Meer en meer fabeltjes over borstvoeding [4]

fabel1.jpgJack Newman, kinderarts, ontkracht in een serie artikelen een aantal fabeltjes over borstvoeding.
Dit artikel ‘Meer en meer fabeltjes over borstvoeding’ is de vierde uit de serie.

Na een röntgenfoto mogen vrouwen geen borstvoeding geven

Niet waar!
De gangbare straling die gebruikt wordt bij het nemen van foto’s van de kaak of de borstkas, heeft geen invloed op de moedermelk of de baby en in deze gevallen kan de borstvoeding gerust worden voortgezet. Een mammografie is voor artsen moeilijker te beoordelen, maar kan wel worden gemaakt zonder dat de moeder hiervoor hoeft te stoppen met de borstvoeding. Bovendien zijn er nog andere manieren om een knobbeltje in de borst te onderzoeken. Recentere technieken zoals een CT scan of een MRI scan vormen eveneens geen enkel probleem, ook niet wanneer contrastvloeistof wordt gebruikt.
En speciale röntgenfoto’s waarbij contrastmiddelen worden gebruikt? Zolang er geen radioactieve isotopen worden gebruikt is er geen enkel probleem en hoeft de moeder geen enkele voeding over te slaan. Hieronder vallen onder meer een intraveneus pyelogram, een lymphangiogram, een venogram, een arteriogram, een myelogram, enzovoorts.
En als er in het onderzoek gebruik wordt gemaakt van radioactieve nucleotiden (zoals bij botfoto’s, longfoto’s, enzovoorts)? De baby zal een kleine hoeveelheid van deze nucleotiden via de moedermelk krijgen. Toch is het naar mijn mening beter dat de moeder de borstvoeding voortzet, aangezien deze tests zelfs bij hele jonge baby’s ook worden uitgevoerd en omdat het potentiële verlies van voordelen als de moeder stopt met borstvoeding geven, aanzienlijk is. Als je het toch beter vindt om een bepaalde periode te stoppen met voeden, kolf dan van tevoren melk af zodat de baby met jouw melk gevoed kan worden en geen kunstvoeding hoeft te krijgen. Na twee keer de halfwaardetijd zal 75% van de stoffen uit het lichaam verdwenen zijn, daarna kun je weer met voeden beginnen. Dan wacht je zeker lang genoeg (de halfwaardetijd van technetium, de meest gangbare contrastvloeistof, is slechts zes uur, dus 12 uur na de injectie is 75 procent ervan uit je lichaam verdwenen.) De grote uitzondering hierop is de schildklierscan waarbij I-131 (een vorm van radioactieve iodine) gebruikt wordt. Deze moeten moeders die borstvoeding geven vermijden. Er bestaan tal van manieren om de schildklier te onderzoeken en slechts in uitzonderlijke gevallen hoeft er een scan gemaakt te worden. Als de scan echt gemaakt moet worden, maakt I-131 het noodzakelijk voor de moeder om afhankelijk van de dosis 12 tot 24 uur te stoppen met voeden. Zoek voordat je de radioactieve iodine inneemt eerst uit of het echt nodig is. De test kan wachten totdat je het zeker weet. Mocht de scan noodzakelijk zijn, dan kan die vaak een paar maanden worden uitgesteld. Overigens zijn long scans met radioactief contrast niet langer de beste test om een longpropje uit te sluiten. De CT scan is nu de meest geschikte test om de diagnose te verifiëren.

