Borstvoeding: het belang van goed aanleggen

Annelies Bon

Het is belangrijk om je voor te bereiden op de borstvoeding. Immers, borstvoeding geven is aangeleerd gedrag, en veel moeders worden weinig geconfronteerd met zelf voedende moeders. In dit artikel wordt uitgelegd hoe je je baby goed aanlegt. Borstvoeding geven is gezond, het is goed voor de baby, goed voor de moeder, en het is prettig om te doen. Maar in de eerste dagen zal het niet altijd vanzelf gaan. Zowel de baby als de moeder moeten het leren. Door de baby vaak aan te leggen – minimaal 7 á 8 keer per etmaal of vaker – wordt de melkproductie op gang gebracht. Het belangrijkste wat namelijk geoefend moet worden is het aanleggen.

Goed aanleggen

Bij goed aanleggen gaat het om twee dingen:
  • De baby wordt zo bij de borst gelegd dat er goed bij kan;
  • De baby neemt een flink deel van de borst in de mond door zijn mond goed wijd open te doen;
  • De baby moet goed bij de borst kunnen komen, en hij zal een flink deel van de tepelhof in de mond moeten nemen. Zorg er dus voor dat de borst goed bereikbaar is, en dat de baby goed dichtbij ligt. Hij ligt helemaal naar de moeder gekeerd, met het hoofdje, de nek en de rug in 1 lijn, dus de buik naar de moeder gekeerd. Hij ligt met zijn neusje tegenover de tepel. Het hoofdje heeft de ruimte om naar achter te bewegen;
  • Je baby zal een groot deel van de tepelhof in zijn mond moeten nemen, vooral aan de onderkant van de tepel. Met zijn tong en zijn onderkaakje ‘melkt’ hij de melkholtes die vlak achter de tepel liggen leeg. De mond gaat wijd open, de tong komt iets naar voren en ligt op de onderkaak, net tegen de onderlip. De moeder brengt dan de baby naar de borst en de baby neemt een flinke hap van de borst. De tong ligt onder de tepelhof, tegen de onderlip aan, die naar buiten gekruld is. Ook de bovenlip is naar buiten gekruld. De kin van de baby ligt in de borst gedrukt.
Als de baby goed is aangelegd, en de borst en tepel verdwijnen diep in het mondje kun je eerst even een aanzuigpijn voelen. Na enkele momenten gaat dit over. De tepel ligt dan vast tegen achter in het mondje en kan daar niet beschadigen. De baby kan dan drinken zolang hij zelf wil. Als het wel pijn blijft doen ligt de tepel niet goed in de mond en kan hij beschadigen. Om dat te voorkomen, kun je de baby van de borst halen en opnieuw aanleggen. Afkoppelen doe je door een vinger in de mondhoek te doen, zodat je het vacuüm verbreekt. je baby laat dan vanzelf los. Dit is de basis van het geven van borstvoeding. Goed aanleggen is belangrijk. De moeder krijgt geen zere tepels, de borst wordt goed leeggedronken waardoor de borstvoeding goed op gang kan komen.

Lees ook

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden