht! Het laatste deel van de bevalling verliep wat moeizaam, waardoor er met een flinke knip en duw op mijn buik moest worden geholpen. Eindelijk was Olivier daar op dinsdag 16 april. Hij werd op mijn blote buik gelegd en vond zijn weg naar mijn tepel.

verhaal-280-2.jpgTwee dagen heb ik met ontbloot bovenlijf in bed gelegen en lag Olivier zoveel mogelijk op mij. Hij dronk echter amper en sliep de hele tijd. Als hij dan dronk, waren het twee slokjes en hield hij weer op. Ik had 900 ml bloed verloren en kon hem zelf niet aanleggen. De kraamhulp en Maurits moesten helpen. Ik zat in een berg kussens rechtop te kermen van de pijn aan mijn wond die ik na de knip had overgehouden. Tijdens de voedingen moesten we Olivier in zijn voetjes en handjes knijpen, en zelfs pijnprikkels toedienen om hem maar te laten drinken. Zijn bilirubine waarden bleken op de grens te zitten van een ziekenhuisopname. Hierdoor was hij zo moe dat hij niet kon drinken, en niet drinken betekende de afvalstoffen niet uitscheiden en dat mijn melk niet echt op gang kwam. Ik werd vervolgens met de hand gekolfd door manlief en de kraamzorg. Zittend op een stoel werden er druppeltjes opgevangen om met een lepeltje aan mijn zoon te geven. Ik gaf me er maar aan over. Op vrijdag, 3,5 dag na de geboorte bleek Oliver flink afgevallen en nog steeds slecht te drinken; elk uur van de dag en nacht. ‘s Middags besloot de verloskundige dat ik moest gaan kolven, maar nog voor we het geprobeerd hadden belde ze alweer op dat we Nu kunstvoeding moesten gaan halen om een ziekenhuisopname te voorkomen vanwege zijn bilirubine waarden. Het gebrek aan slaap en krijgen van steeds wisselende adviezen (lepeltje, kolven, nee toch kunstvoeding…) maakte ons onzeker. We waren aan het eind van onze Latijn. Toen het kolfapparaat eindelijk gehuurd was, bleek er niemand te zijn om ons te laten zien hoe het werkte. Lang leve YouTube en die avond kolfde ik voor het eerst. Olivier kreeg de melk met een slangetje wat aan mijn borst was vastgeplakt om hem niet aan een fles te laten wennen. Het fingerfeeding spuitje lukte ons niet, omdat er niemand was om ons te helpen. Om het uur waren we aan het klooien, ik rechtop in bed met een slangetje op mijn tepel geplakt. Ik kon niet zelf gaan verzitten vanwege mijn hechtingen en kon mijn zoon zelf niet aanleggen. Tranen en frustraties. Gelukkig had ik voldoende melk om hem zelf te voeden zodat hij maar 2 spuitjes kunstvoeding heeft gehad. De verloskundigen hamerden zo op borstvoeding dat ik niet eens de overstap op kunstvoeding durfde te overwegen.

Dit. Moest. Lukken.

verhaal-280-3.jpgToen we op zondag een nieuwe kraamhulp kregen had ze wat ons betreft maar één taak; de borstvoeding laten lukken. We hadden alle visite afgezegd en ons alleen hier op gefocust. Keer op keer oefenen met aanleggen zorgde ervoor dat toen na tien dagen de kraamzorg ophield, ik Olivier de borst kon geven. Na een paar dagen was hij al minder sloom en dronk hij beter. Behalve op links, want die borst leek hij niet te willen. Krijsen, huilen en slaan maakte me onzeker. Dit leek in niets op het romantische idee wat ik had van een kindje aan de borst. Na hulp van een lactatiekundige werd ik doorverwezen naar een osteopaat. Dit hielp, en Olivier dronk na een paar dagen ook uit de linkerborst. Intussen had ik van mijn man, die me ontzettend steunde en coachte, een ring met een diamantje gekregen. Niet voor de bevalling, maar voor het doorzetten met de borstvoeding. Telkens als ik er naar keek wist ik weer ‘dit houd ik vol’.

Met heel veel ups en downs hebben we de afgelopen periode doorlopen. Wel acht keer heb ik het opgegeven, met het dieptepunt op een zonnige zondag waar ik huilend op de bank zat omdat hij zo onrustig dronk en huilde aan de borst. Had ik wel genoeg melk, deed ik het wel goed? Toen ik die dag besloot alleen nog te kolven en hem dat te geven, liet ik blijkbaar een stuk spanning los. Ik zag niet meer op tegen de voedingen. Olivier merkte dit want toen ik hem onder het mom van ‘ach toch nog eens proberen’ aanlegde bij de volgende voeding, dronk hij als de beste. Vanaf toen zeg ik niet meer ‘ik ga drie of zelfs zes maanden borstvoeding geven en het moet lukken’. Nee, ik zeg ‘ik geef vandaag borstvoeding en wie weet morgen ook nog.’  Inmiddels geef ik twaalf weken en zes dagen borstvoeding. En nee, het gaat niet altijd goed. En ja, hij huilt, stompt, trappelt en wringt vaak aan de borst. Geen ramp, dan proberen we het later nog eens.

Zonder mijn man had ik dit niet gekund. Mijn ouders, die niets met borstvoeding hadden, helpen me waar ze kunnen en de meest onwaarschijnlijke steun komt van een collega en een vrouwelijke baas van mijn moeder. Zij hebben in totaal zes kindjes borstvoeding gegeven en geven me via mijn moeder tips, advies en steun. Ze lenen me boeken uit en beantwoorden mijn vragen via mail of sms. Ik heb ze nog nooit ontmoet of gesproken, maar ben ontzettend blij met mijn ‘coaches op afstand’. Inmiddels werk ik weer en kolf ik op kantoor. Niet ideaal, en ik ben soms nog steeds gespannen voor de voedingen of het kolven maar als ik dan die blije grijns op het gezicht van Olivier zie denk ik ‘dat komt toch maar mooi door mijn melk!’

Liefs,
Inge, Maurits & Olivier