Flink investeren, deel 1

verhaal-464_1.jpgOmdat ik veel heb gehad aan alle borstvoedingsverhalen van anderen deel ik nu ook de mijne. Vandaag deel 1.
De eerste begint bij de geboorte van onze zoon op 8 april 2016, of eigenlijk daarvoor al. Tijdens mijn zwangerschap wist ik al vrij snel dat ik borstvoeding wilde geven. Dat was heel natuurlijk voor mij. Mijn moeder gaf borstvoeding aan mij en mijn broer, als ook al mijn tantes mijn neefjes en nichtjes zelf hebben gevoed.
Ik had het idee dat dat vanzelf wel liep, immers zijn wij mensen gemaakt om te zogen. Een cursus was volgens mij dan ook niet nodig. Ik las wat op internet en ik dacht dat ik wel voldoende geïnformeerd was. Totdat ik via de verloskundigenpraktijk mij op het laatste nippertje toch nog heb ingeschreven voor een twee avonden durende cursus. Op een hele fijne praktische manier vertelde een lactatiekundige alle ins en outs van borstvoeding en dat het in het begin soms een flinke investering kost om de borstvoeding op gang te krijgen.
Ik was heel blij dat ik toch mee had gedaan met de cursus, want ik had veel nieuwe dingen gehoord. Nog steeds was ik vastberaden om borstvoeding te geven. Zo was ik ook overtuigd dat ik thuis wilde bevallen, maar hoe anders liep het. Nadat mijn vliezen waren gebroken, bleven de weeën uit. Na 24 uur moest ik in het ziekenhuis bevallen. Daar werd ik aan het infuus gelegd en heb ik verder een probleemloze bevalling gehad. Ons zoontje deed het goed en instinctief pakte hij mijn borst, ik was dolgelukkig.

Zie je wel, het is allemaal natuurlijk, het komt allemaal goed. Maar hoe anders liep het. De eerste 24 uur wilde hij niet aanhappen. Hij was misselijk van ingeslikt vruchtwater. Met een sonde hebben ze zijn maagje leeggehaald. Daarna wilde hij wel drinken, maar ging het nog niet van harte. Hij maakte geen grote hap.
Na de eerste 24 uur mochten we naar huis, de kraamhulp zette gelijk alles in werking; een borstkolf werd gehuurd en er werd gestart met bijvoeden, want zoonlief was te veel afgevallen. De eerste vier dagen legde ik om de twee uur aan. Daarna kolfde ik en het gekolfde kreeg hij via de vinger van mijn man gevoerd. We leefden van voeding tot voeding; aanleggen, kolfen, vingervoeden… al met al waren we er een uur druk mee. Dan konden we een uur wat anders doen (slapen), en begon het riedeltje weer opnieuw, ook ‘s nachts.

Om hopeloos van te worden. Mijn man wilde op de derde dag stoppen en overgaan op flesvoeding. Maar ik zette door en warempel op de vierde dag gingen de voedingen steeds beter. Na zeven dagen gaf ik alle voedingen zelf en hoefden we niet meer bij te voeden! Trots dat ik was!
Over de pijn die ik had bij het voeden zei ik niet veel, ja ik had wel een kloof, maar ach dat viel wel mee. Terwijl ik eigenlijk steeds meer opzag tegen het voeden aan die éne zere kant. Met kromme tenen van de pijn, voedde ik verder. De kraamhulp liet tepelhoedjes komen, en dat gaf veel verlichting. Het consultatiebureau was er minder blij mee, zeker omdat zoonlief niet goed groeide. Toen heb ik na drie weken van de ene op de andere dag de hoedjes achterwege gelaten en verder gevoed met pijn.

Mijn kloof was inmiddels geheeld, maar echt prettig voelde het nog steeds niet. Dit heb ik tegen niemand gezegd, bang dat het advies was om te stoppen. Ik zal en moest mijn kind aan de borst voeden, het voelde als falen als het niet lukte. Na verloop van weken, werd de pijn minder, maar echt prettig werd het nooit. Mijn tepels werden wit en pijnlijk na de voeding, een lactatiekundige dacht aan het syndroom van Raynaud.
Op deze manier heb ik dertien maanden gevoed. Ik had inmiddels een haat liefde verhouding opgebouwd met borstvoeding. Ik gaf voeding omdat dit het beste was voor mijn kind, maar wat voelde ik me gevangen. Ik kon nergens heen zonder kind, of zonder mijn kolfapparaat.

Maar wat ik ook zag was dat mijn zoon, die heel veel heeft gehuild en slecht sliep, genoot van de voedingen. Mijn borst was zijn troost bij het grootste verdriet en als hij niet kon slapen was er altijd mijn borst die hem in slaap suste. Dat je dit als moeder kunt geven is zo iets prachtigs, daar had ik alles voor over. Daarbij was borstvoeding inmiddels ontzettend makkelijk geworden. Je hoeft niets mee te nemen als je je kind bij je hebt, de voeding is altijd aangepast op de behoeften van je kind, dus hoefde ik mij geen zorgen te maken over hoeveelheden en samenstellingen. Ik gaf hem alles wat hij nodig had.
Na dertien maanden begon zoonlief mijn kleding omlaag te trekken, als teken dat hij drinken wilde. Dat was voor mij de grens, ik wilde niet midden in de supermarkt met half ontblote borsten lopen. Bovendien wilden we graag een tweede kindje, om de kans te vergroten op een zwangerschap zijn we gestopt met de borstvoeding.

Lees hier Flink investeren, deel 2.