Baby’s wereld wordt geregeerd door angst en paniek in plaats van vertrouwen

verhaal-164a.jpgBeste mensen van borstvoeding.com,
De laatste tijd lees ik regelmatig verhalen over het consultatiebureau op borstvoeding.com en ook in de media kom je steeds vaker verhalen tegen. Een tijdje terug stond er zelfs een paginagroot verhaal in de Volkskrant waaruit blijkt dat ouders steeds minder vertrouwen hebben in het consultatiebureau.

Wat ik uit al die verhalen oppik: baby’s wereld wordt geregeerd door angst en paniek. En, laat ik daar nu een fervent tegenstander van zijn. Ik ben namelijk voorstander van vertrouwen. In jezelf, in je kindje en in jullie samen. En: wees vooral assertief en laat je door niemand van de wijs brengen.

Dus, hieronder mijn consultatiebureau-ervaring. Zoals ik ook gesterkt wordt door de verhalen van anderen, lever ik nu ook graag mijn steentje bij.

Toen mijn zoontje vier maanden oud was, ging mijn man met hem naar het consultatiebureau voor de routinecontrole. Hij kwam terug met een afspraak voor een maand later. Met vijf maanden, dus. Ik keek het ‘groene boekje’ er nog even op na en inderdaad: Routinecontroles met vier en zes maanden. Niet met vijf maanden.

Ik besloot er een telefoontje aan te wagen. Een paar dagen later werd ik teruggebeld door de wijkverpleegkundige. Het gesprek ging als volgt:

Ik: Hallo, ik zou graag willen weten waarom er een afspraak met vijf maanden is ingepland, terwijl de routinecontroles met vier en zes maanden zijn. Wellicht dat het een foutje is.

Zij: Nee hoor, dat hoort zo. We plannen altijd een afspraak met vijf maanden omdat WE met vijf maanden gaan starten met DE bijvoeding.

Ik: Nou, in dat geval hoeft de afspraak niet door te gaan, omdat WE met vijf maanden nog helemaal niet gaan starten met DE bijvoeding. Ik volg het advies van de WHO en het kenniscentrum Borstvoeding op en ga het eerste half jaar uitsluitend borstvoeding geven.

Zij: Maar, er is onlangs een onderzoek uitgevoerd in het ziekenhuis hier in de stad en daar blijkt uit dat er met vijf maanden gestart moet worden met de bijvoeding.

Ik: Ja, dat klinkt mij bekend in de oren. Dat hebben jullie laatst op het bureau ook tegen mijn man gezegd. Ik was nogal nieuwsgierig naar de inhoud van dat onderzoek en heb dus wat research gedaan. Maar ik heb nog niemand in het ziekenhuis kunnen vinden die überhaupt op de hoogte is van dat onderzoek. Waarop baseren jullie dat advies dus eigenlijk?

Zij: Ow.

Ik: Maar ik ben er nog steeds wel benieuwd naar, dus als jullie het mij kunnen toesturen? (Tot op de dag van vandaag heb ik nog niets ontvangen);

Ik: Maar nog even terug naar die afspraak. Ik heb er geen behoefte aan. Ik heb mijzelf de laatste tijd al verdiept en ik ga mijn kindje laten kennismaken met eten via de Rapley methode.

Zij: Ja, daar hebben we een keer een training in gehad. Heel interessant. Maar wat nu als hij niet direct wil eten?

Ik: Ik heb alle vertrouwen in mijn kindje dat hij vanzelf wel gaat eten wanneer hij daar aan toe is. En of dat nu met zes, acht of tien maanden is. Daar maak ik mij eigenlijk niet zo druk over.

Zij: Ja, maar er komen hier heel veel ouders die in paniek raken omdat hun kind niet direct wil eten.

Ik: Mevrouw, ik ben niet die ‘heel veel ouders’. Ten eerste raak ik niet zo snel in paniek en word ik niet geregeerd door angst en nogmaals: Mijn kind krijgt nu borstvoeding op verzoek. Hij weet het prima aan te geven wanneer hij honger heeft en wanneer hij genoeg heeft. Dus dat zal met eten ook vast wel zo gaan.

Zij: hakkelen….

Ik: Ik stel dus voor dat we gewoon met zes maanden voor de volgende routinecontrole komen. En mocht ik ooit tegen problemen met eten aanlopen, dan weet ik jullie altijd zelf ook nog wel te vinden.

Mijn conclusie: Het consultatiebureau laat zich vooral leiden door situaties waarin het niet goed gaat. Daarop stemmen zij hun standaardprocedures af. In sommige gevallen zal dit best nodig zijn. Maar ik ben van mening dat je als ouder te allen tijde kritisch moet en mag zijn. Ik lees regelmatig in verhalen dat vrouwen de moed opgeven en bepaalde borstvoedingszaken al helemaal niet meer vertellen. Houd vooral niet je mond, maar wees assertief! Juist door een positief tegengeluid te horen laat je de ander zien dat de wereld er ook heel anders uitziet dan zij denken. Door je mond te houden bevestig je hen alleen maar in de beleving dat zij gelijk hebben en baby’s wereld er inderdaad een van angst en problemen is en waar allerlei procedures op moeten worden geschreven. En dat is zonde!

Inmiddels is mijn zoontje 16 maanden. Hij eet als een bouwvakker en lust bijna alles (hij is zelfs dol op haring, oude kaas en olijven). Het is een genot om naar hem te kijken wanneer hij zijn eten naar binnen zit te smikkelen. Potjesvoeding kennen we hier in huis niet, hij eet gewoon met de pot mee, indien nodig in aangepaste variant. En daarna, samen op de bank om nog even bij mama te drinken.

Groetjes, Stefanie