Kotsie 2

column354.jpgHet was zo snel gegaan. ‘s Ochtends stond ik huilend met mijn projectiel brakende baby bij de huisarts op de stoep. Diezelfde middag werd mijn mannetje acuut opgenomen. Nu zat ik op een kamertje in het ziekenhuis met mijn baby. Ik belde mijn man.
‘Je moet nu komen, we moeten hier blijven en ik heb niks bij me’.
Onze zoon zou bij allerlei andere kinderen op de afdeling komen, zodat ze hem makkelijk in de gaten konden houden. Geen haar op mijn hoofd die er aan dacht om hem alleen te laten. Toen ik vertelde dat tenminste één van ons zou blijven slapen werd er overleg gepleegd.

Allerlei rampscenario’s speelden zich af in mijn hoofd. Stel dat ik niet mocht blijven en hij zou zo gruwelijk moeten overgeven? Wie was er dan om hem te redden door hem op zijn zij te leggen zodat hij niet zou stikken in zijn eigen braaksel? Ik had er echt geen vertrouwen in dat er iemand tijdig genoeg bij hem zou zijn. Het feit dat er mensen genoeg liepen en er een camera op de bedden stond, stelde me evenmin gerust. En kom op: een baby hoort bij zijn moeder. Mij kregen ze hier niet weg.

Eenmaal geïnstalleerd en uitgepakt zaten we op onze kamer met een bed voor mij. En een ‘glazen bakje’ voor mijn zoon, die altijd bij ons in bed lag. Gelukkig waren mijn borsten gewillig en was mijn meegenomen draagdoek zijdezacht.

We kregen de opdracht om alle spuug te ‘bewaren’ en op de rode knop te drukken wanneer hij ook maar iets overgaf.
Kotsie hield zich wonderwel rustig en stal ondertussen alle harten van het personeel met zijn vriendelijke koppie en glimlachjes die hij scheutig weggaf. Tegen de avond begon hij te clusteren. Diverse verpleegkundigen hoorden mij uit hoe vaak ik mijn baby wel niet de borst gaf. Toen ik uitlegde dat hij na het vele spugen soms gelijk honger had, gaven enkele van hen aan dat ze het idee hadden dat ik mijn zoon overvoedde. Ze leken niet vatbaar voor mijn uitleg over borstvoeding. 15 keer voeden vonden ze per definitie veel te veel. Ik hield me dus maar stil over de dagen dat ik soms wel 25 keer de borst bood, omdat hij zich een aantal keren per dag tot gal aan toe leeg gooide…

Mijn man was intussen naar huis gegaan voor onze andere twee kinderen.
Ik hoorde de maag van mijn zoon geluid maken en zag zijn buik golven. Mijn zoon begon te kokhalzen. Daar gingen we weer…
Dit was het moment dat de artsen moesten komen. Zijn buik golfde heftig na. Maar er kwam niemand. Ik riep over de gang, drukte nogmaals op de knop en huilend pakte ik mijn zoon dicht tegen me aan. Waarom was er niemand?

Na een minuut of vijf kwam de dienstdoende verpleegkundige er aan. Na het zien van de hoeveelheden kots en het naschokken van zijn buik belde ze een arts voor overleg. Ik verschoonde ondertussen mijn zoontje en zou hem weer aanleggen. Op dat moment kwam de verpleegkundige binnen en zei dat mijn zoon niets meer mocht hebben. Hij zou aangesloten worden aan het infuus en ze gingen bloed prikken. Daarnaast zouden ze hem aansluiten op allerlei monitoren. Tenslotte wilden ze hem overplaatsen naar de intensive care, zodat hij goed in de gaten gehouden kon worden. Huilend gaf ik aan dat ik perse bij hem wilde blijven. Ik kon hem niet alleen laten, hij had me nodig. Ik beloofde bij elke kik op de bel te drukken.

Het bloed prikken duurde een eeuwigheid, mijn zoon gierde het uit. Ik opperde de suggestie om te prikken op het moment dat ik hem aan de borst had. Dat mocht niet, hij kon enkel een spuitje suikerwater krijgen van de verpleegkundige. Zo hulpeloos lag hij daar, wat een naar gezicht. Gillend van angst. Bibberend van ellende. Ik voelde me vreselijk. Uiteindelijk besloten ze bloed te prikken in een ader op zijn hoofd en sloten ze ook het infuus aan in zijn hoofd. Oh mijn hemel, waar zou dit eindigen. Huilend pakte ik mijn lieve jongetje bij me. Ik wilde hem zo graag aanleggen. Alles in mij schreeuwde. Mijn hart brak. Dicht pakte ik hem tegen me aan, om hem nooit meer los te laten. Ik wilde hem beschermen. Ik wilde alle personeel wel weg blaffen. Bijten. Uitschelden. Ze deden mijn zoon pijn… Maar ik wist ook dat ze hem wilden helpen. Dit moest uitgezocht worden. Wat was er toch met mijn kleine kotsie aan de hand?

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen