Actueel: RS-virus & borstvoeding

nwsbrcht-h1n1-2.jpgHet Respiratoir Syncytieel Virus, ofwel het RS-virus is een belangrijke veroorzaker van luchtweginfecties bij kinderen én volwassenen. Meestal gaat het om een eenvoudige neusverkoudheid, maar bij jonge kinderen kunnen gemakkelijk ook infecties van de lagere luchtwegen ontstaan, soms met complicaties. Met name premature kindjes zijn op jonge leeftijd gevoelig voor complicaties. Kinderen die geen borstvoeding krijgen of geen moedermelk van een andere moeder, lopen grotere risico’s op complicaties bij besmetting met het RS-virus.

Inhoudsopgave

Het RS-virus en de verschijnselen

Het RS-virus veroorzaakt dus verkoudheid en bijna ieder kind wordt er mee besmet in zijn of haar jonge jaren. Het RS-virus is zeer besmettelijk; via knuffelen, zoenen, inademen van uitgehoeste lucht, hand- en neuscontact wordt het gemakkelijk overgedragen. En een baby of peuter pakt het ook zomaar op via contact met een volwassene die ‘gewoon’ een beetje verkouden is. Maar ook kinderdagverblijven zijn beruchte besmettingshaarden. Doorgaans uit de besmetting zich in een onschuldige luchtweginfectie, die niet te onderscheiden is van een gewone verkoudheid, zoals verstopte neus, loopneus, hoesten en soms oorontsteking. Herinfecties treden veelvuldig op, zelfs binnen één RSvirus-seizoen. In de meeste gevallen zijn de symptomen een tweede keer minder ernstig dan de eerste keer.

Pasgeboren baby’s hebben van nature een redelijke bescherming tegen het RS-virus. Tijdens de zwangerschap kregen zij een voorraadje antistoffen mee. Voedt je kind zich aan de borst, dan wordt de bescherming tegen het virus nóg groter! Die hele kleintjes gaan ook nog niet naar de crèche en komen meestal niet zoveel in contact met anderen, dus de kans op een besmetting is daarmee ook niet zo groot. Raakt je kindje toch geïnfecteerd, weet dan dat jij met de borstvoeding gelijk de juiste antistoffen doorgeeft die je kind beschermen tegen mogelijk complicaties. Hierom zijn de verschijnselen doorgaans dus mild, en zie je hoogstens dat je kindje wat slechter drinkt, wat minder actief en soms wat prikkelbaarder is.

Kruipt het virus naar beneden en raken de lagere luchtwegen geïnfecteerd dan is het geen gewone verkoudheid meer. Wel twee weken kan je kindje te maken hebben met lichte koorts, zwaardere en korte ademhaling, benauwdheid, hardnekkig hoest en verhoogde hartslag. Hij lijkt niet alleen, maar is ook best ziek. De infectie van de kleine luchtwegen, en soms zelfs een longontsteking maken het ademen moeilijk. Drinken aan de borst is daardoor veel minder makkelijk dan voorheen. Het slijm zit in de weg, moedermelk komt soms terug. En, net zoals dat is als een volwassene ziek is: eten is niet meer leuk! Voor zo’n kleintje is er nu een reëel risico op uitdroging. Soms is ziekenhuisopname noodzakelijk vanwege de kans op uitdroging of te sterke benauwdheid.

Kwetsbare groepen

Voor het RS-virus kwetsbare kinderen zijn: kindjes met CARA en bepaalde hart- en longaandoeningen, prematuren en pasgeborenen.

Diagnose en actie

Soms hoef je dus geen diagnose te stellen: de infectie is mild en je kind heeft voldoende weerstand: hij drinkt wel wat slechter, heeft minder trek, een loopneus, beetje koorts of zwaardere ademhaling. Veelvuldig en kort aan de borst laten drinken, is in dit geval het beste wat je kunt doen.
Is de infectie minder mild, zijn de klachten sterker en dreigt uitdroging, dan kan een sneltest duidelijk maken dat het om het RS-virus gaat. Medicatie tegen het RS-virus bestaat echter niet. Krijgt je kindje een antibioticum dan bestrijdt dat niet het virus, maar wel bijkomende infecties van bijvoorbeeld de luchtwegen. Krijgt je kindje extra zuurstof, of medicatie om de luchtwegen te verwijden, dan zal hem dat verlichting geven. Ook nu is het belangrijk dat je kindje met moedermelk gevoed kan blijven worden. Direct aan de borst: frequent kleine slokjes moedermelk en troost. Of afgekolfde moedermelk via bijvoorbeeld een sonde. Troosten en warmte geven aan de borst is ook nu belangrijk. Kangoeroeën, buidelen, dragen en veel en dicht bij elkaar zijn werken genezend, maken je baby rustiger. Hij wordt er warm van en zijn bloeddruk en glucosewaarden zijn beter gereguleerd. Veiligheid is helend, hoe het ook zij.

Ben je zelf verkouden?

Zodra jij maar een beetje verkouden bent, en mogelijk al voor dat je het zelf in de gaten hebt, heb je je baby al besmet. Je bent veel en dicht bij elkaar, dus de overdracht van het virus is zomaar gebeurd! Geef je borstvoeding? Natuurlijk blijf je voeden. Het is niet aangetoond dat je via de moedermelk het virus overdraagt. Sterker nog: de antistoffen die jij zelf maakt tegen de verkoudheid, geef je juist via de moedermelk door aan je baby.

Je kindje voedt zich aan de borst

Met de moedermelk krijgt je baby vele immuunstoffen mee. Deze immuunstoffen beschermen tegen hoge en lage luchtweginfecties. De immuunstoffen kruipen als het ware tijdens het drinken uit de moedermelk in de mond- en keelholte en nestelen zich daar in in de slijmvliezen van je baby. Juist nu zijn de slijmvliezen vastbaar voor andere infecties: de aanwezige immuunstoffen verhogen de weerbaarheid. Passief en actief, want ze ‘leren’ het eigen immuunsysteem zich beter te weren. Ook bevat moedermelk actieve stoffen die de groei van de RS-virussen remmen.

Met moedermelk meer mans: doorgaans zullen de besmetting en de complicaties veel milder verlopen.

Voorzorgsmaatregelen

rs-1.jpgEen verkoudheid, en/of een besmetting met het RS-virus voorkomen gaat haast niet. Het virus is actief in de herfst en winter, daar valt dus slecht aan te ontkomen. Het virus gedijd goed in ruimtes waar veel mensen samen zijn zoals kinderdagverblijven. Neem je jonge baby liever niet mee als je weet dat het virus heerst. Hou je kindje gerust dicht bij je en geef het niet uit handen aan hoesterig kraambezoek. Andere maatregelen, je kent ze vast nog wel van de tijd van de Mexicaanse Griep, die helpen zijn: papieren zakboekjes, hoesten in je elleboog, veelvuldig handen wassen en vooral doorgaan met borstvoeding geven!

Waar let je op als je kind ziek is?

Hou vooral in de gaten dat je kind goed drinkt en minimaal drie keer per dag plast. Is je kind jonger dan zes weken, drinkt hij slecht en plast hij te weinig, én hoest hij en heeft hij het benauwdheid, neem dan direct contact op met je huisarts. Weet dat borstvoeding de beste bescherming biedt en dat moedermelk de beste ORS is.

  • Zitten je baby’s luchtwegen vol slijm en heeft hij daardoor moeite met drinken? Spriets wat moedermelk in zijn neusje, of gebruik een schoon pipetje. Moedermelk lost het slijm op en werkt desinfecterend.
  • Houdt het borstgebied van je baby warm: neem je kleintje lekker dicht bij je en smeer hem in met verwarmende tijmolie.
  • Als je baby slijm opgeeft en/of slecht wil drinken, leg hem dan vaker en korter aan. Je kindje is al moe, en vaker en korter drinken is minder vermoeiend, zeker als hij vaak moet hoesten tijdens het drinken.
  • Omdat je baby misschien minder drinkt dan voorheen, kan je productie teruglopen. Dat is niet zorgelijk, zodra hij weer beter is, zorgt hij er zelf voor dat je productie weer goed komt: je baby zal clusteren tot er weer genoeg is. Tussendoor een beetje kolven is natuurlijk ook een goed idee -als je er tijd voor hebt.
  • Heb je last van verstopte melkkanalen of stuwing? Kijk hier wat je kan doen.
  • Geeft je baby ook over? Niet stoppen met de borstvoeding, ook al word je dat soms aangeraden, maar juist korter en frequenter voeden.
  • Kan je baby via zijn mond iets binnenhouden, geef hem dan moedermelk.
  • Er is, in geval van ziekte, geen gevaar voor uitdroging als je baby minstens twee tot drie natte luiers per dag heeft.
  • Als je baby braakt, geef hem dan geen vast voedsel meer, maar juist vaak kleine beetjes borstvoeding.

Een ziekenhuisopname

Een ziekenhuisopname is intensief! Je kindje is ziek, moet goed in de gaten worden gehouden en zal niet veel eetlust hebben. Moedermelk blijft de beste voeding, zij het live aan de borst, zij het via een sonde. Laat je kindje niet alleen achter in het ziekenhuis. Blijf er bij. Biedt je zoon of dochter bescherming, de juiste voeding en troost.

Samenvattend

Een infectie met het RS-virus kan voor pasgeborenen en dan met name voor de kinderen uit een risicogroep een vervelende ziekte zijn. Borstvoeding voorkomt de ziekte weliswaar niet. Kinderen die niet met moedermelk gevoed worden lopen een groter risico op complicaties. Moedermelk voorziet in grote dosis specifieke immuunstoffen en RS-virus afbrekende stoffen. Vaak duurt de infectie een dag of drie, vier en is je kindje met een week, of kleine twee weken weer de oude. Een ziekenhuisopname is intensief, maar met een week is je baby vaak toch wel weer thuis.

Bron en Lees ook

Copyright, update december 2019

© | Op dit artikel rust copyright | StefanKleintjes |

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden