Veel langer dan gedacht

verhaal-454-1.jpgEigenlijk had ik er nooit over nagedacht, borstvoeding. Mijn enige ervaring bestond uit de kraambezoeken die ik zo nu en dan aflegde. Borstvoeding vond ik er dan heel mooi en natuurlijk uitzien. Maar flesvoeding was als kraambezoek zijnde leuk, want met een beetje geluk mocht ik dan zo’n klein hummeltje de fles geven. Toen ik zelf zwanger werd leek mij borstvoeding een logisch gevolg op de zwangerschap en bevalling. ‘Ik wilde het wel proberen als het zou lukken’. Toen werd onze zoon geboren en begon het avontuur.
Helaas moest ons pasgeboren zoontje drie dagen en nachten op neonatologie verblijven en kreeg hij daar flesvoeding terwijl ik me op de kraamafdeling ongans kolfde en met de summiere opbrengst tussen mijn bed en zijn plastic bakje heen en weer pendelde. Hij probeerde wel uit de borst te drinken maar volgens de verpleging had hij er nog te weinig energie voor. Het ging beter toen onze zoon bij mij op de kamer mocht komen liggen en toen wij een dag later naar huis konden, had ik hem in mum van tijd en met steun van de kraamhulp volledig aan de borst.
‘Je gaat niet twijfelen aan die borstvoeding!’ zei ze, voordat ze wegging. En dat deed ik ook niet. De borstvoeding ging prima.
Er kwam kraambezoek en iemand vertelde haar kind tot twee jaar aan de borst te hebben gehad.
Zo lang ga ik echt niet door, dacht ik toen nog. Ik kon het me niet voorstellen, twee jaar leek ook zo ver weg.

verhaal-454-2.jpgIk zou eerst maar eens zien hoe dat moest met werken. Na vier maanden ging ik weer aan de slag. Kolven is nooit mijn hobby geworden en ik deed het ook niet consequent. Hooguit één keer per werkdag en altijd ‘ergens tussendoor’. Ik wist alle wc’s in de buurt waar ik werkte. Soms kolfde ik bij ‘n client in de badkamer. Ik gunde mezelf niet meer tijd om te kolven, ik ging ik liever ‘n uurtje eerder naar huis, terug naar m’n kind.
Toch was borstvoeding makkelijk. Ik voedde onze zoon vaak in slaap, het hielp eigenlijk tegen alles, werkelijk. En altijd bij de hand en gratis bovendien. Ik werd een groot fan van borstvoeding.

Na een half jaar zag ik daarom geen reden om te stoppen, hoewel sommige mensen wel vroegen wanneer ik ermee op zou houden. Rond negen maanden kwam er een dipje. Onze zoon werd verkouden en kreeg een bronchitis. Hij weigerde de borst wegens benauwdheid. Ik was zo gewend om hem juist te troosten met de borst dat ik me geen raad wist. Nu hij ziek was en ik hem juist zo graag die extra zorg wilde geven, lukte dat niet. Ik redderde met flesjes afgekolfde melk en papjes. En na de bronchitis en met veel geduld, pakte hij de borst weer.

Toen werd onze zoon een jaar. Ik gaf al veel langer borstvoeding dan ik ooit had gedacht. Maar nu het allemaal weer net zo lekker liep kon ik er net zo goed nog even mee doorgaan, vond ik. De kolf hing ik aan de wilgen, de productie was inmiddels toch stabiel. Als ik er niet was dronk onze zoon ‘gewone’ halfvolle melk en water. Regelmatig bleek borstvoeding een uitkomst. Geen valpartij kon niet vrijwel onmiddellijk aan de borst getroost worden. Af en toe werd het wat ongemakkelijk als ik wilde voeden in het openbaar. Ik deed dat met name bij mensen die ik echt goed kende. Soms was het ook wel lastig, op dagen dat onze zoon wat hangerig of iets dergelijks was kon hij soms erg veel om de borst vragen en me claimen. Toch besloot ik zo gaandeweg dat het wel mooi zou zijn als we de twee jaar, de WHO-norm zouden halen.

Die haalden we. En ook daarna genoten we beide nog een hele poos van de borstvoeding. Vaak deden we ‘s middags samen tijdens/na een voeding even een dutje. Of we begonnen op die manier lekker ontspannen en gezellig de dag. En voor het slapen een paar slokjes om tot rust te komen. Na een flinke peuterbui, ongelukkige val of ander leed. In het openbaar voedde ik eigenlijk niet meer. Wat soms moeilijk was als onze zoon zich pijn deed in de speeltuin en om de borst schreeuwde. De meesten mensen om ons heen wisten eigenlijk niet dat ik nog borstvoeding gaf omdat het altijd thuis gebeurde en op momenten dat er verder niemand was.

verhaal-454-3.jpgZelf begonnen we ons wel eens af te vragen tot hoe lang het nou eigenlijk door zou gaan. Ik had inmiddels besloten dat onze zoon zelf mocht stoppen wanneer hij het wilde, dat het zijn beslissing zou zijn en niet de mijne. Ik las soms verhalen waarin kinderen van de ene op de andere dag aangaven dat ze geen borst meer hoefden. Ik verlangde stiekem soms naar dit moment maar zag er tegelijkertijd tegenop. De borstvoedingsmomenten waren soms een last voor me geworden en ik voelde dat het genoeg was. Aan de andere kant waren deze momenten me ook juist nog zo dierbaar en vroeg ik me af hoe het afscheid me zou vallen. Het verliep uiteindelijk heel geleidelijk.
Onze zoon vergat steeds vaker zijn slokje voor het slapengaan. Dit veranderde in ‘vaker niet dan wel’ tot bijna nooit. Hij is nu op zo’n drie slokjes per maand na (heel soms vraagt hij er opeens nog om) helemaal gestopt en het voelt goed zo. Als hij me nodig heeft, komt hij een knuffel halen. Soms wil hij ‘s nachts dat ik even naast hem kom liggen. Deze dingen zijn onveranderd gebleven. Bijna vier jaar borstvoeding heb ik hem gegeven en ik had van tevoren nooit gedacht dat ik er zo lang mee door zou gaan. Als mensen horen dat ik zolang ben doorgegaan zijn ze vaak erg verbaasd. Maar ik heb het als prettig en eigenlijk ook gewoon natuurlijk ervaren en onze zoon (denk ik) ook. Nauwelijks ziek geweest, een vrolijk gelukkig kind. Het is goed zo (en we hoeven net niet op zoek naar een universiteit waar borstvoeding tijdens de colleges is toegestaan).

Marieke