Gewoon trots!

verhaal-401-1.jpgKinderen krijgen en ze dan borstvoeding geven leek mij heel vanzelfsprekend en ik ging er altijd vanuit dat dat voor mij ‘gewoon’ zou gebeuren. Beide dingen bleken helemaal niet zo vanzelfsprekend te zijn…
Toen na drie zwangerschappen die niet goed waren afgelopen eindelijk ons zoontje Gijs gezond en wel ter wereld kwam, heb ik er niet over getwijfeld: ik wilde borstvoeding gaan geven. Ik ben niet tegen kunstvoeding; ik denk dat het goed is dat er een alternatief is als borstvoeding niet lukt, en dat vrouwen een keuze hebben. Maar voor mij is borstvoeding het meest natuurlijke dat er is en ik was ook heel blij dat Gijs na zijn geboorte in het ziekenhuis meteen goed dronk.
verhaal-401-2.jpgEenmaal thuis en weer een beetje op aarde merkte ik dat het toch ook wel ‘gedoe’ was. Ik had gedacht dat het vanzelf zou gaan omdat het ‘de natuur is’ en hoe moeilijk kon het zijn? Maar aanleggen was nog best een kunst en mijn borsten waren zo vol en gespannen, het lekte, het was zoeken naar een goede houding en mijn tepels deden pijn en waren gebarsten. Vanzelf ging het dus niet, maar het ging.
Tot de laatste dag dat de kraamhulp er was. Gijs wilde ineens niet meer drinken en ik werd er meteen vreselijk verdrietig en onzeker van. Mijn baby had honger maar wilde mij niet meer. Mijn lichaam werkte ‘wéér’ (de mislukte zwangerschappen zaten nog vers in mijn systeem) niet zoals het hoorde. Gijs huilde, ik huilde en de kraamhulp stond aan mijn borsten te drukken en te duwen…

Uiteindelijk lukte het weer, ook al was het niet van harte. Maar de volgende dag was het weer mis. Ik merkte dat Gijs honger had en hij probeerde wel te drinken maar het leek wel alsof het niet lukte. Ik begreep er niks van. Het was vreselijk om mijn kleine baby’tje zo te horen huilen en hem niet te kunnen helpen.
Hij was toen negen dagen oud. Gelukkig adviseerde een vriendin me om niet aan te blijven modderen maar een lactatiekundige mee te laten kijken. Ze herkende wat ik omschreef en het had haar erg geholpen; haar zoontje bleek een te korte tongriem te hebben. Aanvankelijk vond ik het maar onzin want Gijs dronk eerst toch ook prima? Bovendien ben ik het type niet om snel hulp te vragen. Maar na nog een uur met een krijsende baby een een gevoel van onmacht dat ik niet eerder gevoeld had, heb ik toch een lactatiekundige gebeld. Zij kon gelukkig de volgende dag, op zondag, al komen. Ik heb die zondag zelfs nog huilend gebeld of ze alsjeblieft niet eerder kon komen. Radeloos was ik…

De lactatiekundige kwam en zag al gauw dat Gijs inderdaad een te korte tongriem én lipbandje had. Hierdoor kon hij niet goed aanhappen en drinken. Ze liet me een tepelhoedje gebruiken en toen lukte het weer! De opluchting die ik voelde is niet te beschrijven. Ze adviseerde om zijn lipbandje en tongriempje te laten laseren en dat kon woensdag.

verhaal-401-3.jpgDie vier dagen heb ik me met tepelhoedjes gered. Ik was blij dat Gijs weer kon drinken, maar het was wel nog meer gedoe; het tepelhoedje moest eerst goed op de borst, liep vol, ging los, melk liep eruit, alles zat eronder dus hulde ik me eerst in allerlei doeken voordat ik ging voeden. En na het voeden moest het tepelhoedje weer schoongemaakt worden. Maar goed, hij dronk. Inmiddels kreeg ik ook nog een beginnende borstontsteking met harde bobbels, rode plekken en koorts en het geven van borstvoeding voelde allang niet meer natuurlijk… Alles was moeilijk, vooral in combinatie met de vermoeidheid die bij gebroken nachten hoort.
Het laseren was hartverscheurend maar duurde gelukkig maar een paar seconden. Daarna kon ik hem onder begeleiding van een lactatiekundige meteen aanleggen en Gijs was getroost. De dagen daarna ging het drinken steeds beter. Met tepelhoedje, dat wel. We moesten het wondje in zijn mond open houden door het plekje te masseren, en z’n tong trainen zodat hij kon leren om hem goed te gebruiken en een goede drinktechniek te ontwikkelen. Dit deden we wel maar niet zo vaak als eigenlijk moest; het was zo moeilijk om hem pijn te moeten doen.

Voordat hij gelaserd was had hij erg moeten compenseren met zijn nek- en kaakspieren om toch melk uit mijn borst te kunnen krijgen. Omdat hij daardoor wat verkrampt was, zijn we ook met hem naar een chiropractor geweest voor nabehandeling. Al met al vond ik het allemaal maar wat. Maar ik ging door want ik vond stoppen met borstvoeding geen optie. Het kwam niet eens bij me op eigenlijk.

Na een week of drie ging het allemaal weer moeilijk. Gijs wilde vaak drinken maar viel tijdens het drinken steeds in slaap. De lactatiekundige dacht dat het hem toch nog teveel inspanning kostte om te drinken, of dat hij de juiste techniek nog niet onder de knie had, en adviseerde om te laten controleren of zijn tongriem en lipbandje niet weer vastgegroeid waren.

Tuurlijk niet, dacht ik. Wel dus… Bij de controle werd Gijs opnieuw gelaserd. Hij was toen acht weken. Ik ging de ruimte uit omdat ik het niet wilde zien. In de wachtkamer hoorde ik een ijselijke gil van pijn die me door merg en been ging. Viel het de vorige meer mee, nu had Gijs er beduidend meer last van. Ik hield me vast aan de gedachte dat de pijn maar even was maar dat hij daarna weer beter zou kunnen drinken.

De nacht en de dag erna waren een nieuw dieptepunt; zijn lip was zo gezwollen dat hij niet kon aanhappen. Hij krijste van de honger maar kon niet drinken. De hele nacht niet. Ik voelde een paniek die ik nooit eerder gevoeld had. Mijn baby kon niet drinken! Dat is toch niet oké? Een baby moet drinken!

Ik heb zelfs de huisartsenpost gebeld en ben uiteindelijk met een zetpil paracetamol voor Gijs en lepeltjes gekolfde melk de ochtend doorgekomen (samen met mijn man overigens, die er bij alles voor ons was) en oh de opluchting toen hij tegen de middag weer dronk…!

verhaal-401-4.jpgWe deden dit keer trouw de nazorg-oefeningen want een herhaling van deze ellende wilden we nooit, nooit meer. En het werd beter! Ik probeerde af en toe ook zonder tepelhoedje te voeden en dat lukte ook steeds beter. Het liep allemaal weer. Behalve dan dat Gijs zich vaak verslikte aan het begin van het drinken. Hij liet vaak los en had soms toch moeite met aanhappen. En mijn borsten zaten steeds zo vol. Ik vroeg advies aan de lactatiekundige maar die herkende niet meteen wat ik later ontdekte dat het was: overproductie.
Haar reactie was aanvankelijk: “Fijn, dan heb je lekker extra melk!” Maar toen ik uitlegde dat het toch echt niet zo fijn was voor mij om steeds stuwing en lekkage te hebben, en niet zo fijn voor Gijs dat hij bijna stikte in de toeschietreflex en door mijn gespannen borst heel moeilijk kon aanhappen, hij de borst nooit leeg kon drinken en daardoor de meer voedzame melk niet kreeg, gaf ze me gelijk en legde uit dat ze het zo vaak anders meemaakte dat ze hier niet aan had gedacht.

Ik ben toen gaan blokvoeden en langzaam maar zeker werd het toen toch echt beter en makkelijker. Het begon eindelijk natuurlijk te voelen, het voeden. Er bleven wel moeilijke momenten, zoals dat hij soms ineens de borst weigerde. Of alleen maar aan één kant wilde drinken. Erg frustrerend en ik begreep het niet, maar het kwam goed.

Gijs is nu bijna negen maanden en voeden is voor mij nu echt vanzelfsprekend en natuurlijk. Het was niet gemakkelijk maar we zetten door en dat is het me waard geweest. Het voelt gewoon goed dat hij bij me drinkt, ook al zijn er nog steeds moeilijke momenten en periodes en komt het kolven me de neus uit. Hij heeft tot een week geleden een hele tijd ‘s nachts elke 1,5 uur willen drinken en daar gingen mijn man en ik bijna aan onderdoor; nauwelijks slapen en overdag werken en voor Gijs zorgen.
Ik was onzeker en bang dat ik niet genoeg melk meer had en dat hij daardoor zo vaak wilde drinken. Het is een druk en actief mannetje en heeft overdag de rust vaak niet om te drinken, er valt zoveel te ontdekken… Maar we zijn hem meer vast voedsel gaan aanbieden en dat lijkt te werken; hij slaapt nu meestal langere blokjes van drie à vier uur en soms zelfs vijf uur.

Ik ben blij dat ik niet opgegeven heb. Blij dat ik een man heb die me steunt. De afgelopen weken waren loodzwaar en ik heb op het punt gestaan om na het zoveelste verhaal van een baby die om 23 uur een fles kunstvoeding krijgt en tot zes uur doorslaapt, te stoppen met borstvoeding en ook kunstvoeding te proberen. Alles voor een beetje slaap… Maar zoals bij alle moeilijke dingen rond de borstvoeding lijkt ook dit nu beter te gaan en het is misschien stom maar ik voel me soms gewoon trots als hij lekker bij me ligt te drinken.

verhaal-401-5.jpgGijs kwam er niet vanzelf. Borstvoeding geven ging niet vanzelf. En ik ben blij dat hij er is en dat ik hem kan voeden. Ik geloof dat moedermelk het beste voor hem is, en de contactmomenten aan de borst heel waardevol zijn. De (soms behoorlijk heftige) hobbels in de weg waren de moeite waard om te nemen, als ik terugkijk.
Hoe lang ik blijf voeden, weet ik nog niet. Zo lang het gaat, denk ik. En ik hoop dat we de ergste hobbels nu gehad hebben. En ik hoop dat mijn verhaal troost biedt aan moeders (en vaders) die ontdekken dat borstvoeding geven niet altijd makkelijk is.

Grote kans dat het beter wordt, als je hulp zoekt en volhoudt (als het kan, denk natuurlijk ook om jezelf!). Grote kans dat je ook steeds meer momenten met je kindje aan je borst hebt waarop je je trots en gelukkig voelt. Dat gevoel gun ik elke moeder.

Groetjes, Maaike