Nog nooit zo alleen gevoeld binnen mijn huwelijk

verhaal-241-1.jpg
Onze dochter werd eind september 2011 geboren. Het was mij een uitgemaakte zaak dat ik tijdens mijn drie maanden durende bevallingsverlof borstvoeding zou geven. Het is te zeggen : ik zou het ‘proberen’. Alles verliep direct uitstekend. J. bleek een natuurtalent, ze at goed, groeide goed, kortom, ik was erg gelukkig.
Na één maand kwam plots een einde aan de vanzelfsprekendheid waarmee ik mijn dochter de borst gaf. Tijdens de controle bij één maand op het consultatiebureau viel de dienstdoende dokter immers bijna van haar stoel toen ze hoorde dat J. ongeveer twaalf tot veertien keer per dag bij mij at. Ze stelde kortweg dat ik hier mee moest stoppen en de voedingen moest afbouwen tot zes maximaal zeven per etmaal met vier uren tussen.
En ik, ik dacht dat ik die goede raad moest volgen en dat ik mijn dochter te veel te drinken gaf. Ik had immers ook mijn ontslagboekje van het ziekenhuis nagekeken waar de dienstdoende pediater had geschreven : borstvoeding: zes à acht keer per dag. Ik was er dus van overtuigd dat ik mijn dochter tekort deed en gaf niet langer borstvoeding ‘op verzoek’ maar liet er vier uren tussen.

Gevolg: na drie dagen ‘afbouwen’ was ik een zombie en totaal van de kaart: J. was zoals voorspeld immers helemaal niet opgezet met het nieuw opgelegde voedingsschema en erg ongelukkig. Ik heb dan het geluk gehad dat ik door mijn hormonen door besefte dat het toch niet de bedoeling kon zijn dat ik mijn kind van mij moest ‘afslaan’ en belde met de plaatselijke vroedvrouw.
Wat zij me vertelde kwam als een ongelooflijke opluchting: ze stelde kortweg dat J. zoveel mocht drinken als ze wou, dat een baby thuis hoort aan de borst en dat ik de goede raad van de dokter onmiddellijk in de wind moest slaan, wat ik gedaan heb.
Dit gesprek in combinatie met de ondertussen door mij ontdekte website ‘borstvoeding.com’ heeft me de ogen doen openen en heeft me laten inzien dat je als moeder gewoon je gevoel en je baby moet volgen.

Nadien verliep alles weer op wieltjes.

verhaal-241-2.jpgZoals gezegd was ik van plan maar drie maanden Borstvoeding te geven wat echter zou inhouden dat ik na amper acht weken al zou moeten beginnen afbouwen. Ik vond ondertussen – na meer belezen te zijn – dat ik het aan J. verplicht was om verder te doen. Gevolg: ik kocht een kolfmachine en een koeltas en zou minimum tot zes maanden doorgaan.
Het moet gezegd dat werken in combinatie met borstvoeding niet altijd even evident was. Ik moet voor mijn werk immers regelmatig de baan op. Gelukkig had de collega met wie ik een kantoor deel er geen probleem mee dat ik tweemaal daags (1 x rond 10.00 uur en 1 x rond 13.30 uur) afkolfde, zodanig dat ik verder kon werken aan mijn bureau (ik werk als zelfstandige). Het gebeurde echter regelmatig dat ik voor mijn werk op verplaatsing was en ergens een wc moest induiken.

De praktische kant van de zaak bleek echter niet het meest moeilijk, wel de constante verantwoording die ik diende af te leggen aan mijn omgeving.

Zo was er de arts van het consultatiebureau die me eens te meer gek verklaarde toen ze hoorde dat ik J. overdag maar 100 à 130 ml per fles liet drinken (dit was veel te weinig), en dat ik ‘s nachts nog drie keer mijn bed uit moest. Voor haar was het duidelijk: ik moest om 11.00 uur een fles kunstmatige zuigelingenvoeding van 240 ml geven en het zou rap gedaan zijn met die nachtvoedingen want ‘we leven toch niet in de brousse’.

Moet het gezegd dat ik dit advies niet heb opgevolgd?

Verder begon ook mijn man en mijn directe familie te klagen over de ‘ongemakken’ van de Borstvoeding. Erger werd de algemene afkeuring toen ik ook na zes maanden nog wou doorgaan met Borstvoeding. Ook mijn echtgenoot sputterde tegen.

verhaal-241-3.jpgHij vond dat ik mij moest ‘normeren’, dat het feit dat ik wou doorgaan met Borstvoeding getuigde van een ‘ongezonde’ relatie tussen mij en J, dat die arts van het consultatiebureau toch ook wel wist waar ze het over had. Uiteraard kwam dit alles hard aan en ik heb me nog nooit zo alleen gevoeld binnen mijn huwelijk. Als ik tegenwind gaf en argumenteerde dat Borstvoeding toch de biologische norm is, werd dit weggelachen met zinnen als ‘ja, ik ga toch ook niet in de hoek van ons huis wateren, we hebben toch een wc.’

Daarmee stopt het natuurlijk. Pas op, ik heb een fantastische man die mij enorm steunt, onze dochter dolgraag ziet en goed verzorgt, maar ik heb hem helaas nooit kunnen overtuigen van de voordelen van Borstvoeding. Het jammere is dat ik er zeker van ben dat als de rest van mijn vriendinnen wel zo lang borstvoeding zou gegeven hebben, wat helaas niet het geval is, hij hier geen problemen mee zou hebben gehad.

Uiteindelijk kwamen we tot een ‘compromis’: ik zou stoppen als J. 1 jaar werd. Ondertussen is het zover en heb ik 15 november 2012 mijn laatste Borstvoeding gegeven.

Ik vind het ergens wel laf van mezelf dat ik niet gewoon ‘foert!’ heb gezegd tegen mijn man maar uiteindelijk heeft elk kind én een vader én een moeder, moeten wij samen verder en moeten we samen beslissen. Ik kan alleen maar hopen dat ik het geluk heb om nog een tweede maal moeder te worden en dat Borstvoeding alsdan wél de norm is.

Ik zal alvast binnen de perken van mijn mogelijkheden blijven ijveren en trachten Borstvoeding te ‘normeren’.
Ik dank ook borstvoeding.com.

Iris