Introductie van vast voedsel na zes maanden

blw-nl-1.jpgBaby’s weten direct na de geboorte al precies hoe ze moeten drinken. Ze zijn dan een paar uur echt wakker, krabbelen zelf naar de borst en drinken bij hun moeder. Een baby weet meestal goed aan te geven wanneer het voor hem weer tijd is om te drinken. Maar ook later, als een baby een maand of zes is, en geïnteresseerd raakt in vast voedsel, kan hij dat goed duidelijk maken. Die bijvoeding kan hij steeds beter zelf pakken en opeten. Dat gaat in het begin wat stuntelig: hij knoeit veel en weet nog niet goed hoe hij het eten moet kauwen en goed doorslikken. Maar hij wil echt eten en aapt zijn vader en moeder en zijn broertjes en zusjes na. Dit proces lijkt op leren lopen: ook dat gaat stuntelig en met vallen en opstaan.
blw-nl-4.jpgIn de loop van een aantal weken, maar soms duurt het een paar maanden, leren baby’s zelfstandig eten, en kunnen ze verbazingwekkend goed aangeven welk eten en hoeveel eten ze op dat moment nodig hebben. In dit artikel leg ik je de achtergrond uit van de keuze voor het zélf-eten: de Kleintjes-methode. Die veel meer omvat dan ‘Rapley’ of ‘Baby-Led Weaning.

Inhoudsopgave

Introductie

blw-nl-7.jpgVoor kinderen die borstvoeding krijgen is het geen probleem om vanaf het eerste begin zelf te gaan experimenteren met de introductie van vast voedsel; zolang ze onbeperkt aan de borst mogen, krijgen ze gegarandeerd genoeg te eten en drinken. Kinderen die een kunstvoeding met de fles krijgen, kunnen ook op deze manier leren met vast voedsel om te gaan, maar voor hen geldt dat er een limiet is op de hoeveelheid kunstvoeding die ze per dag mogen drinken. Van meer kunstvoeding worden ze namelijk te dik. Dus als je kind kunstvoeding krijgt en dorst heeft, kan je hem water of slappe thee te drinken geven.

Op tijd geboren en gezonde borstgevoede, én kunstgevoede, baby’s blijken heel goed in staat, met de juiste begeleiding van hun ouders, om zelfstandig te leren eten zonder gevoerd te worden en zonder gepureerd eten naar binnen gelepeld te krijgen. Prematuur geboren kinderen hebben er vaak ook geen moeite mee, maar het is wel verstandig om hen pas vast voedsel aan te bieden als zij zes maanden zijn plus het aantal weken dat ze te vroeg geboren werden; of misschien een paar weken eerder. Kinderen hebben geen hulp nodig: ze gaan vanzelf het eten pakken en het eten eten, én het verteren als ze er lichamelijk gezien aan toe zijn.

Borstvoeding als basis voor zelfstandig leren eten

kindjeadborst_14.jpgDe eerste zes maanden geef je je baby als het even kan exclusief borstvoeding. Moedermelk is niet alleen de allerbeste voeding voor een zuigeling maar het is ook de meest natuurlijke voeding. En dat niet alleen: een baby die borstvoeding krijgt kan aangeven dat hij drinken wil, en als het goed is krijgt hij dat dan. En hij kan ook aangeven wanneer hij genoeg heeft: en dan stopt hij vanzelf. Een borstbaby kan niet te veel drinken en kan zichzelf niet overeten. Hij zal periodes hebben dat hij meer wil drinken, en periodes dat hij minder wil drinken. Hij zal soms vaak willen drinken, en soms minder vaak. Meestal is er een duidelijk eigen ritme. Borstvoeding is zelf eten; de baby heeft de controle over het proces en leert op deze manier te luisteren naar zijn eigen honger- en verzadigingsgevoel. Ik denk dat hem dit later, op de korte én de langere termijn, nog van pas zal komen.

blw-nl-27.jpgDit proces van zichzelf voeden, kun je voortzetten als je, zo rond de zesde maand, je baby de kans blijft geven om zelf te kiezen hoeveel hij wil eten naast de borstvoeding. Een baby kan niet zelfstandig gepureerd voedsel eten: hij zal gevoerd moeten worden. Maar zet je je baby ongepureerd vast voedsel voor, bijvoorbeeld in vuistgrote stukken, en geef je je baby de kans het nieuwe eten zelf te ontdekken, dan zal je zien dat hij jou en de anderen na gaat doen. Niet onmiddellijk, maar op een goed moment zal hij het eten pakken, het naar zijn mond brengen, er aan gaan sabbelen of knagen. Hij zal ontdekken dat er smaak en structuur aan zit. Hij zal uit interesse én omdat het zijn natuur is, er iets afhappen en het proberen te kauwen. Uiteindelijk zal hij het meer of minder gekauwd doorslikken.
Het duurt natuurlijk een aantal weken, of maanden voordat je baby echt zelf kan eten; maar als je hem de kans geeft, dan leert hij dat. In het begin zal het eten overal komen te zitten: op zijn gezicht, in zijn haar, op tafel, op de grond… maar met de tijd gaat elk kind netter en beheerster eten. Dit is bijvoorbeeld goed te zien op de filmpjes van Olivier.
Het is net zoiets als leren lopen: ook dat gaat met vallen en opstaan.

Kinderen die tot nog toe borstvoeding kregen hebben bovendien in de loop van de maanden al kennis gemaakt met allerlei verschillende smaken. Het proces van leren proeven begint overigens al in de baarmoeder. Daarna krijgen baby’s met de moedermelk steeds weer andere smaken voorgeschoteld omdat de moedermelk altijd subtiel smaakt naar het eten wat jij als moeder eet.

blw-nl-17.jpgKinderen die kunstvoeding kregen in de eerste zes maanden zijn iets minder goed voorbereid op de nieuw periode die aanbreekt met de introductie van vast voedsel naast de melkvoeding. Het drinken uit de fles was niet zo moeilijk, dus de kaakspieren zijn minder goed ontwikkeld. En bovendien hebben ze geen weet van de variatie aan smaken en geuren die er bestaat, omdat kunstvoeding elke dag hetzelfde smaakt.
Maar niet getreurd: in de praktijk blijkt dat ook zij het zelluf-leren-eten met stukjes voedsel echt wel kunnen. Dat is niet zo raar, want ook zij hebben een natuurlijke drive om de wereld te leren ontdekken, en ook zij apen hun ouders en broertjes en zusjes na. Dus in die zin hoef je je kind, als hij tot nog toe kunstvoeding kreeg, niet op een andere manier te laten wennen aan stukjes voedsel dan wanneer hij moedermelk had gedronken.
Er is, zeg maar, één praktisch verschil. Ik bespreek dat verderop in dit artikel

De ontwikkeling van de baby rond de zesde maand

Een kind ontwikkelt zich vanzelf. Ouders spelen daarin wel een rol: zij bieden kansen voor ontwikkeling en het kind zal deze kansen oppakken als het daar aan toe is. Leren lopen is zo’n ontwikkelingsproces. Een kind begint daar op een bepaald moment zelf aan, is er misschien al mee bezig voor dat je dat als ouder ziet. Op een bepaald moment kan een kind lopen; hij heeft het geleerd met vallen en opstaan. Letterlijk én figuurlijk.
Leren eten is net zoiets: ook dat gaat met vallen en opstaan. Het kost ook tijd. De eerste maanden is een baby nog niet zo met het leren bezig. Hij vraagt om de borst, geeft aan dat hij drinken en zuigen wil. Met andere woorden: hij voedt zichzelf. Maar zo rond de vijfde maand zal een kind beginnen interesse te tonen voor anderen en ook voor wat anderen eten. Hij is dan allang begonnen met het van alles en nog wat in zijn mond stoppen. Je ziet een kind kijken en observeren: dat is leren.
Hij wil na-apen, hij wil het ook. En ja hoor, zodra hij de kans krijgt, en dat stukje eten ligt in zijn bereik, dan pakt hij het en stopt het in zijn mond. Als hij er niet bij kan, of als hij er wel bijkan, maar nog niet in staat is blw-nl-9.jpghet op te pakken of het naar zijn mond te brengen, zal hij er dus ook niets mee doen.

Is dit honger? Dit kind krijgt borstvoeding op verzoek [of een kunstvoeding met de fles] en is wel doorvoed, en toch wil hij precies dat eten dat jij ook eet. Nee dus, dit is geen honger. Dit is een ontwikkelingsstap. Bij de geboorte laat het kind al zien dat hij zelfstandig kan eten. En nu zien je dat hij de volgende stappen neemt: zoeken, pakken, proeven, likken, bijten, afhappen, kauwen, slikken en ruiken. Al die dingen moet een baby leren, leren te beheersen, leren te coördineren. Dat is nogal wat. Hiervoor was het leven simpel voor hem: hij dronk melk.

Dit zijn dus de zichtbare ontwikkelingen, zeg maar. Je ziet dat je kind interesse krijgt voor wat jij en de anderen eten. Er zijn ook andere ontwikkelingen, die zien we niet. Dat zijn de ontwikkelingen van het immuunsysteem, van het verteringssysteem en dat van de orale functies. Daar is onderzoek naar gedaan, onder andere door Naylor en Morrow.

De eerste zes maanden heeft een zuigeling maar met één voedselbron te maken gehad: moedermelk. Dat was lekker makkelijk, en ook voor jou. In deze maanden heeft het immuunsysteem, dat bij zijn geboorte nog lang niet ‘af’ was, de kans gekregen zich wat meer te ontwikkelen en te rijpen. Stoffen uit de moedermelk, de pre- en probiotische factoren, hebben hem daarbij geholpen. Moedermelk activeert namelijk passief én actief het immuunsysteem. Met een maand of zes is het immuunsysteem dat in de darmen zit, en daar waakt voor foute indringers, zover ontwikkeld dat het kan gaan wennen aan de komst en aanwezigheid van ander eten dan moedermelk.

Ook het verteringssysteem heeft een ontwikkeling doorgemaakt. In het begin was de darmwand meer poreus dan nu, en ook de darmflora die een rol speelt bij het verteren, is nu beter op orde dan in de eerste maand.

blw-nl-23.jpgDan zijn er nog de orale functies: maandenlang heeft de baby geoefend aan de borst, of op een wat andere manier aan de fles. En nu is hij klaar voor de volgende stap: happen, afbijten, kauwen, slikken.

Bijzonder én opvallend is dat deze drie ontwikkelingen praktisch tegelijkertijd bij elkaar komen, ongeveer als de baby zes maanden is.

Nog even op een rijtje: tegen de zesde maand groeit een baby minder snel dan daarvoor. Hij krijgt dan interesse in zijn omgeving, en dus ook in ander eten [maar dat is geen honger], en hij wil het gaan pakken. Hij kan ook weer wakker worden ‘s nachts omdat hij over de dag geen tijd lijkt te hebben om rustig te drinken. Er is zoveel te ontdekken in de wereld!
En omdat een baby van vijf maanden zijn eigen eten nog niet kan pakken, kunnen we stellen dat hij er nog niet aan toe is. En als we het ‘m dan toch willen geven, moet het gepureerd zijn. Waarmee ik dus nu niet zeg dat je dat moet gaan doen. Liever volg ik het advies van de WHO dat stelt dat een baby de eerste zes maanden uitsluitend moedermelk zou moeten drinken.

Een baby van zes maanden begint aan de tweede helft van zijn eerste levens jaar. Meestal kan hij dan ook korte periodes zelfstandig zitten. Hij gaat steeds meer doelgericht te werk en zelf eten pakken én in zijn mond steken. Misschien niet direct, en misschien pas over een maand of over twee maanden, maar hij gaat het doen.

Dus als je je baby vanaf nu de kans geeft met vast voedsel aan de slag te gaan, zal je zien dat hij dat ook doet, en dat hij dus niet gevoed hoeft te worden met gepureerd eten met behulp van een lepeltje.

Met zes maanden is een kind klaar om vast voedsel te gaan eten omdat

  • zijn immuunsysteem voldoende rijp is
  • zijn verteringssysteem beter op orde is
  • zijn orale motoriek voldoende getraind is
  • de hand- oogcoördinatie zover is
  • zijn fijne en grove motoriek voldoende op orde is

De baby wil de wereld zelf ontdekken

Een baby is gemotiveerd om ander eten te gaan ontdekken omdat hij uit zichzelf de wereld wil ontdekken. Hij heeft behoefte om anderen na te doen, hij heeft een aangeboren behoefte om expressie en gedrag van anderen te imiteren; en hij heeft een natuurlijke behoefte om zelfstandig te willen zijn. De ontdekkingstocht naar ander, vast voedsel, heeft niets met honger te maken.

blw-nl-2.jpgAls ouder hoef je dus niet zoveel te doen dan behalve je baby regelmatig de kans te geven met eten te experimenteren. Als je dat kan doen in een ontspannen sfeer, met het idee in je achterhoofd dat leren eten tijd kost, en geduld. Met het idee dat eten leuk is en noodzakelijk, maar ook met het vertrouwen dat jouw baby heel goed weet hoeveel eten hij nodig heeft. Dat je baby nieuwsgierig is, en dat jij hem dus gezond en verantwoord eten kan aanbieden. Dat het geen honger is maar nieuwsgierigheid: leren eten met vallen en opstaan.
Dan kan je het laten gebeuren en zal je zien dat jouw baby, in de loop van de tijd zichzelf zal voeden met vast voedsel.

Je zal ook zien dat de bijvoeding voorlopig nog bijvoeding is; en dat je baby goed blijft groeien op de moedermelk. Tot aan het eerste levensjaar is het prima als een kind driekwart van zijn eten uit de moedermelk haalt en één kwart uit vast voedsel.

blw-nl-3.jpgIn de praktijk betekent het dat je je baby diverse borstvoedingen geeft, en dat je hem tussendoor laat kennismaken met vast voedsel. Dus neem je hem bij je op schoot als jij ook eet, of als iedereen aan tafel zit. Als hij beter kan zitten, mag hij ook zelfstandig zitten. Je geeft hem wat eten binnen handbereik, legt het voor zijn neus op tafel, of soms geef je het hem aan zodat hij het kan pakken uit jouw hand. Als hij qua ontwikkeling zover is dat hij er aan toe is, dan zal hij er ook wat mee gaan doen.

De wetenschappers Illingworth en Lister hebben zich hier ook mee bezig gehouden en stellen dat een baby

  • begint met te leren kauwen nadat hij in staat is om dingen te pakken en naar zijn mond te brengen;
  • vast voedsel aangeboden mag krijgen nadat hij heeft laten zien nadat hij begonnen is met het leren kauwen;
  • van rond de zes maanden fysiek in staat is om te kauwen.

Leerprocessen: een opvoedkundig zijpaadje

Zoals al gezegd: je kunt een kind niet dwingen om te eten. Net zoals je een kind niet kun dwingen woordjes te zeggen of te lopen. Elk kind heeft zijn eigen tempo, en als hij dat mag volgen, terwijl hij optimaal beschermd wordt, dan zullen er positieve ervaringen plaatsvinden. Van nature heeft een kind een drive om te imiteren. Een kind observeert al jong handelingen van anderen en is tevreden als het hem lukt om iets na te doen. Het nadoen komt dus vanzelf, als hij er aan toe is.

De omgeving, de ouders, opvoeders en dergelijke spelen toch ook wel een rol omdat zij het kind kunnen stimuleren te kijken en na te doen, en het kind kunnen stimuleren om op pad te gaan vanuit een veilige basis en omgeving. In de praktijk van het ontdekken van eten en het leren eten kun je dan denken aan:

  • Rust en gezelligheid.
  • Met zijn allen aan tafel zitten is een rustmoment in de dag. De TV is uit, de hond in de mand en iedereen zit mee. In een ontspannen sfeer zal iedereen, en dus ook de kleine baby zich prettig voelen en zijn kansen grijpen om de anderen na te apen. Hij zal voelen dat hij er bij hoort, en gemotiveerd worden om te oefenen.

  • Aandacht
  • Als ouder geef je bij voorkeur alle kinderen en elkaar dezelfde aandacht. Je eet samen en je praat samen. Natuurlijk moet de allerkleinste iets meer in de gaten worden gehouden, maar dat kan ook zonder speciale nadruk. Dus als je baby eet, geef je hem daarvoor geen compliment, je prijst hem niet, en je probeert hem ook niet te motiveren om nog meer te eten. Maar ook als hij niet eet, geef je hem daarvoor geen afkeuring, en je gaat hem ook niet stimuleren om toch wat eten te eten. Trots op je kind zijn is normaal, maar voorkom dat je je kind leert te eten om jou of een ander te plezieren of om iets weg te eten.
    De aandacht die er is, is dus niet op het eten. Althans niet de hele tijd. Eventjes is voldoende als je bijvoorbeeld vertelt wat je hebt klaargemaakt, of waar je het eten vandaan hebt, of als er bijvoorbeeld voor het eerst in het seizoen weer pompoen is, dan is dat natuurlijk een opmerking waard!

Verslikken en kokhalzen

blw-nl-8.jpgVeel mensen uit je omgeving maken zich druk en zijn bang dat je baby zich zal verslikken. Dat is niet raar. Tot nu toe heeft je kind zich voorbeeldig gedragen en zijn melk netjes opgedronken. Misschien heeft hij wat gespuugd, of misschien heeft hij veel gespuugd. Maar realiseer je dat de meeste baby’s zich nog nooit hebben verslikt. Maar nu er vast voedsel op tafel komt, nu je weet dat je baby het nog moet leren om dat te eten… tja, dan maak je je ongerust of dat wel goed komt. De mensen zijn potjes gewend, en denken dat een baby alleen maar gepureerd eten kan opslurpen. Het is een ouderwetse gedachte.

Als een baby vast voedsel leert eten, is hij ook echt bezig met leren. Hij pakt het eten op, probeert het in zijn mond te doen: dat gaat vaak mis en het gaat ongecoördineerd. Er komt uiteindelijk wel wat in zijn mond: en daar begint de volgende stap. Hij moet leren er iets mee te doen in zijn mond. Een natuurlijke reactie is om het voedsel heen en weer te bewegen, en er iets mee te doen met je kaken, of misschien met de tanden, want kiezen zijn er meestal nog niet rond die tijd.
Hier begint je kind dus met leren kauwen.

blw-nl-6.jpgDe volgende stap is het doorslikken. Ook dat is even wennen, maar gaat in principe altijd goed als je je baby het helemaal zelf laat doen. Er is geen haast, je kind zal het vanzelf leren.
Dus zie je dat het eten er vaak weer uit komt: of het valt per ongeluk uit zijn mond, of hij werkt het de verkeerde kant op. Of het is te groot, niet goed gekauwd, en het valt weer uit zijn mond.
Vrolijk pakt het kind het eten dan weer op en begint opnieuw: zo leert hij met vallen en opstaan en helemaal zelf in zijn eigen tempo. En je zult zien: het ene kind is het andere niet. De een lijkt een natuurtalent en eet alsof hij nooit anders gedaan heeft, de ander doet er misschien wel een paar maanden over.

Maar nu die ongerustheid: zal hij zich verslikken? Een baby van onder het jaar heeft een sterke kokhalsreflex: die zit eerst voor in de mond, en die verplaatst zich geleidelijk, omdat de baby oefent met het eten van vast voedsel, naar achteren. De kokhalsreflex beschermt je kind tegen het verslikken. Komt het eten te dicht bij de keel en is de coördinatie nog niet optimaal, dan kokt het kind het eten er weer uit. Om vervolgens weer opnieuw te beginnen.

blw-nl-12.jpgHet beste is om niet in te grijpen. Het beste is om je kind het helemaal zelf te laten ontdekken. Net zoals dat met leren lopen of leren praten ook gaat. Een baby die in zijn eigen tempo, op eigen houtje zélf het eten kan ontdekken, zal; af en toe kokken, maar hij zal ook veel leren en in de loop van de tijd steeds beter en effectiever zelf kunnen eten.

Met ingrijpen grijp je letterlijk en figuurlijk in, en verstoor je de rust die een kind nodig heeft om het helemaal zelluf te doen.

Een baby die gepureerd eten krijgt met een lepeltje, hoeft niets te doen, behalve dan te slikken. Passief zit hij te wachten op het volgende hapje. Mond open en doorslikken. Op deze manier zal hij niet leren kauwen. Als hij dan op een goed moment moet leren kauwen omdat wij als volwassenen het ondertussen wel tijd daarvoor vinden worden, dan zij we geneigd om hem gepureerd eten met stukjes te geven.

Niets is lastiger voor een baby om dat fatsoenlijk in zijn mond te verwerken. In de eerste plaats omdat deze baby nog niet heeft leren kauwen, maar ook omdat een mix van gepureerd eten en vaste stukjes in de mond voor verwarring zorgt: het kan niet zomaar worden doorgeslikt, maar het kan ook niet makkelijk gekauwd worden.

Om te onthouden

blw-nl-10.jpgEen baby loopt minder risico om zich te verslikken als hij zelf de controle heeft over wat er in zijn mond gaat dan wanneer hij met een lepel gevoerd wordt. Dit komt omdat een baby niet in staat is om voedsel bewust naar de achterkant van zijn keel te verplaatsen totdat hij heeft geleerd om te kauwen. En een baby ontwikkelt de vaardigheid van het kauwen niet totdat hij zijn eigen eten kan pakken en naar zijn mond kan brengen. Dus loopt een heel jonge baby geen gevaar om zich te verslikken omdat hij het eten om te beginnen al niet in zijn mond kan krijgen.
Om gepureerd eten te eten, moet het voedsel naar achteren gezogen worden. Dat voedsel dat dan achterin de mond komt, kan leiden tot verslikken. Voeden van gepureerd eten met een lepel heeft dus een verslikrisico. En zeker het gepureerd eten dat stukjes bevat.
blw-nl-11.jpgDe algemene ontwikkeling van een baby houdt gelijke tred met zijn vaardigheid om voedsel in zijn mond te hanteren, en om het te verteren. Een baby die moeite heeft om voedsel in zijn mond te krijgen is er waarschijnlijk ook nog niet aan toe om het te verteren.
Zet je baby altijd rechtop als je hem eten voorzet, of neem hem op schoot. Een baby die zelf eet zal het voedsel dat hij nog niet kan slikken, of niet wil slikken, vooruit zijn mond vallen, en niet achteruit in zijn keel.
Blijf altijd bij je baby tijdens het eten. Een ook al is de kans klein dat hij op jonge leeftijd een erwt of een pinda zelf kan pakken… zorg er toch voor dat hij niet de kans krijgt en hou dit soort ‘gevaarlijk’ eten bij je kind uit de buurt.

Niet alleen moeders, ook vaders en opa’s en oma’s zijn allemaal benieuwd naar de ontwikkeling van de nieuwe baby. Iedereen wil weten wanneer…

    \t

  • hij gaat lachen
  • \t

  • rechtop gaat zitten
  • \t

  • gaat rollen, tijgeren, kruipen
  • \t

  • op zal staan en langs de bank gaat lopen
  • \t

  • voor het eerst mama of papa zegt
  • \t

  • contact maakt met opa of oma
  • \t

  • begint met vast voedsel te eten

Gezonde voeding aanbieden

blw-nl-22.jpgAls je besloten hebt dat je je baby helemaal zelfstandig wilt laten kennis maken met vast voedsel, en dat hij het in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier mag ontdekken. Dus dat hij zelf mag eten en het zelf mag leren… Dan hoef je dus niet naar potjes te grijpen waar allerlei verschillende soorten eten door elkaar gemengd zijn. Nee, je kan hem verschillende soorten groenten en fruit geven. En broodkorsten en rijstwafels. Je geeft je baby de keuze uit verschillende smaken, kleuren, geuren en texturen. Hij kan dan iets wat hem lekker lijkt, opeten. Maar even zo goed kan hij iets wat hij niet lekker vindt, niet opeten. Allebei is goed! Hij is nog aan het ontdekken, hij moet nog helemaal leren wat eten is en wat je er mee kan doen. Er is geen ‘goed’ of ‘niet-goed’: het ontdekken heeft hij nodig om te leren en om verder te komen. Ook waar het het eten aangaat.

De meeste kindjes eten in de eerste maanden [na de zesde maand] niet zoveel vast voedsel. Dat komt omdat ze de moedermelk nog best lekker vinden, of ze zijn gewoon niet zo snel. Het geeft niet, ze likken, proeven, sabbelen en raken zo mooi geleidelijk gewend aan ander eten. Sommige kindjes zijn snel en eten al gauw een halve snee of een hele; ander kindjes doen dat ‘pas’ bij acht of negen maanden.

blw-nl-24.jpgEn je zult zien: soms eet je kind veel, soms eet hij weinig of niet… Probeer dan te begrijpen dat dat normaal is. Hij heeft soms meer trek dan anders, en hij is nog niet zo geconditioneerd als ons volwassenen die vaak eten ‘omdat het tijd is’.

Een baby die ziek is, die tandjes krijgt, die hangerig is… ja die zal minder eten dan je gewend bent. Een baby die actief en vrolijk en alert is en zich lekker voelt, die baby zal meer eten.

Kreeg en krijgt hij moedermelk, dan ként hij een aantal soorten eten al lang! Dus wat dat betreft kan je je kind gerust het eten geven wat jij zelf ook eet. Hou wel rekening met het voedselintroductieschema!

blw-nl-20.jpgBaby’s die zelfstandig het eten mogen ontdekken, neigen er naar om een grotere variëteit van soorten voedsel te willen eten. Dit komt waarschijnlijk omdat ze meer dan alleen maar de smaak van het eten hebben om zich op te concentreren – ze ontdekken ook textuur, kleur, grootte en vorm. Maar ook omdat deze baby’s verschillende de soorten voedsel apart voor zich krijgen en omdat ze mogen kiezen, leren ze voedsel te onderscheiden en krijgen ze de kans hun eigen mening daarover te vormen. Dus sta ze toe om sommige soorten dat hen niet lekker lijkt, te laten liggen. Tegelijkertijd mag je ze natuurlijk wel stimuleren om nieuwe smaken te leren kennen. Voordoen, het zelf eten, is de beste stimulans voor een baby om het zelf ook te gaan doen.

blw-nl-30-10mnd.jpgEen baby die gevoerd wordt met gepureerd eten waarin dus verschillende smaken verwerkt zijn, heeft niet de kans om die ene smaak te weigeren die hij niet lekker vindt en hij zal mogelijk de hele maaltijd afkeuren. Intussen leert de baby om voedsel en de variëteit ervan te wantrouwen en wat hij zal accepteren kan erg beperkt worden. Dit kan er toe leiden dat zijn complete voeding in gevaar wordt gebracht, en hij dus niet alle voedingstoffen die hij nodig heeft binnenkrijgt. Soorten voedsel apart aanbieden, maar samen op hetzelfde bord, stelt de baby in de gelegenheid om zijn eigen beslissingen te maken over het mixen van smaken.

blw-nl-32-9mnd.jpgAlgemene principes over goede voeding gaan natuurlijk ook op voor jonge baby’s die de kans krijgen om zelfstandig te leren eten. Dus, fast food en eten met toegevoegde suikers en zout moeten vermeden worden. Net als voedsel dat enkel lege calorieën levert [dus geen vitaminen en mineralen] of dat erg vetrijk is of wat niet-volkoren is.
Omdat baby’s nog maar helemaal aan het begin van hun eetcarrière staan kunnen ze niet van het ene op het andere moment alles eten. Ze zouden krampen kunnen krijgen, verstopt kunnen raken, of juist enorme diarree kunnen krijgen, en er is ook nog een risico op allergieën wanneer sterk allergeen voedsel te snel en in te grote hoeveelheden door een zuigeling gegeten of gedronken worden.
Daarom is er het voedsel introductieschema: dat is een borstvoedingvriendelijke en allergievriendelijke manier om jonge kinderen met nieuw eten kennis te laten maken.

Fruit en groente zijn ideaal, soms meer of minder gekookt of gestoomd zodat ze zacht genoeg zijn om te kauwen. Vlees is de eerste maanden nog niet nodig: moedermelk levert voldoende eiwitten om op te groeien. Baby’s hebben geen tanden nodig om te bijten en te kauwen; het tandvlees is sterk en hun kaken zijn dat ook.

blw-nl-5.jpgHet is niet nodig om het eten in stukjes te snijden die zo klein zijn dat ze makkelijk in het mondje passen. Die kleine stukjes zijn juist lastig voor een baby om op te pakken. Biedt het eten maar aan in stukken zo groot als het vuistje van je baby. Dan kan hij het makkelijk pakken, en dan kan hij het ook niet zomaar in zijn mond stoppen of in zijn keel laten glijden. Een groot stuk kan hij makkelijk pakken, en als hij een stuk eten eenmaal vast heeft, kan hij het niet meer zomaar loslaten: wel per ongeluk, maar nog niet expres. Dus is eten dat een handvat heeft, zoals een broccoli heel geschikt. Maar ook een banaan waarvan de bovenste helft geschild is en de onderste helft niet, is makkelijk eten om mee te beginnen. In het begin zal veel eten op de grond of de tafel vallen en niet in zijn mondje raken. Maar het komt, oefening baart kunst.

Kijk maar eens bij deze filmpjes van Olivier. Olivier is een voorbeeldkind: in een heel rustig tempo leerde hij zelfstandig eten. Hij kon het prima na-apen van zijn zusje, en zijn ouders hadden geen haast en ze hadden niet de behoefte om hem te voeren. Olivier kreeg naast het nieuwe vaste voedsel altijd nog borstvoeding op verzoek. Dus er was altijd een garantie dat hij niets tekort zou komen aan voedingsstoffen.

De mens ontwikkelt zich volgens een vast patroon

Elk mens is uniek, maar toch zien we dat kinderen zich ontwikkelen volgens een soort vast patroon. De ene stap wordt pas gezet als de vorige stap gezet is. Die volgorde van ontwikkelingsstappen is voor alle mensen gelijk. Kinderen verschillen zeg maar in die zin van elkaar dat het ene kind meer tijd nodig heeft om de ene stap te zetten en weer minder tijd gebruikt voor het zetten van de andere stap.
In het begin is het nieuwe eten vooral bedoeld om met het eten kennis te maken, om het te ontdekken. Moedermelk levert de belangrijkste voedingsstoffen in voldoende mate. Daarom hoeven we ons niet gauw ongerust te maken als een kind er wat langer over doet om iets substantieels te eten dan het andere kind. Je kunt er dus ontspannen over zijn.

Het zijn allemaal fasen

blw-nl-13.jpgTussen het vastpakken van een stuk voedsel en het zelfstandig eten met mes en vork, zitten een aantal fasen. Het zou irreëel zijn van een zes maanden oude baby te verwachten om met een vork te eten. Het begint met het grijpen en pakken van een stuk groente of fruit. Zoals ieder te ontdekken voorwerp in deze fase, zal ook het voedsel naar de mond gebracht worden ter ontdekking. Rondom de mond zijn vele zenuwen gecentreerd, een kind leert in deze fase zo vooral voorwerpen kennen. Eenmaal bij de mond wordt er niet alleen via de vele tastzenuwen ontdekt, ook de geur en smaakpapillen zullen worden geprikkeld. Dit zal stimuleren naar verdere ontwikkeling. Het kauwen en later slikken zullen daarop volgen.

Pakken en loslaten

blw-nl-14.jpgNog even over het ontwikkelen. Ontwikkeling vindt plaats op allerlei fronten, een kind ontwikkelt zich als een geheel. Eten, leren eten, is een onderdeel van het geheel. Zo leert een kind dingen oppakken, en leert hij dat naar zijn mond te brengen. Hij zal dat ook met eten doen. Hij ‘eet’ dan niet omdat hij honger heeft, maar hij ‘eet’ omdat hij bezig is met het ontdekken van de dingen. Eten om het eten komt pas later. Eten omdat er honger is, komt ook pas later.

Zo ook het loslaten. Dingen oppakken is eerst, dingen loslaten is er ook, maar dingen bewust loslaten komt later. Ook dat zien we terug met het eten: het eten valt onbewust uit zijn handjes, en je ziet het kind kijken… huh, wat gebeurt er nou? Later gaat hij iets bewust loslaten omdat hij een ander stuk eten wil pakken; en langzamerhand zie je daar een coördinatie in ontstaan.

blw-nl-15.jpgHet bewust op de grond gooien van eten komt weer een fase later. Als het onbewust is, gebeurt het omdat er voorheen ook van alles op de grond viel. Maar het kan ook een test zijn: kijken hoe het eten op de grond valt. Wat voor geluid geeft dat, hoe valt het uit elkaar? En ook: hoe reageert mijn omgeving daar op? Vaak zijn de kindjes die eten op de grond gooien, gewoon moe. Het experimenteren en het in de mond stoppen is over, afgelopen of klaar. Dus kan het op de grond gegooid worden, want dat doet je met het speelgoed ook!

Hoe zit het met drinken?

blw-nl-18.jpgDe eerste zes maanden krijgt een baby in principe borstvoeding op verzoek. Bij de ene baby ontstaat een min of meer vast patroon van eten en drinken en slapen; bij de andere baby is een vast ritme minder duidelijk. Zodra je kind mag beginnen met vast voedsel, en zodra hij er aan toe is, blijft de borstvoeding op verzoek gewoon bestaan.
Een baby die drinkt aan de borst, en altijd mag drinken als hij dat aangeeft, regelt zijn eigen vocht-inname en zijn eigen voedsel-inname. Als hij nu vast voedsel er bij gaat eten, krijgt hij in de loop van de tijd ook echt iets binnen. Dat zal nog niet zoveel van invloed zijn op zijn drinkpatroon aan de borst. Maar zodra hij echt gaat eten, zal hij minder behoefte hebben aan de borst: hij zal een voeding ‘vergeten’ of hij zal korter en minder intensief drinken.

blw-nl-28.jpgOmdat je kind altijd op verzoek te eten heeft gehad, kan je er van uit gaan dat hij, ook als hij aan het vaste voedsel toe is, nog steeds goed weet hoeveel eten hij wil eten en hoeveel drinken hij wil drinken om zich lekker te voelen en om goed te groeien. Hij mag dus blijven drinken als hij wil drinken, en je weet dat hij zichzelf daarmee niet zal overeten. Hij heeft dus ook geen ander drinken nodig, zolang hij borstvoeding op verzoek krijgt. Ander drinken komt op een goed moment wel en het is leuk om met ander drinken te oefenen: bijvoorbeeld in bad met wat water en een bekertje of met een rietje. Ook bij het eten is ander drinken niet nodig: de borst is een mooi toetje. Dus gedurende de gehele periode van omschakeling naar gezinsmaaltijden krijgen baby’s altijd op verzoek de borst. Een kopje water kan bij de maaltijden aangeboden worden als onderdeel van de ontdekkingsreis, maar er is geen reden om je zorgen te maken als hij daar niet van wil drinken.

Zijn er voordelen?

blw-nl-21.jpgHoewel we er geen echt onderzoek op hebben losgelaten, durf ik wel te stellen dat er voordelen zijn. Inmiddels volg ik al enige jaren vele honderden moeders en hun kindjes: voorheen via het bijvoedingforum dan wel als klant. Er zijn een paar zaken die mij opvallen.

Er is doorgaans veel respect voor het kind als eigen persoon. Moeders geven hun kind op verzoek de borst, en geven vervolgens hun kind op verzoek bijvoeding. Die kinderen ontwikkelen een bepaalde zelfstandigheid en mogen experimenteren, terwijl ze op hetzelfde moment altijd veilig bij hun moeder kunnen zijn. Dit vergroot de eigenwaarde en zelfstandigheid van het kind. Het kind groeit doordat het zich gewaardeerd en gerespecteerd voelt in zijn keuzen.

Dit kind kan in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier het leven ontdekken en ik zie dan ook dat de meeste kindjes lekker eigenwijze individuutjes worden/zijn, met een sterke eigen mening en voorkeur voor bepaald soort eten. En dit is goed! Ze kiezen zorgvuldig wat ze willen eten en laten vaak niet met zich sollen.

Ik zie ook dat de ouders die op deze manier hun kind de gelegenheid geven om te leren eten, dat zij zich sterk interesseren voor gezond eten: dus geven ze hun kind gezond en vaak zelfgemaakt vers eten. En ze vertellen mij dat zij zelf ook gezonder en bewuster zijn gaan eten.

Op de lange termijn zijn de effecten nog onduidelijk. Daar is ook haast geen onderzoek naar te doen.

De baby die kunstvoeding uit de fles krijgt

Kunstvoeding heeft altijd dezelfde samenstelling en verandert niet gedurende het drinken of wanneer de baby ouder wordt. De fabrikant van de kunstvoeding geeft op de verpakking aan hoeveel een kind van een bepaalde leeftijd en een bepaald gewicht mag drinken, of moet drinken. En dat is het. Heeft je baby meer dorst, bijvoorbeeld op heel warme dagen, dan moet je de voedingen verdunnen, of je geeft hem naast de voeding met de fles, nog water of slappe thee. Hij mag dus niet onbeperkt aan de fles. Hij mag wel de fles ‘op verzoek’, want dat is wat anders. Hoewel als hij dus op een bepaald moment op de dag aan zijn limiet zit, dan mag hij niet nog meer kunstvoeding uit de fles. Punt is namelijk dat je baby dan teveel calorieën krijgt en dat leidt tot overgewicht nu en/of op latere leeftijd.
Geef je kind dus de hoeveelheid flesvoeding die past bij de leeftijd en zijn gewicht, en geef ander drinken in de vorm van slappe thee of gewoon water.

blw-nl-19.jpgMaar, zoals al eerder gezegd: ook de baby die kunstvoeding drinkt, kan zelfstandig vast voedsel leren eten. Er zijn geen reden om hem niet die kans te bieden. OK, hij heeft niet al een keur van smaken leren kennen, en hij heeft een ander soort kaak- en spierontwikkeling dan een borstkind. En misschien is hij het niet zo gewend om op verzoek gevoed te worden. Maar daar is dan ook wel alles mee gezegd. Als jouw baby dus zes maanden is geweest kan je hem op dezelfde manier en in hetzelfde tempo de kans geven om vast voedsel te ontdekken en te leren eten.
En als hij dan in de loop van de tijd meer vast voedsel gaat eten, zal je zien dat hij minder behoefte krijgt aan flesvoeding. Probeer dat goed te zien, en minder de hoeveelheid flesvoeding.

Je kan ook deze richtlijn hanteren om de hoeveelheid melkvoeding te bepalen die je kind nodig heeft:

Kindjes hebben totdat ze één jaar zijn ongeveer 500 – 600 cc zuivel per dag nodig. Daarna volstaat 300 cc per dag.
Als je borstvoeding geeft, weet je natuurlijk niet hoeveel je kindje binnen krijgt. Als je geen ander vocht geeft en je kindje op verzoek laat drinken, krijgt hij altijd genoeg binnen.
Wat betreft de hoeveelheid bij flesvoeding; volg hierbij de instructies op die de fabrikant geeft. Ze zijn vaak aan de ruime kant, hou dat wel in de gaten: iets minder is door de bank genomen beter.
Met ongeveer negen maanden is rond de 500 cc [vocht/zuivel] de richtlijn, en als het voedingspatroon verandert en een kind meer vast voedsel gaat eten, wordt niet alleen de vochtbehoefte minder maar ook de zuivelbehoefte neemt af, zeg maar van 400 kan die dalen naar 300 cc vanaf de leeftijd van een jaar. Een gezond kind zal drinken als het daar behoefte aan heeft. Als een kindje vrolijk is, en alert en wakker is en zich op andere vlakken ook goed ontwikkelt, gaat het dus goed.

Veelgestelde vragen: faq’s & verder lezen

blw-nl-25.jpg

blw-nl-26.jpg

Bezoekers van het bijvoedingforum (dat nu niet meer bestaat), Gonneke van Veldhuizen-Staas en Stefan Kleintjes hebben naar aanleiding van veel gestelde vragen speciale faq’s samengesteld. Ik raad je sterk aan om deze te lezen. Je vindt ze hier.

Tips om rekening mee te houden

  • Geef je baby de kans om mee te doen met het eten als jijzelf en/of anderen ook eten. Je kunt hiermee beginnen tegen het einde van de zesde maand. Rond deze tijd tonen de meeste baby’s al interesse in wat anderen doen.
  • Zorg er voor dat je baby altijd rechtop en voldoende gesteund zit als je hem laat experimenteren met eten. In het begin kun je hem op je schoot zetten, met zijn gezicht naar de tafel. Als hij wat ouder is kan dat ook, vooral als hij een beetje moe is. Wanneer hij al zelfstandig eten kan oppakken is hij meestal ook sterk genoeg om een half uurtje goed gesteund te zitten in de kinderstoel.
  • Begin met het aanbieden van eten dat de grootte heeft van een babyvuist, liefst in een boogvorm. Geef hem zo veel mogelijk, hetzelfde soort eten dat jij eet, zodat hij zich betrokken voelt bij wat er gaande is. Hou daarbij rekening met het voedselintroductieschema.
  • Bied per maaltijdsessie zoveel mogelijk verschillende soorten eten aan. Er is geen reden om je baby te beperken net zo min als je dat doet met speelgoed.
  • Haast je baby niet. Laat hem het tempo bepalen van wat hij doet. En laat je niet verleiden om hem te ‘helpen’ door dingen voor hem in zijn mond te stoppen. En ook niet door dingen voor hem uit zijn mond te halen als jij denkt dat het misschien niet goed gaat.
  • Verwacht niet dat je baby de eerste paar keer of de eerste paar weken of maanden veel eet. Zodra hij ontdekt dat zijn nieuwe speeltjes ook lekker smaken en hem een voldoening geven om ze op te eten, dan zal hij geleidelijk leren te kauwen en slikken.
  • Verwacht ook niet onmiddellijk van hem dat hij alles wat hij voor zich krijgt helemaal op eet. Mettertijd komt dat wel. En bovendien: het is dus niet ‘fout’ als een kindje zijn eten niet allemaal op eet. Soms zal hij dat wel doen, soms zal hij dat niet doen. Het is allebei goed!
  • Sommige soorten eten zal je baby resoluut afwijzen. Dat is geen punt. Maar geef ze dan op een later moment, enige weken later dus, nog maar weer eens opnieuw. Je baby is erg in ontwikkeling en zijn gedachten en ook zijn smaak kunnen op een later tijdstip weer heel anders zijn.
  • Laat je baby niet alleen met zijn eten.
  • Geef geen ‘gevaarlijk’ eten zoals pinda’s.
  • Geef geen ‘fast food’ of kant-en-klaar maaltijden waaraan zout of suiker is toegevoegd. Kies bij voorkeur voor de zoutloze variant als die er is: bijvoorbeeld zoutloze roomboter of margarine, of jam zonder toegevoegde suiker.
  • Geef in de eerste maanden steeds eerst de borst en het nieuwe vaste voedsel erna, of tussen de borstvoedingen door. In de loop van de achtste of negende maand kun je dat geleidelijk omdraaien en geef je eerst vast voedsel en de borst tussendoor of erna.
  • Bereid je voor op rotzooi! Een stuk plastic, of een kleed op de vloer onder de kinderstoel zal de vloer beschermen en je kunt de boel dan makkelijker schoonmaken. Je zal er nog versteld van staan hoe snel je baby netter leert te eten en minder troep zal maken.
  • Ga gerust door met de borstvoedingen zo lang jij en je baby dat willen. Ook als zijn voedingspatroon verandert zal hij behoefte hebben aan moedermelk. Trouwens: moedermelk is altijd de beste melk en beter dan welke andere melk dan ook.
  • Zet eens een spiegel voor je baby als hij aan het eten is. Hoewel jonge kindjes nog geen ik-besef hebben en het niet als zichzelf zien, is het misschien ontzettend leuk en leerzaam voor je baby om dat ‘andere kindje’ te zien eten. Vooral wanneer er geen andere kinderen aan tafel zitten.

Lees ook

  • Eten voor de Kleintjes, kleintjes van 0-4 leren zelf eten, Stefan Kleintjes, kinderdiëtist en lactatiekundige Groningen Bedum; 10e druk september 2019
  • Voedselintroductieschema vanaf zes maanden
  • Het Nieuwe Borstvoeding Boek, Stefan Kleintjes, lactatiekundige Groningen-Bedum & Gonneke van Veldhuizen-Staas, lactatiekundige Helmond
  • Naylor, A. J. and Morrow, A. (eds.) (2001) Developmental Readiness of Normal Full Term Infants to Progress from Exclusive Breastfeeding to the Introduction of Complementary Foods: Reviews of the Relevant Literature Concerning Infant Immunologic, Gastrointestinal, Oral Motor and Maternal
    Reproductive and Lactational Development. Wellstart International and the Linkages Project Academy for Educational Development, Washington, DC.
  • Naylor, A. J. (2001) Infant oral motor development in relation to the duration of exclusive breastfeeding In: Developmental Readiness of Normal Full Term Infants to Progress from Exclusive Breastfeeding to the Introduction of Complementary Foods: Reviews of the Relevant Literature Concerning Infant Immunologic, Gastrointestinal, Oral Motor and Maternal Reproductive and Lactational Development (eds. A. J. Naylor and A. Morrow). Wellstart International and the Linkages Project Academy for Educational Development, Washington, DC.
  • Sheridan, M. (1973) Children‘™s Developmental Progress. NFER Publishing Co. Ltd, Windsor, Berks.
    Southall, A. and Schwartz, A. (eds.) (2000) Feeding Problems in Children. Radcliffe Medical Press, Abingdon, Oxon.

Ervaringen uitwisselen?

Copyright

© | Op dit artikel rust copyright | StefanKleintjes |

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden