Een borst voor de dorst: ervaringsverhaal [2]

Iris Goddyn voedt haar tweeling aan de borst. Zij doet verslag van haar ervaringen met het borstvoeden van haar tweeling Louisa en Zoë. We sluiten de ervaringen van Iris af met een aantal specifieke vragen en antwoorden over het voeden van een tweeling.
Iris: Vertrouw in jezelf en in je lichaam. Als je lichaam in staat is een kind ter wereld te brengen, dan is het ook voorbereid om dat kind te voeden.
Dat een moeder haar pasgeboren baby voedt met haar eigen lichaam, met moedermelk, vond ik altijd al een vanzelfsprekend iets. Waarom hebben vrouwen anders borsten gekregen? Moedermelk is speciaal ontwikkeld voor baby’s. Tijdens mijn opleiding als psycholoog en in mijn opvoeding thuis, kreeg ik die positieve ingesteldheid tegenover borstvoeding mee vanaf toen ik zelf aan de borst dronk. Er zijn 101 redenen om voor borstvoeding te kiezen Eens zwanger, was het voor mij logisch dat ik mijn baby zo zou voeden, ook al was ik veel te verlegen en wist ik toen nog niet hoe ik borstvoeding zou aanpakken met derden in de buurt!
Toen ik drie maanden zwanger was, hoorde ik dat ik niet één maar twee baby’s zou baren. Borstvoeding aan twee baby’s tegelijk?! Ik zag me al zitten: van ‘s morgens tot ‘s avonds. Eerst de ene baby voeden, dan de andere, en dan weer de eerste… Was dat wel haalbaar?

Borstvoeding aan twee baby’s?

Op zondag 24 oktober 2004 schonk ik het leven aan Louisa en Zoë. De bevalling was heel vlot verlopen. Toch was er ontgoocheling toen wij het gewicht van beide baby’s vernamen: 2,140 kg en 2,230 kg. En dat ondanks mijn enorme buikomvang? Na de bevalling mochten mijn man en ik beide mensjes even bewonderen alvorens ze werden weggebracht naar de afdeling neonatologie. En dat terwijl ik die eerste uren lichamelijk contact net zo belangrijk vind! De vragen rezen voor me op: Wanneer zal ik ze dan voor het eerst mogen voeden? Zal de borstvoeding wel lukken? Zo ja, hoe vaak zal ik dit moeten doen? En hoe lang?

‘s Avonds reed mijn man me in een rolstoel naar de afdeling neonatologie. Ik kon er voor het eerst na de bevalling mijn meisjes terugzien. Ja hoor, ik herkende ze meteen! Het was net voedingstijd en ik dacht: Nu zal het gebeuren. Helaas, groot was mijn ontgoocheling toen borstvoeding helemaal niet aan de orde kwam. “Ze zijn nog te klein. Ze hebben hun energie nodig om te groeien. Borstvoeding vraagt te veel energie van hen. Je zou gefrustreerd raken als de baby’s niet drinken.” Een verpleegkundige stapte op Louisa toe met een opgewarmd flesje. Zoë had haar portie al op. Terug op de kamer bracht ik de melkproductie op gang door borstmelk af te kolven.

Dat was zalig, dat allereerste moment van de borstvoeding!

drie dagen op neonatologie

Op dag drie kon ik eindelijk mijn jongste dochter aanleggen. Ik moet toegeven dat je op dat moment als moeder doordrongen wordt van allerhande gevoelens, van verlangen over twijfel tot angst: zal het wel lukken? Gelukkig werd ik uitstekend begeleid door een verpleegkundige die zelf heel veel rust uitstraalde. Zoë dronk aan de borst alsof ze nooit anders had gedaan. M’n oudste dochter mocht pas de volgende dag mee naar het borstvoedingskamertje. Ook toen ervoer ik geen problemen: even zoeken, happen en drinken maar! Dat was zalig, dat allereerste moment van de borstvoeding!

