Vloeibare liefde

verhaal-378-2.jpgHoelang wil je nog doorgaan met borstvoeding? Een vraag die mij de laatste tijd steeds vaker gesteld wordt. Soms niet hardop uitgesproken, maar voel ik de vraag in de lucht hangen zodra het ter sprake komt of ik aanstalten maak om mijn dochter te gaan voeden. Over een paar dagen wordt mijn Eva zes maanden. Het moment waarop ik de borstvoeding af wilde bouwen. Maar nu het zover is, slaat de twijfel toe. Overal lees ik dat je na zes maanden met een gerust hart over kunt stappen op kunstvoeding. Sterker nog, de meeste moeders halen de zes maanden niet eens. Maar in tegenstelling tot de mensen om me heen, ben ik nog niet klaar om te stoppen. En Eva al helemaal niet.
Een moeilijk begin
Het voeden ging me in het begin allesbehalve makkelijk af. Na de eerste dagen had ik aan beide borsten lelijke en pijnlijke tepelkloven. Soms zat ik met tranen in mijn ogen van de pijn te voeden. Ik begon enorm op te zien tegen het voeden aan de meest pijnlijke borst en stelde het steeds langer uit. Met als gevolg een fikse borstontsteking met hoge koorts. Wat voelde ik me beroerd! Ik was pas een paar weken bezig. Hoe moest ik nu verder?

Dan maar stoppen?
De meeste mensen adviseerden me om maar gewoon over te stappen op de fles; ‘Het moet niet ten koste van jezelf gaan’ en ‘Flesvoeding is tegenwoordig een volwaardig alternatief voor de borst’. Allemaal goedbedoeld, maar ook nogal ontmoedigend voor een kersverse moeder die het beste wil voor haar kind. Ik ben bang dat veel onzekere, jonge moeders, net als ik geadviseerd worden om over te gaan op de fles als het voeden niet meteen vlekkeloos verloopt. Dat is eigenlijk zonde, want op een moeilijke start kan een hele fijne borstvoedingsperiode volgen. Weet ik uit eigen ervaring.

Moedermelk als vloeibaar goud
Vastbesloten om, desnoods met één goede borst door te gaan, schakelde ik een lactatiekundige in. Deze specialist in borstvoeding, die moedermelk het ‘vloeibare goud’ noemde was nogal intens in haar overtuigingen. Borstvoeding was duidelijk de heilige graal. Mijn vraag of ik na een avondje doorzakken kon afkolven en de melk weggooien, werd niet gewaardeerd. Ze keek me met een rood gezicht van boosheid aan: ‘Vloeibaar goud spoel je toch zeker niet door de gootsteen?’ De rest van het consult was het onderwerp alcohol taboe en luisterde ik braaf naar haar aanwijzingen. Na drie lange uren, verliet ik haar kantoor, gewapend met nieuwe technieken, een informatiemap en vooral de hoop dat het vanaf nu beter zou gaan.

Het genieten begint
Dankzij de tips van de lactatiekundige ging het voeden meteen beter. Toen het eenmaal geen pijn meer deed genoot ik van de intimiteit en het unieke samenzijn met mijn kind. De troost en veiligheid die ik Eva op die manier kon bieden. Als het ergens druk was en ik zag dat het haar teveel werd, had ik een excuus om me met haar terug te trekken. Zodat ze aan de borst even tot rust kon komen. De tevredenheid die ze uitstraalde als ze aan het drinken was. Daar kon niets tegenop!

verhaal-378-1.jpg
Zoogkompressen en voedingsbeha’s
En zo is het nog steeds. Tenminste, meestal. Het begint soms ook onhandig te worden. Eva knijpt steeds harder in mijn borst. Ze laat op de meest ongunstige momenten (in het openbaar) mijn tepel los en ze wil sinds kort nog wel eens bijten. Mijn planning staat elke dag in het teken van mijn kind omdat ik op vaste tijden beschikbaar moet zijn voor voedingen. Al was het alleen al omdat mijn borsten na een tijd niet-voeden aanvoelen als twee bowlingballen die op knappen staan.

Enerzijds kan ik niet wachten om mijn lichaam weer voor mezelf te hebben. Weg met die lelijke zoogkompressen en seksloze voedingsbeha’s! Gewoon een wijntje drinken zonder te berekenen hoeveel uur het nog is tot de volgende voeding. Op pad gaan zonder me af te hoeven vragen waar en wanneer ik nu weer moet voeden. Meer dan eens heb ik opgevouwen gezeten in een vies toilethokje terwijl Eva rustig de tijd nam om te drinken. En zelfs als ik zonder Eva weg ga, voel ik me nóg schuldig, omdat ik haar ‘melkfabriekjes’ met me meeneem. Waardoor zij met tegenzin uit een flesje afgekolfde melk moet drinken.

Voeding in plaats van vulling
En toch zijn al deze dingen het waard. Niet alleen om gezondheidsredenen. Dat borstvoeding meer voedingsstoffen bevat dan flesvoeding staat buiten kijf, maar het doet nog zoveel meer dan het vullen van Eva’s maagje. Als ik zie hoe zij geniet van het drinken, vooral als ze moe of verdrietig is. Het geeft haar altijd de troost die ze nodig heeft. Hoe ze ‘s nachts tegen me aan ligt en tevreden drinkt met haar oogjes dicht. Bijna magisch! Dat wil ik haar nog niet ontzeggen. Ze is dan wel ‘al’ zes maanden, maar tegelijkertijd nog zó klein.

Niet raar, maar natuurlijk
Het is niet mijn bedoeling om straks een volgroeid kind aan mijn borst te hebben. Ik word er zelf altijd een beetje ongemakkelijk van. Maar is het nou echt zo vreemd als een kind, ook ná het eerste levensjaar nog troost zoekt aan zijn moeders borst? Misschien zijn wij in onze maatschappij wel zo ver verwijderd van onze natuur dat we iets dat heel puur en het meest natuurlijke van de wereld is, raar en vies zijn gaan vinden.

De tijd zal het leren
Tijdens mijn zoektocht naar antwoorden op borstvoedingswebsites, las ik dat de meeste kinderen op een gegeven moment zelf aangeven wanneer ze klaar zijn om te stoppen met borstvoeding. Volgens de onderzoeken gebeurt dit vaak van de ene op de andere dag. Dit kan alleen soms wel twee tot drie jaar duren. Wat een vooruitzicht! Of ik het zelf zo lang blijf voeden, betwijfel ik, maar voorlopig stel ik mijn keuze nog maar even uit. Want, moedermelk mag dan misschien geen vloeibaar goud zijn, het is voor mij wel een vorm van vloeibare liefde!

Jane