Je melk kan zomaar opeens op zijn

Niet waar!
Of als dit al kan gebeuren, dan is het zeker een zeldzaamheid. Afgezien van schommelingen van dag tot dag of een verschil tussen ochtend en avond, verandert de melkproductie niet in één klap. Er zijn een aantal situaties waarbij het wel kan lijken alsof de productie ineens minder is:

  • De baby heeft plotseling behoefte aan meer melk, de zogenaamde regeldagen of groeispurts. Als dit de reden is voor het schijnbaar melktekort, volstaat het om een paar dagen vaker aan te leggen. Probeer als de baby drinkt met je hand borstcompressie toe te passen zodat hij meer melk kan drinken.
  • Een verandering in het gedrag van de baby. Ongeveer rond de vijfde of zesde week kan het gebeuren dat baby’s nu beginnen te huilen of in de borst te knijpen als de melk minder snel stroomt, terwijl ze daarvoor aan de borst in slaap vielen als de melktoevoer verminderde. Dit wil niet zeggen dat de melk ‘op’ is, maar dat het gedrag van de baby verandert. Probeer ook hier om borstcompressie toe te passen om de baby te helpen meer melk te krijgen. Bekijk deze filmpjes om te zien hoe je een baby aan moet leggen, hoe je kunt vaststellen of de baby melk krijgt en hoe je compressie toepast.
  • De borsten voelen zacht of niet gevuld aan. Na een paar weken is het normaal dat de moeder geen stuwing meer heeft of geen volle borsten meer voelt. Zolang de baby drinkt hoef je jezelf hier geen zorgen over te maken.
  • De baby drinkt niet meer zo goed aan de borst. Vaak komt dit doordat flesjes of een fopspeentje werden gegeven, waardoor een foute zuigtechniek wordt aangeleerd.
    Het gebruik van de anticonceptiepil kan soms de hoeveelheid melk verminderen. In deze gevallen kan een pil op basis van uitsluitend progesteron of een andere anticonceptiemethode worden overwogen. Of gebruik een andere methode. Andere drugs die de melkproductie kunnen laten teruglopen zijn Sudafed (pseudoefedrine), sommige anti-histamines, en misschien diuretica (plaspillen).
    Als de baby echt onvoldoende lijkt te krijgen, zoek dan deskundige hulp maar geef geen flesjes, want dat kan het probleem erger maken. Als het absoluut nodig is om bijvoeding te geven, gebruik dan een borstvoedingshulpset, zodat de borstvoeding zelf niet in het gedrang komt. Er kan echter veel worden gedaan voordat er bijgevoed moet worden. Zoek hulp en probeer borstcompressie toe te passen om de baby te helpen melk uit je borst te krijgen.

Artsen weten veel van borstvoeding af

Niet waar!
Uiteraard zijn er uitzonderingen. Toch leerden slechts weinig artsen in Noord-Amerika of West-Europa tijdens hun opleiding iets over borstvoeding. En nog minder artsen leerden iets over de praktische aspecten zodat ze moeders bijvoorbeeld zouden kunnen helpen met het starten of voortzetten van borstvoeding. Na hun opleiding komt de meeste informatie over babyvoeding die de artsen krijgen, van vertegenwoordigers van kunstvoedingfabrikanten of van reclame.

Kinderartsen weten tenminste wel veel over borstvoeding

Niet waar!
Uiteraard zijn er uitzonderingen. Maar in hun specialistenopleiding leerden kinderartsen formeel niets over borstvoeding en wat ze hier en daar oppikten, was vaak fout. Door kinderartsen in opleiding wordt borstvoeding zelfs vaak gezien als een hinderpaal voor ‘goede medische zorg’ voor de in het ziekenhuis opgenomen baby’s.

Reclame door kunstvoedingfabrikanten en gratis monsters van kunstvoeding beïnvloeden de keuze van moeders voor borstvoeding en de duur ervan niet

Echt niet?
Waarom doen deze fabrikanten dan zo hun best om ervoor te zorgen dat pas bevallen moeders deze monsters krijgen? Worden deze monsters en reclamefolders over kunstvoeding dan gegeven om borstvoeding aan te moedigen? Maken zij kosten voor monsters en boekjes zodat moeders aangemoedigd worden om langer borstvoeding te geven? Deze maatschappijen zeggen dat ze reclame maken zodat moeders die kunstvoeding geven, hun merk gaan gebruiken. Maar naast de onderlinge concurrentiestrijd tussen de verschillende fabrikanten, wordt ook de strijd met borstvoeding aangegaan. Zou je dit argument ook geloven als sigarettenfabrikanten het zouden gebruiken?

Moedermelk die samen met kunstvoeding wordt gegeven kan problemen voor de baby veroorzaken

Niet waar!
De meeste moeders die borstvoeding geven, hoeven geen kunstvoeding bij te geven. Als er problemen zijn waardoor je denkt dat je kunstvoeding moet bijgeven, kunnen deze meestal toch opgelost worden zonder dat je naar kunstvoeding hoeft te grijpen. Desondanks is er geen enkele reden waarom moedermelk en kunstvoeding niet samen zouden mogen worden gegeven.

Borstgevoede baby’s die op verzoek gevoed worden, hebben vaker last van krampjes

Niet waar!
Deze baby’s komen meestal vrij snel aan en drinken vaak aan de borst. Dat ze krampjes hebben komt niet zozeer doordat ze vaak drinken, maar omdat ze weinig vettere achtermelk drinken. Typerend is dat ze gedurende enkele minuten goed drinken en daarna wat sabbelen of inslapen. Als de andere borst wordt aangeboden herhaalt hetzelfde scenario zich. De baby raakt verzadigd met de minder vette voormelk en drinkt daardoor vaker. Door voornamelijk de minder vette voormelk te drinken, krijgen deze baby’s last van winderigheid en waterige diarree en huilen ze meer. De moeder kan de baby stimuleren om wat langer aan een borst te drinken door borstcompressie toe te passen als de baby niet langer goed drinkt, zodat toch wat meer vette achtermelk wordt gedronken.

Moeders die een inenting krijgen (tetanus, rodehond, hepatitis B, hepatitis A, etcetera) moeten 24 uur (3 dagen, 2 weken enzovoorts) geen borstvoeding geven

Niet waar!
Waarom zouden ze dit doen? Er bestaat geen risico voor de baby. Integendeel, de baby kan hier alleen maar de voordelen van genieten. De enige uitzondering op deze regel geldt voor baby’s met een immuniteitsstoornis. In dat geval mag de moeder geen inenting krijgen met een afgezwakt levend virus (bijvoorbeeld bof, mazelen, of rodehond) ook al krijgt de baby kunstvoeding.

Tepelverwarring bestaat niet

Niet waar!
Maar de baby is niet verward, hij weet precies wat hij wil. Een baby die een langzame stroom van de borst krijgt en dan een snelle stroom van een fles, zal dat snel genoeg uitvinden. Een baby die de eerste drie à vier maanden alleen borstvoeding kreeg, zal niet makkelijk nog uit een fles gaan drinken. Sommige baby’s hebben een uitgesproken voorkeur voor de linker- of de rechterborst. Baby’s die met de fles gevoed worden, verkiezen vaak een bepaald speentje. Dus er bestaat wel degelijk iets als de ene speen/tepel boven de andere verkiezen. De vraag is hoe snel zo’n voorkeur ontstaat. We kunnen aannemen dat een dergelijke voorkeur al na een of twee flessen kan optreden. Een baby die moeite heeft met het drinken uit de borst, heeft misschien nooit een speen gehad, maar het aanbieden van een speen zal de situatie zelden verbeteren en hem vaak verslechteren. Merk op dat diegenen die zeggen dat tepel-speenverwarring niet bestaat vaak adviseren om vroeg te starten met het geven van flessen ‘zodat de baby het niet zal weigeren’.

Lees ook

Heb je nog vragen?

Artikelgegevens

  • Artikel (handout #14) More and More Breastfeeding Myths. Herzien in januari 2005
  • Vertaald door Anne-Marie van den Boogaard
  • Deze handout mag zonder verdere toestemming voor niet commerciële doeleinden gekopieerd en verspreid worden, op voorwaarde dat hij in geen geval gebruikt wordt in enige context die de WHO-code op de marketing van vervangingsmiddelen van moedermelk schendt.

Copyright

© | Op dit artikel rust copyright | StefanKleintjes |

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden