Stiekem kolven op de wc?!

verhaal-213-1.jpgOnze eerste dochter werd veel te vroeg geboren. Omdat we, samen met het ziekenhuis, de overtuiging hadden dat borstvoeding het beste was voor onze kleine meid in de couveuse, kolfde ik al mijn eerste druppeltjes af. Druppeltjes werden kleine plasjes, grote plasjes en vervolgens gevulde potjes. Ons meisje groeide en mijn borsten groeiden met haar mee, wat een wonder…
Uiteindelijk heeft ze zeven maanden volledige borstvoeding gehad, ondanks vele diepe dalen en een moeilijke start.

Toen na een lange periode van herstel een tweede meisje op komst was, zag ik erg op tegen een herhaling van de geschiedenis en besloot ik een doel voor mezelf mij te stellen. Drie maanden, en als het niet lukt is het ook goed. Maar deze zwangerschap verraste me. Allereerst omdat ze niet te vroeg werd geboren, ondanks vroegtijdige weeën. Drie maanden lag ik plat, en uiteindelijk heb ik haar op een dag na veertig weken mogen dragen.
Daar lag ze dan… en daar bleef ze liggen… niet meegenomen, maar op mijn borst lag mijn bolle baby. Het koste haar geen moeite, ze wist wat ze wilde en deed dit ook… Hoe anders, zo fijn! Voordat ik het wist genoot ze al bijna drie maanden van mijn melk en mijn doel was bijna behaald, maar het was nog helemaal geen tijd om te stoppen! Het doel werd bijgesteld, en nog eens, en nog eens…

Steeds vaker kreeg ik vanuit omgeving en werk de bekende vraag: ‘wanneer ga je nou stoppen?’
En de bijbehorende vooroordelen, redenen om te stoppen en scheve gezichten. Het was een proces, maar mijn visie werd meer en meer versterkt en steeds steviger stond ik achter mijn beslissing om te blijven voeden. Het voelde zo goed!

school_danv1.jpgDe negen maanden voedingsrecht zaten er bijna op. En toen gebeurde het… Na wat rondvraag bleek dat je als voedende werknemer het recht heb om onbetaald te mogen blijven kolven, en dit in overleg met de werkgever vormgegeven dient te worden. Ik werk in de zorg, in een organisatie waar 80% vrouw is, dus ik ging het gesprek met mijn leidinggevende aan met het idee dat we samen zouden kijken naar eventuele aanpassingen, om daarna vrolijk verder te kolven. Er waren mij immers ongetwijfeld vrouwen voor geweest.

‘Nee.’ Sorry? ‘Nee, en het blijft nee.’ Sorry? ‘Je hebt recht tot negen maanden en daarna zijn wij niets meer verplicht dus misschien is dit nu ook het moment om te stoppen.’ Wat?! Ik was perplex. Alle mogelijke concessies die ik kon bedenken heb ik op tafel gegooid: de tijd die ik aan het kolven besteed voor of na een dienst inhalen, als we gaan eten dan zonder ik me even af, ik pas me volledig aan in overleg met mijn collega’s qua timing, ik ga kolven in een slaapkamer in plaats van op kantoor boven, om sneller te kunnen reageren op een eventuele hulpvraag. Zelfs het argument dat rokende collega’s wel tussendoor mogen roken sloeg volgens haar de plank mis. Ik kon het er mee doen. Klaar. De dreigende taal raakte me diep, en intens verdriet overmande me. Het is toch juist een bewonderenswaardig voornemen om te blijven voeden? Waarom werd dit dan gezien als een last?

Beperkt worden in een bewuste levenskeuze, op deze manier… en door je eigen werkgever, zo onverwacht, zo teleurstellend. Na de eerste schok ontwaakte mijn gevoel voor onrecht, en daarmee mijn vechtlust. Het klopte niet, ik had toch rechten?

Met de informatie en steun die ik kreeg via het forum van dragen-en-voeden.nl ben ik aan de slag gegaan met telefoontjes en mailtjes naar de ondernemingsraad en personeelszaken. Conclusie: er is geen beleid na de negen maanden voedingsrecht, dit is ter eigen invulling van de leidinggevende. Maar volgens het wetsartikel had ik wel degelijk recht op onbetaald voedingsrecht, en is de werkgever verplicht te zorgen dat het werk geen terugslag kan veroorzaken op de lactatie [zie voetnoot en link]

verhaal-213-2.jpgHelaas was er geen ingang meer te vinden bij mijn leidinggevende, en ondertussen moest ik wel gewoon mijn diensten draaien, het was immers ‘mijn probleem’. Omdat mijn leidinggevende had vermeld dat dit een teambreed besluit was, zag ik mezelf genoodzaakt om in een wanhopige poging mijn pijnlijke borsten te ontlasten op de wc gaan kolven. Stiekem, tussendoor, als niemand het door had. O wat voelde ik me vies. Niet zozeer omdat ik op de wc zat te kolven, maar omdat ik iets in het geheim deed waar ik recht op had, en waar ik trots op was en waarvoor ik me niet hoefde te schamen.

Toen op een gegeven moment twee collega’s vroegen hoe het zat met het niet meer mogen kolven omdat zij dit heel erg raar vonden, brak ik. In tranen heb ik ze alles verteld. En wat bleek? Dit was helemaal geen teambreed besluit geweest en ze stuurden me direct naar het kantoor om uitgebreid te kolven. Ik kan niet omschrijven wat een opluchting dit was, maar tegelijkertijd ook weer een extra zetje om te vechten voor het recht om te kunnen en mogen kolven.

Toch liep ik in mijn contact met Personeelszaken en de ondernemingsraad steeds tegen muren aan. De dagen werden weken, en nog steeds kwam er geen verandering in de situatie. Ik kon niet zonder kolven en stoppen was nog steeds geen optie, dus sloot ik mezelf elke dienst heel even op…

Een bezoek aan de arbo-arts wierp een ander licht op de zaak. De eerste professional die aan mijn kant stond. Wat een verademing, en een bevestiging dat ik wel degelijk in mijn recht stond. Maar omdat ik voor wat anders kwam, kon hij geen advies op papier zetten voor mijn leidinggevende. En zo bleef het weer mijn probleem.
Op een gegeven moment kwam daar dan het dieptepunt. In mijn thuissituatie gebeurde een aantal dingen die veel tijd en energie van mij vroegen, en dat samen met de borstvoeding, en de werksituatie zorgde voor een flinke daling in mijn productie. Ik kon niet meer. In een wanhopige poging heb ik weer de telefoon gepakt en na een aantal keer bellen (en niet teruggebeld worden) had ik na twee dagen de juiste persoon aan de lijn…

Ik heb alles verteld. Het tegen muren aanlopen, het enorm teleurgesteld zijn in de organisatie, de arbo-arts die achter me staat, mijn rechten die worden genegeerd en dat ik het niet meer red om mijn productie op peil te houden. En daar was dan toch opeens: een luisterend oor! Ze luisterde, en beloofde mijn leidinggevende te bellen en erop aan te sturen dat we er uit moesten komen. Als we er niet uit zouden komen wilde ze het weer weten.

De week daarna stond al een gesprek gepland dus dan zouden we het er wel even over hebben zei mijn leidinggevende toen ik haar de volgende dag telefonisch sprak… Nog drie lange diensten zonder te mogen kolven… O wat had ik een buikpijn de dag van het gesprek… Om elf uur was het zover, ik was er klaar voor.
Het gesprek begon over een andere gemaakte afspraak en daarna ‘even kort’ over dat ik Personeelszaken had gebeld. Ze wilde wel even zeggen dat dat niet nodig was geweest. We behoorden dit samen te bespreken, zij is mijn leidinggevende. Ik heb aangegeven dat ik geen enkele opening ervaren heb om hier bij haar op terug te komen, wat ze beaamde. Ze zei tussen neus en lippen door dat ze op haar vingers getikt was door Personeelszaken en dat ik, hoewel ik dat natuurlijk niet zou doen (huh?), bij een rechtszaak erg sterk zou staan. Ik heb gezegd dat dat lag aan de uitkomst van dit gesprek…

En toen was het binnen vijf minuten geregeld, een kwartier kolven ergens in een dienst in overleg met collega’s, en dat kwartier voor of na een dienst inhalen. Klaar. Geregeld. Ze bood tussendoor nog eventjes haar excuus aan, waarop ik even moest slikken en later flink heb gejankt waar ze niet bij was.

Twee maanden, twee lange maanden… Maar het recht is niet krom, ik kan en mag weer kolven!

De volgende dag was bijzonder en emotioneel, maar ook heel erg blij en trots, ik had een enorme opbrengst en ‘s avonds dronk mijn meisje live bij me en keek ze me vervolgens aan met een enorme lach; en toen wist ik waar ik voor gevochten had. Voor mijn meisje en voor mezelf. Voor het recht mijn dochter het beste te geven wat ik kan. Voor collega’s die ook langer willen voeden en waarvan Personeelszaken nu op de hoogte is waartoe ze zijn verplicht, voor andere mama’s die borstvoeding willen blijven geven maar tegen verzet aanlopen.

We hebben het recht om te blijven kolven, en de werkgever is verplicht je de gelegenheid te geven. Geef niet op en laat je niet ontmoedigen… maak zelf de keus om wel of niet te voeden, die keus is niet aan een ander.

Janka

  • Noot: ‘Onverminderd artikel 4:5 van de Arbeidstijdenwet, organiseert de werkgever de arbeid van een zwangere werknemer en een werknemer tijdens de lactatie zodanig, richt de arbeidsplaats zodanig in, past een zodanige productie- en werkmethode toe en laat zodanige arbeidsmiddelen gebruiken, dat de arbeid voor die werknemer geen gevaren met zich kan brengen voor haar veiligheid en gezondheid en geen terugslag kan veroorzaken op de zwangerschap of lactatie.’
  • Borst & Baan en de wet