Vier keer is scheepsrecht? [1]

verhaal-86-1.jpg‘Natuurlijk wil ik borstvoeding gaan geven!’ Toen ik zwanger was van mijn oudste dochter, stond dat voor mij als een paal boven water. De verloskundige knikte tevreden en er werd niet meer over gepraat. Echt voorbereid had ik me niet, borstvoeding is toch het meest natuurlijke wat er bestaat? Ik kende alleen de ‘ruwe handdoek-methode’ om de tepels alvast wat te harden, daar hield het wel op en het leek me meer dan voldoende.

Lees het verhaal van Esther in vier afleveringen! Deze week het verhaal over Dariënne

Direct na de bevalling ging het al mis. Ik had veel bloed verloren en was zo slap als een vaatdoek. Het eerste uur waren ze voornamelijk nog met mijn hechtingen bezig en toen ze na anderhalf uur eindelijk kwamen vragen of ik eigenlijk borstvoeding wilde geven, was Dariënne al in slaap gevallen. Dat eerste, wakkere uur werd niet benut en dat vergemakkelijkte het aanleggen niet bepaald. De verpleging rolde mij op mijn zij, trok m’n tiet in positie en schoof het kind eraan.
Ze propten mijn borst in haar mond, zij zoog en ze liepen weg. Ik durfde niet eens meer te zeggen dat het me zo ongelooflijk veel pijn deed, maar zelfs al had ik dat wel gedurfd, dan had ik er nog niet de tijd voor gehad. Na die allereerste voeding was hij er ook al; de eerste bloedblaar. In het ziekenhuis werd het afgedaan met ‘Tja, hoort erbij, gewoon doorzetten.’ en verdere begeleiding kreeg ik niet.

De derde dag waren wij eindelijk thuis en daar trof ik een schat van een kraamverzorgster. Wat een heerlijkheid! Ook werd die pijn aan mijn borsten nu eindelijk serieus genomen. Er werd speciale borstzalf gehaald en een setje borstschelpen. Het hielp nog niet meteen, daarvoor was de schade al te groot. Dariënne gaf mondjes bloed terug en de kloven waren compleet ontstoken; ik moest eerst de pus eruit drukken voor ik haar überhaupt kon aanleggen. En als klap op de vuurpijl had ik in die eerste week al een dubbele borstontsteking te pakken.

En toch zette ik door. Stoppen was voor mij geen optie; ik wilde minimaal een half jaar borstvoeding geven. Geen enkele ‘kunstgreep’ heb ik gebruikt, ik heb zelfs niet gekolfd. Gewoon tanden op elkaar en doorzetten. En na zes weken borstvoeden had ik eindelijk de smaak te pakken. De kloven waren weg, de ontstekingen waren genezen. Dariënne groeide niet heel hard, maar ze deed het prima.

verhaal-86-4d.jpgTot ze een week of elf was. Vanaf dit punt stagneerde haar gewicht. We weten het in eerste instantie nog aan de hete zomer (2004) maar met veertien weken was ze zelfs afgevallen. Mijn madammeke was een stille hongeraar… En toen had ik het helemaal gehad. Ik wilde afbouwen en Dariënne aan de flesvoeding zetten. Ik wilde wéten wat ze binnenkreeg, in plaats van gissen. Ik wilde gewoon niet meer. Al die moeite voor ‘niks’, al die pijn, al die ellende en al die tranen. Voor drie lullige maandjes?! Ik was er helemaal klaar mee. Binnen twee weken had ik haar volledig aan de fles en twee dagen na mijn laatste borstvoeding had ik ook echt geen druppel melk meer in mijn borsten zitten.

Volgende week:
Yashyra wordt geboren: ‘Nou, ik weet het zo net nog niet hoor. Die borstvoeding, daar heb ik het eigenlijk wel een beetje mee gehad.’ Zwanger van de tweede kreeg ik natuurlijk ook die vraag weer, maar deze keer knikte de verloskundige niet, ze fronste. ‘Denk er nog even rustig over na, je hebt nog maanden de tijd.’ En dat deed ik. Mijn hele zwangerschap werd ik heen en weer geslingerd tussen de wens er vol voor te gaan en goed te maken wat er bij Dariënne fout ging en de zekerheid van de fles en voorkomen dat het me weer zoveel pijn en verdriet zou kosten. Ik hakte de knoop door rond de dertigste week; de kleine zou aan de fles gaan.

    \t

  • Esther