twee weken oud op neonatologie: in gekruiste houding aan de borst

Het vele afkolven leverde mij wel snel kloven op. Borstvoeding werd een pijnlijke aangelegenheid! Op dag zeven kwam daar gelukkig een einde aan. De verpleegkundige zei: “Je kan ze gerust tegelijk aanleggen.” Ik wist niet wat ik hoorde. Beide meisjes lagen nu samen in hun volle lengte op het kussen; de een deels boven de ander. We waren tevreden met het resultaat. Maar de verpleegkundige merkte de traantjes in m’n ooghoeken en zag dat ik verstijfd in de zetel zat. Mijn krampachtige vasthouden van de baby’s en de daarmee gepaarde pijn vond ze niet normaal. Ze stelde voor om, bij uitzondering, tepelhoedjes [*1] te gebruiken. Deze vrouw kwam net op tijd, want ik vroeg me af of die borstvoeding wel voor mij bestemd was. Ik zei niemand hoe pijnlijk het wel was. Met tepelhoedjes deed het nog pijn, maar het was draaglijk!

De thuiskomst van m’n man was een hele opluchting: twee extra handen!

De volgende dagen leefde ik in een roes. ‘s Nachts sliep ik niet: ik dacht voortdurend aan mijn baby’s. Elke dag voerde mijn man me van Torhout naar Kortrijk zodat ik zelf de luiers van de baby’s kon verversen en hen kon voeden. ‘s Avonds en ‘s nachts kregen de meisjes afgekolfde moedermelk en kunstvoeding.

hongersignaal

De weken nadien waren zwaar: acht voedingen per dag per kind. De fles met kunstvoeding ‘s avonds en ‘s nachts werd afgebouwd, de borstvoeding opgebouwd. Enkel wanneer ik écht geen energie meer had, gaf ik de baby’s toch ‘s avonds één fles. Als ik de baby’s apart voedde, kwam ik aan zestien voedingen per dag. Dus begon ik hen zo mogelijk samen te voeden. De twee baby’s vielen telkens na bijna een uur voeden op mijn schoot in slaap zodat ik vrijwel de ganse dag aan de zetel gekluisterd zat. De thuiskomst van m’n man was een hele opluchting: twee extra handen!

één maand oud: voor en na de borstvoeding

Louisa en Zoë waren vijf maanden toen ik startte met bijvoeden van groente- en fruitpap. Ik bleef zelf voeden, tot grote verbazing van sommigen: “Je kan borstvoeding toch niet combineren met een fulltime job.” Waarom niet? Je kan toch voor en na je werk voeden? Ook al kom ik niet elke dag op hetzelfde tijdstip thuis, dat moet toch lukken?”

Het drinken aan de borst verliep het eerste jaar erg moeizaam, wellicht omdat ik vaak ziek was door oververmoeidheid: te lang gewerkt en vermagerd tijdens de zwangerschap, geen recuperatie na de zware bevalling, slaaptekort, gebrek aan gezond voedsel, de zorg voor twee baby’s. Naast enkele courante ziekten kampte ik met zona en enkele borstontstekingen. Daarvoor moest ik verschillende antibioticakuren volgen. Ik hoorde toen vaak zeggen: “Als het niet meer gaat, je moet daar niet mee inzitten; pak vlug een flesje, da’s veel gemakkelijker.”

Ik vloekte wel eens toen ze hun eerste tandjes uitprobeerden

De elfde maand kreeg ik hoge koorts en opnieuw een borstontsteking. Deze was veel heviger dan de vorige. Ik nam enkele dagen pijnstillers, wat uiteraard geen genezing bracht. Van de huisarts moest ik zoveel mogelijk rusten, de peuters blijven voeden, warme douches nemen en vele warme kompressen gebruiken. Toch kleurde mijn hele borst roodpaars. Elke borstvoeding was die week een foltermoment waarbij ik mijn tranen de vrije loop liet. Ik sliep niet meer, had geen eetlust. Mijn spieren en ademhaling zwakten af. Ik had dorst, maar kon haast niet slikken. Uitgeput en teleurgesteld begaf ik me naar de apotheker. Ik kocht twee dozen melkpoeder! Ik wilde de borstvoeding stoppen, want ik kon niet meer! Thuisgekomen spoorden m’n man en m’n moeder mij aan. Ze hadden gelijk, ik zou het nog één keer proberen. Nogmaals volgde ik een antibioticakuur. De melkpoeder verdween in de kast en zo ook mijn nare ervaringen. Ik werd zelfs beloond voor mijn doorzetting: hoe moeilijk de borstvoeding het eerste jaar ook was, zo makkelijk verliep het tweede jaar!” Ook al vloekte ik wel eens toen ze hun eerste tandjes uitprobeerden. Maar dat ging gelukkig wel voorbij.

Als moeder moet je zélf de keuze maken of en hoelang je je kind de borst geeft.

Ondanks mijn niet altijd rooskleurige ervaringen wil ik alle moeders die nog twijfelen, stimuleren om borstvoeding uit te proberen. Geef je lichaam de kans om melk te produceren. Probeer twee weken en beslis dan of je er al dan niet mee stopt. Het is een wonder van moeder natuur, toch? Maar het is geen goocheltruc, het vraagt veel geduld. Schakel je daarna over op kunstvoeding? Ja, waarom niet? Als moeder moet je zélf de keuze maken of en hoelang je je kind de borst geeft. Je hebt het recht, niet de plicht, om borstvoeding te geven.

Borstvoeding is voor mij een moment van mentaal relaxen, rust en even genieten van de baby’s

Soms zie ik mensen met argusogen naar me kijken en grappen: “Ik zie Iris al borstvoeding geven aan een stel tieners.” Een pijnlijke opmerking, maar ach… Borstvoeding is nu voor mij een moment van mentaal relaxen, rust en even genieten van de baby’s/peuters. Weg van alle drukte en bemoeienissen.

22 maanden: Is het lekker? Ja!

Ik ben blij dat ik bleef doorzetten. Mijn streefdoel was eerst zes maanden, dan een jaar. Mijn dochters zijn inmiddels de 23 maanden voorbij en drinken nog steeds, ‘s morgens en ‘s avonds. Ik laat het aan m’n dochters over. Ik wil luisteren naar hún fysieke en emotionele behoeften en hen toestaan dat ze zichzelf spenen. We zien wel.

Noot van de redactie

  • [*1] tepelhoedje worden nog wel gebruikt; het advies is om ze enkel onder deskundige begeleiding van een lactatiekundige te gebruiken

Lees ook

Vragen en antwoorden

Welke houding neem je aan bij het voeden van je kindjes?

Voor het voeden in de zetel had ik drie basishoudingen: de gekruiste houding, de parallelle houding en de rugbyhouding. Deze mogelijkheden paste ik toe dankzij de brochure ‘Borstvoeding’ (Kind & Gezin) die ik tijdens de infosessies in AZ Groeninge had gekregen. Ook op die infoavonden gaf men daar specifieke uitleg over.
Hoe kleiner de baby’s hoe meer variatie mogelijk, vond ik, dit evolueerde mee met de groei. De eerste weken legde ik hen aan in gekruiste houding. Ik zat rechtop in de zetel met op mijn schoot een slangvormig voedingskussen, gevuld met kaf ‘“ wat steeds een optimale steun vormde voor de baby’s. Sporadisch legde ik de ene baby in ‘madonnahouding’ in mijn schoot ‘“ zonder kussen ‘“ en de andere baby zoog aan de andere borst, parallel met haar zus.
Na anderhalve maand werd de rugbyhouding handiger: aan de linkerkant van mijn lichaam lag Zoë met haar hoofdje op het kafkussen op mijn schoot en haar beentjes achter mij. Aan m’n rechterborst lag Louisa op dezelfde manier als haar zus. Hoe ouder de kinderen, hoe meer zij met de beentjes omhoog lagen. Maar dat verstoorde hun eetlust niet. Een half jaar later voedde ik hen vaker in bed op mijn rug met aan elke zijde een kind: half op en half naast mij.

Heeft elk van de meisjes een ‘eigen’ borst?

Aanvankelijk niet: het meisje dat toevallig links van me lag, kreeg de linkerborst, en omgekeerd. Na zes maanden voelde ik een aanzienlijk verschil in hun manier van drinken. Zoë trok, zuigend, mijn tepel weg van mijn lichaam, terwijl Louisa rustig dronk. Toen gaf ik de meest gevoelige borst aan Louisa. Enkele maanden later waren de rollen net omgedraaid: Louisa maakte er een traditie van om haar tandjes in mijn borstvlees te planten terwijl ze dronk. Sindsdien is Zoë de rustige drinker. Meestal leg ik de peuters uit gewoonte aan dezelfde borst.

Vragen je kindjes zelf om te drinken?

In de eerste maanden voedde ik volgens het voedingsschema dat ik meekreeg op neonatologie. Ik hield me daar zo strikt mogelijk aan. Later voedde ik ook op vraag, vooral wanneer ze ziek waren of zich hadden gekwetst. Soms wanneer ik een pyjama draag komen ze zelf “onderduiken”…

Wat doe je als je melk over hebt?

Ik heb geen melk over: het is een kwestie van vraag en aanbod. Wanneer de baby zuigt wordt de melkproductie in gang gezet. Mijn lichaam zorgt zowel voor de aanmaak als de (geringe) opstapeling van borstmelk.

Vries je je melk in? Wat doe je op reis?

Neen, ik had nooit de behoefte om borstmelk in te vriezen. Eens de baby’s thuis verbleven, kolfde ik niet meer af. Ook nu nog ben ik dagelijks bij mijn kinderen waardoor zij altijd melk rechtstreeks uit de borst drinken. Op reis doe ik hetzelfde als thuis: ‘s morgens en ‘s avonds voeden. Soms wat vaker op aanvraag. De grootste troef van borstvoeding is dan dat ik geen extra hulpmiddelen nodig heb. De kindjes hebben nog nooit hun mondjes verbrand en de melk is ook nooit teruggezonden naar de fabriek!

Geef je flesjes mee naar de kinderopvang? En naar school?

Neen. Ik geef gewoonlijk borstvoeding na het opstaan (‘s morgens om zes uur) en voor het slapengaan (‘s avonds om acht uur). De school zal daar, wat mij betreft, geen verandering in brengen.

Wat doe je op een feestje? Zonder je je af? Vormt borstvoeding dan geen belemmering?

Als ik naar een feest ga zonder de kinderen, dan sla ik wel eens een voedingsbeurt over. Dit kan geen kwaad. Integendeel, de volgende voedingsbeurt verloopt dan des te gemakkelijker.
Wil ik mijn kinderen voeden op een feestje, dan zonder ik mij niet af. Enkel de eerste keer schaamde ik mij, maar die onzekerheid viel weg toen ik de behoefte van mijn kinderen als prioriteit zag. Als ik borstvoeding geef op een andere plaats dan thuis moet ik wel dubbel borstvoeding geven: elk kind om de beurt. Dit zorgt wel even voor wrevel tussen beiden. Ik let er vooral op dat ik comfortabel kan zitten en dat er weinig afleiding is voor de kinderen.
Een belemmering noem ik het zeker niet. Als vijfjarig meisje mocht ik een borstvoeding van nabij zien. Dit beeld is me altijd bijgebleven en heeft me ongetwijfeld beïnvloed in mijn keuze. Ook nu nog vind ik de borstvoeding eigenlijk een heel mooi en vooral nuttig tafereel. Waarom zou ik dit verbergen?

Wat raad je toekomstige moeders aan?

Laat je niet leiden door nonsens als “je zult waarschijnlijk geen melk genoeg hebben” of “je borsten zullen nadien kapot zijn”. Vertrouw in jezelf en in je lichaam. Als je lichaam in staat is een kind ter wereld te brengen, dan is het ook voorbereid om dat kind te voeden. Bovenal: volg je moedergevoel en doe waar jij je goed mee voelt!

Stel dat je opnieuw zwanger bent van een tweeling. Zou je ook deze baby’s dan borstvoeding geven?

Absoluut!

Lees ook

Copyright

© | Op dit artikel rust copyright | StefanKleintjes |

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden