Veel gestelde vragen over voeden met grote borsten

Om te beginnen: vrouwen met elk formaat borst, van supergroot tot superklein, kunnen met succes borstvoeding geven. Desondanks kan het voor vrouwen die gezegend zijn met een zeer grote boezem, cupmaat DD of groter -voor ze begonnen met voeden-, nodig zijn om met verschillende posities en technieken uit te proberen om te zien wat voor hun lichaam het best werkt.
Hoewel borstvoedingsexperts het er niet over eens zijn wat het best werkt voor vrouwen met een grote boezem, zijn hier wat tips die anderen met hetzelfde probleem hebben geholpen. Wie weet helpen ze jou ook.
De originele tekst is op een aantal punten voorzien van nieuwe informatie. De toegevoegde informatie is geschreven door lactatiekundige Fransje Vervoort. De tekst is te herkennen aan de kleine letter.

Inhoudsopgave

1 – Gebruik de rugbyhouding
2 – Zorg ervoor dat de baby de hele tepelhof hapt, niet alleen de tepel
3 – Wanneer je het nodig hebt, zoek dan snel professionele hulp
4 – Ondersteun de borst tijdens het voeden
5 – Breng de baby altijd naar je tepel toe
6 – Maak een speciale voedplek
7 – Leer slapend te voeden
8 – Koop een perfect passende voedingsbeha
9 – Zorg voor een goede hygiënische zorg van de borst
10 – Oefen met voeden in het openbaar
11 – Zorg dat je ruim op tijd kennis opdoet
12 – Voed vaak en vermijd flesjes en fopspenen tegen elke prijs
13 – Heb je problemen om genoeg melk te maken? Ga onmiddellijk na hoe het komt
14 – Leer meer over kolven, als dat nodig is
15 – Masseer de borsten zo nu en dan tijdens het voeden en ga in op pijntjes
16 – Wat moet je aan bij lekkage en een overactieve toeschietreflex?
17 – Zorg dat je genoeg vloeistof en voeding tot je neemt
18 – Probeer tijdens het borstvoeden niet aan de lijn te doen
19 – Kolf altijd eerst een paar druppeltjes melk af
20 – Een kleine of premature baby voeden met grote borsten
21 – Succesvol borstvoeden na een keizersnee
22 – Oefen vooraf met de verschillende houdingen
23 – Informatie over voedingsbeha’s en voedingskleding
24 – Tips voor voedingsbeha’s
25 – Borstvoeding in het openbaar
26 – Matentabel
27 – Algemene informatie over borstvoeding

1 – Gebruik de rugbyhouding

Het voert voor deze FAQ te ver om de drie traditionele voedingshoudingen uitgebreid en goed te beschrijven. Hier vind je meer informatie:

Niet overal wordt de rugbyhouding hetzelfde beschreven. Terwijl die juist het handigste is voor vrouwen met een grote boezem. Zorg dat je niet geheel afhankelijk bent van deze FAQ, doe ook elders kennis op! Onthoud daarbij dat veel mensen die je zullen helpen bij het geven van borstvoeding niet altijd de speciale problemen van de vrouw met een grote boezem zullen begrijpen. Experimenteer zelf en vind uit wat het beste bij jouw lichaamstype past. In het Engels zijn het boek ‘The Nursing Mother’s Companion’ van K. Huggins en de video over borstvoedingshoudingen van Medela goed in het beschrijven en tonen van deze houding.

Bij de rugbyhouding houd je de baby aan één kant van je lichaam, zoals een rugbyspeler dat tijdens het rennen zou doen. Zijn beentjes steken naar achteren. In deze houding heb je bij het aanleggen meer bewegingsvrijheid voor je armen en een beter overzicht en betere controle over het hoofdje van de baby. Hij is bijzonder geschikt voor moeders met grote boezems, voor moeders die een keizersnede hebben ondergaan, voor vroeg geboren baby’s of meerlingen en voor moeders bij wie de traditionele zithouding pijn doet.
De sleutel tot succes bij deze houding is het gebruik van veel kussens om de baby op jouw hoogte te brengen, in plaats van met je borst te gaan hangen tot op de hoogte van de baby. Zorg ook dat je rug goed wordt ondersteund en zet je voeten op een klein krukje zodat je knieën wat hoger liggen. Een luxe verstelbare leunstoel is fijner dan een traditionele schommelstoel met hoge leuningen; voeden op een bank met veel extra kussens werkt ook goed. Houd de baby zo onder je arm, dat zijn hoofdje op je schoot op een kussen ligt. Je ondersteunt het hoofdje met je ene hand, en zijn bibsje ligt tegen de rug van de stoel (je moet misschien de beentjes omhoog buigen bij de heup, zodat hij zijn rug niet hol kan trekken door tijdens het aanleggen tegen de rugleuning van de stoel te duwen).
Ondersteun je borst voorzichtig met je andere hand, waarbij je je vingers niet op de tepelhof houdt. Druk alvast een klein beetje melk uit om te zorgen dat je tepel naar voren komen en om de baby lekker te maken, en kietel dan de lipjes van de baby met je tepel. Wanneer hij het mondje heel wijd open doet, laat hem dan snel toehappen, waarbij je erop let dat zijn lipjes het grootste deel van de tepelhof (het donkere stuk huid rondom je tepel) omvatten, en niet alleen je tepel. Zowel de boven- als de onderlip moeten naar buiten gekruld zijn en je zou snel het slikgeluid van je baby moeten horen. Als het niet helemaal goed is gegaan, leg dan opnieuw aan, zo vaak als dat nodig is. In het begin zal je het tamelijk vaak opnieuw moeten proberen omdat zowel jijzelf als je baby een nieuwe techniek aan het aanleren zijn. Dat het niet in een keer goed gaat is volkomen normaal. Als je wat langer voedt, zul je vanzelf snel en efficiënt leren aanleggen.

2 – Zorg ervoor dat de baby de hele tepelhof hapt, niet alleen de tepel

Je tepelhof is het donkere gebied rondom je tepel. Waarschijnlijk is die tijdens de zwangerschap een stuk donkerder geworden. Hierdoor kan je baby hem gemakkelijk vinden en erop focussen, aangezien baby’s grote kleurcontrasten beter kunnen zien. Het is heel belangrijk dat de baby de hele of tenminste het grootste deel van de tepelhof omvat met z’n mondje, niet alleen de tepel. Als de baby alleen de tepel hapt of te weinig van de tepelhof, dan kan hij mogelijk niet genoeg melk uit de borst ‘masseren’. Bovendien beschadigt de tepel bij zo’n slecht aangelegde baby en dit is dan ook een vaak voorkomende oorzaak van tepelpijn. Let er ook op, dat de vingers waarmee je je borst tijdens het aanleggen ondersteunt op voldoende afstand van je tepelhof zijn. Als je vingers te dicht bij de tepelhof zijn, zitten ze de baby in het weg bij het nemen van een grote hap om genoeg van de tepelhof in zijn mondje te krijgen. Dit probleem is groter bij vrouwen met een grote tepelhof, dus als dat bij jou het geval is moet je extra goed opletten om je vingers bij het ondersteunen van je borst uit de buurt van je tepelhof te houden.

Bij vrouwen met een kleine tepelhof zal deze (wanneer de baby goed is aangelegd) geheel verdwenen zijn, terwijl bij vrouwen met een grote tepelhof het grootste gedeelte verdwenen zal zijn. Als je bij de laatste groep hoort, is het moeilijk om te bepalen of de baby voldoende tepelhof in de mond heeft, maar je merkt het wel aan het resultaat. Als de baby slikt en voldoende melk lijkt te krijgen, en als het geen pijn doet en het grootste gedeelte van de tepelhof verdwenen lijkt te zijn, is alles waarschijnlijk goed. Als je twijfelt, moet je te rade gaan bij een lactatiekundige. Als het lijkt of de baby niet voldoende tepelhof in zijn mond heeft genomen, is het probleem waarschijnlijk dat de baby zijn mondje niet wijd genoeg opent en dat de moeder genoegen neemt met dit kleine hapje. De baby moet de mond wijd openen om voldoende tepelhof te pakken, dus je moet voor je hem aanlegt wachten tot de baby z’n mond bijna zo wijd opendoet alsof hij gaapt. Het is niet zo makkelijk om hierop te wachten als het nog niet lukt, maar dat wordt het met een beetje oefening wel; misschien kun je hem aanmoedigen om de mond wijd te openen door z’n lipje of wangetje herhaaldelijk met de tepel te kietelen. Wanneer het mondje dan eenmaal wijd open is snel aanleggen, want hij kan het mondje zo weer minder wijd open hebben! En als het nodig is, moet je hem herhaaldelijk aanleggen tot het goed gaat (dat moet vrijwel elke moeder doen). Let erop dat je bij het van de borst halen het zuigen van de baby met je pink onderbreekt, zodat je geen beschadigingen aan je tepel oploopt. Je moet gewoon je pink in het mondhoekje van de baby stoppen en dan tussen de kaakjes tot je voelt en hoort dat hij niet meer zuigt.

Algemeen advies: leg pas aan als je de maat ‘gaap’ ziet bij je baby

3 – Wanneer je het nodig hebt, zoek dan snel professionele hulp

Er zijn veel kleine details bij de verschillende aanlegposities die te moeilijk zijn om hier te behandelen, dus als je een probleem of pijn hebt, zoek dan meteen hulp bij een professionele lactatiekundige. Dit is erg belangrijk. Artsen en verpleegkundigen zijn in het algemeen niet goed opgeleid in het geven van hulp bij borstvoeding en zouden je zelfs op het verkeerde pad kunnen leiden. Een zelfstandige lactatiekundige is vaak beter dan eentje die aan het ziekenhuis verbonden is. Je kunt het best een lactatiekundige zoeken die International Board-Certified Lactation specialist (IBCLC) is, omdat zij op alle gebieden van borstvoeding goed opgeleid is. Ga na of ze ervaring in en kennis hebben van het helpen van vrouwen met grote borsten, en vraag ze dan je eerst de rugbyhouding te leren, voordat je de traditionele madonnahoudingen probeert.

Lactatiekundigen zijn post HBO opgeleid en soms ook zelf moeder met (ruime) borstvoedingervaring. Fransje: “Ik leer moeders vooral de cross cradle houding en volg het advies van Jack Newman: rechterhand aan de borst, duim boven en vingers bij de ribben. Linkerarm bij de baby en de hand van de moeder als een schaaltje om het hoofdje, zodat gestuurd kan worden. De tepel kan wat opgetild worden en een rolletje onder de borst kan deze ook wat liften, de tepel kan zo de lip prikkelen en de hap past beter op elkaar.”

Het is extra belangrijk om de hulp van een lactatiekundige in te roepen, als je problemen hebt met het opbouwen van de hoeveelheid moedermelk. Als je het gevoel hebt dat je ‘niet genoeg melk’ hebt (dit komt zeer zelden voor), zoek dan meteen een lactatiekundige omdat er veel manieren mogelijk zijn om dit probleem te verhelpen. Om hierin succesvol te zijn moet je snel beginnen (lees ook over problemen met de hoeveelheid melk, onder nummer 13). Geef geen bijvoeding tenzij de lactatiekundige het je adviseert of de baby tekenen van uitdroging toont (niet genoeg natte luiers, ingezonken fontanel, etc., kijk in je borstvoedingsboek voor meer details). Er kan soms wat tijd over gaan voor je rijpe melk maakt, vooral na een moeilijke, gemedicaliseerde bevalling (en zeker bij een keizersnee), maar de colostrum is meestal voldoende om de baby door deze periode heen te halen en is het ideale eerste voedsel voor de baby Het is de baby’s eerste vaccinatie, vol met antilichamen, het helpt de baby’s darmen beschermen tegen schadelijke bacteriën, helpt de baby met het produceren van zijn eerste ontlasting (meconium) en is makkelijk verteerbaar.

Colostrum is meestal gelig of helder en lijkt niet op melk, dus raak niet in paniek als je eerste ‘melk’ er niet uitziet zoals je verwachtte. Het is zo geconcentreerd, dat je er niet veel van nodig hebt, dus maak je niet ongerust als er in het begin niet genoeg lijkt te zijn; dit is geen indicatie van wat je productie zal zijn als de echte melk eenmaal komt. Veel vrouwen nemen aan dat als een baby na het voeden huilt, hij nog steeds honger heeft en bijvoeding nodig heeft, maar er zijn veel redenen waarom baby’s huilen.
Soms huilen ze alleen omdat ze een knuffel nodig hebben. Ga alle mogelijke redenen na en laat je niet verleiden tot bijvoeden tenzij de baby signalen vertoont dat hij het nodig heeft. Als je twijfelt, roep dan een professionele lactatiekundige in voor je bijvoedt. Zij weet op welke risicosignalen ze moet letten en kan je vertellen of je baby het echt nodig heeft. Ze kan je ook (bijvoorbeeld met kruiden) helpen je productie snel op te bouwen tijdens het bijvoeden, zodat je borstvoeding kan blijven geven; een arts zal in het algemeen alleen bijvoeding per flesje voorschrijven, zonder na te gaan of dit werkelijk nodig is en of er nog mogelijkheden zijn om de productie van de moeder op te voeren. Je beste hulp bij het oplossen van productieproblemen is een lactatiekundige! Hij of zij zal met je arts samenwerken om je baby’s gezondheid te verzekeren.

Het in een vroeg stadium onnodig geven van bijvoeding per flesje, is een vrij algemene oorzaak waardoor de borstvoeding kan mislukken. Het is erg verleidelijk in de kwetsbare positie waarin je na de bevalling bent, dus het komt vaak voor. Daarbij schrijven veel artsen en ziekenhuizen routinematig extra flesjes voor en geven ze fopspenen, waardoor ze het mislukken van borstvoeding veroorzaken en ze geven vaak gratis monsters kunstvoeding mee naar huis, waardoor het moeilijk kan zijn de verleiding te weerstaan. Zelfs kinderartsen en moedergroepen van het consultatiebureau hebben vaak gratis proefmonsters kunstvoeding duidelijk zichtbaar klaarstaan. Deze gratis monsters zijn onethisch en gaan in tegen de code van de World Health Organisation (WHO), maar het komt nog steeds vrij vaak voor.
Deze sabotage door de medische professie is schandalig, maar het komt voor. Fabrikanten van kunstvoeding sturen zelfs ongevraagd dozen gratis kunstvoeding per post, in het bijzonder als je je ingeschreven hebt voor hun ‘gratis’ teddyberen of luiertas (zelfs al je op het inschrijfformulier invult dat je van plan bent je kind uitsluitend borstvoeding te geven). Ze weten dat een borstvoedingskind dat flesjes krijgt gemakkelijk snel van de borst naar de fles overgaat, waardoor de firma meer geld verdient. Moeders die van plan zijn om borstvoeding te geven, moeten er attent op zijn dat ze niet in deze verleidelijke marketingval trappen. Breng de kunstvoeding naar het goede doel of geef het aan een kennis die kunstvoeding geeft. Studies tonen duidelijk aan dat het weggeven van gratis monsters aan moeders die borstvoeding willen geven de borstvoedingsperiode duidelijk verkort.

Wanneer bijvoeding medisch noodzakelijk wordt, moet je het beslist geven, omdat je kind het dan nodig heeft. Het is een geruststellende gedachte dat je vaak toch, met hulp, borstvoeding kunt blijven geven. Als je dit wilt, zorg er dan voor dat je je kind altijd eerst aan de borst legt en dan een van de alternatieven voor het flesje gebruikt (spuitje, cupfeeding, lepeltje of oogdruppelaar), waardoor je meer kans hebt om de borstvoeding in stand te houden (zie het stukje over nooit de voedingstijd beperken). Gebruik geen flesjes (of fopspenen), omdat veel jonge baby’s makkelijk tepelverwarring krijgen en de twee technieken die nodig zijn om uit de borst en uit de fles te drinken niet allebei kunnen beheersen. In moeilijke gevallen, kan je de baby de benodigde voedingsstoffen geven door een borstvoedingshulpset terwijl je ondertussen gewoon doorgaat met de borstvoeding en de productie stimuleert (kijk in een borstvoedingshandboek voor meer informatie).
Baby’s die zuigproblemen hebben (zoals prematuren of kindjes met een schisis), kunnen vaak worden geholpen met een Haberman Feeder Vraag daar naar via je lactatiekundige. Als je zo’n baby hebt, is het extra belangrijk om je te laten begeleiden door een lactatiekundige. Juist zieke baby’s of baby’s met bijzondere behoeften hebben bijzonder veel baat bij de beschermende bestanddelen van moedermelk, dus voor deze kinderen is het extra belangrijk om zo veel mogelijk moedermelk te blijven geven, alhoewel het niet altijd makkelijk is.

In het kort: vertrouw er niet op dat je arts aanlegproblemen vaststelt of verhelpt. De meeste artsen vinden borstvoeding niet zo belangrijk en hebben niet zoveel kennis op het gebied van borstvoeding. Je hebt een lactatiekundige nodig, en wel zo vroeg mogelijk. Hetzelfde is het geval als je pijn hebt. Borstvoedingshandboeken kunnen je alleen helpen bij het bepalen van de voedingshouding; je hebt vaak het oog van een ervaren deskundige nodig om de kleine details die gecorrigeerd moeten worden te ontdekken, of andere potentiële problemen zoals spruw of verstopte melkkanaaltjes te signaleren. Laat het probleem niet erger worden door behandeling uit te stellen. Verder kan een lactatiekundige je helpen om duidelijk vast te stellen of bijvoeding medisch noodzakelijk is en je helpen daarbij de borstvoeding op peil te houden, indien gewenst zelfs wanneer bijvoeding daadwerkelijk nodig is.

4 – Ondersteun de borst tijdens het voeden

Ondersteun je borst altijd met je hand in de ‘C-greep’, of met een opgerold washandje, vooral als je in de madonnahouding voedt. Sommige moeders hoeven in de rugbyhouding de C-greep alleen tijdens het aanleggen te gebruiken, terwijl anderen de borst tijdens de hele voeding ondersteunen, welke houding ze ook gebruiken. Experimenteer om uit te vinden wat voor jou het beste werkt.

Met de C-greep gebruik je één hand (bij voorkeur de buitenste hand, de hand aan dezelfde kant als de borst waarmee je voedt) om de borst te ondersteunen. Houd je handpalm voorzichtig onder je borst, waarbij je je vingers goed uit de buurt van de tepelhof houdt. Als je de rand van je hand tegen je ribben kunt houden en dan nog de hele borst kunt ondersteunen is dat ideaal, maar sommige vrouwen moeten hun hand wat van de borstkas afhouden om de borst voldoende te ondersteunen. Krul je duim licht rondom de zijkant en de bovenkant van de borst, waarbij je met je hand de letter C vormt. Houd nog steeds je duim en vingers uit de buurt van de tepelhof, want als je vingers daar te dicht op zitten, kan dat de baby in de weg zitten bij het toehappen waardoor hij niet genoeg van de tepelhof in zijn mondje krijgt. De baby kan niet genoeg melkkanaaltjes achter de tepelhof (het donkere gebied rondom de tepel) omvatten waardoor hij niet genoeg voedsel krijgt en het veroorzaakt pijn bij jou.

Omdat grote borsten de neiging hebben naar buiten te vallen, heb je een betere controle over de borst als je de buitenste hand gebruikt (dus de linkerhand als je de linkerborst geeft) dan wanneer je de binnenste (tegenoverliggende) hand gebruikt. Maar als jij het handiger vindt de andere hand te gebruiken, moet je dat natuurlijk doen. Het voordeel van de buitenste hand gebruiken is dat je meer invloed hebt op je borst, maar je kunt deze hand bij de madonnahouding zo niet gebruiken omdat je er dan de baby mee vasthoudt. Een andere manier is de Engelse houding, waarbij je je baby ondersteunt met je tegenoverliggende hand, terwijl je de borst met de buitenste hand steunt en stuurt. Deze houding lukt beter bij vrouwen met een minder grote boezem dan bij vrouwen met echt grote borsten, maar het is de moeite van het proberen waard. Sommigen vinden een ‘mitella’ onder de borst handig, anderen vinden dit een smakeloos idee. Meestal is het gebruik van je hand of een washandje voldoende. Het is heel belangrijk dat je de borst heel voorzichtig vasthoudt, want de druk van je hand zou een verstopt melkkanaaltje of bij hiervoor gevoelige vrouwen zelfs borstontsteking kunnen opleveren. Wees voorzichtig met je borst!

5 – Breng de baby altijd naar je tepel toe

Breng altijd je baby naar de borst, nooit je borst naar de baby. Hang nooit naar de baby toe. Gebruik als het nodig is veel kussens naast je of bij de bakerhouding op schoot. Vergeet ook niet een paar kussens achter je rug te leggen om je rug te ondersteunen. Een speciaal ondersteuningskussen achter je rug is bijzonder fijn. Als je de madonnahouding gebruikt, probeer dan bij een oudere baby eens de baby tussen je benen te laten rusten in plaats van op schoot om hem op de goede hoogte te kunnen houden, of bestel een speciaal voedingskussen om de baby op de juiste plek te houden (je kunt deze ook in grote maten bestellen. Als je tijdens het voeden rugpijn hebt, leun je waarschijnlijk teveel naar de baby toe in plaats van dat je hem naar jou toe leidt.

Zet je voeten op een krukje of leg ze op de tafel. Zorg dat de knieën hoger zijn dan de heupen. Je moet dan wel met de rug tegen een leuning of de muur leunen. Bij gebruik van een kussen moet je erop letten, dat de baby met zijn neus niet boven de tepel uitkomt, dan is het kussen namelijk te dik. In de loop van de tijd wordt de baby groter en dan zul je de maat van het kussen moeten aanpassen.

6 – Maak een speciale voedplek

Maak overal waar je vaak voedt, een speciale plaats, compleet met kussens, voetensteuntje, leunstoel als je dat fijn vindt, een plekje waar je een glas water of gezonde hapjes kunt neerzetten, reserve spuugdoekjes, of andere dingetjes die je nodig hebt. Als je vaak boven en beneden bent, maak dan op beide verdiepingen zo’n plekje. Het is belangrijk om niet steeds kussens te moeten zoeken en je elke keer als je de baby moet voeden helemaal te moeten installeren, en het is verschrikkelijk vervelend om midden onder het voeden op te moeten staan om een glas water te halen Het is voor de melkproductie belangrijk om voldoende vocht binnen te krijgen. Overweeg een leunstoel te kopen voor de plek waar je het meest voedt. Ze zijn voor veel fors geschapen voedende moeders een zegen.

7 – Leer slapend te voeden

Slaap is een kostbare zaak voor een nieuwe moeder, dus probeer uit in welke houding jij kunt voeden en tegelijk wegdoezelen of slapen. Sommige vrouwen met grote boezem kunnen voeden terwijl ze op hun rug liggen, maar anderen vinden dat te moeilijk. Het is erg moeilijk om zonder plaatjes uit te leggen hoe je liggend voedt, maar in principe lig je op je zij in bed. Het is belangrijk dat je niet in een hoek van 90 graden (-|-) ten opzichte van het bed ligt, maar in een hoek van circa 45 graden (-\\- of -/-, afhankelijk van of je met de bovenste of onderste borst voedt). In deze houding moet je kussens achter je rug leggen om je te steunen. Je ligt buik-aan-buik met de baby. Je legt je vingers onder de borst en tilt deze op (als je uit de onderste borst voedt, je ligt dan ietsje achterover), of (bij de bovenste borst) je hangt voorover terwijl je de borst ondersteunt en de baby laat toehappen terwijl hij met een mooi wijd open mondje zoekt Onthoud dat het cruciaal is dat de baby goed de tepelhof hapt!

Je kunt ook gesteund door kussens en een rolletje in de nek, halfzittend de borst geven en in slaap vallen. Een zachter lampje voor het hoognodige zicht is voldoende. Neem altijd wat drinken erbij. Ook kunnen moeders met grote borsten op hun rechter zijde voeden en beginnen met de rechterborst. Een rolletje tussen de borsten voorkomt dat deze over de andere valt. Bij de tweede borst rolt de moeder wat verder door en geeft zo de linkerborst. Andere volgorde werkt niet in verband met flinke druk en lekkage.

Sommige moeders vinden het makkelijker als de baby ‘ondersteboven’ ligt, zodat zijn voetjes bij hun hoofd zit en het buikje tegenover hun gezicht. Dit is wat ongewoon, maar het werkt goed. Een andere mogelijkheid is de ‘Australische’ positie, waarbij moeder plat op het bed ligt. Ze legt de baby aan terwijl de rest van het lijfje van de baby voorzichtig in een hoek langs haar zij wordt gelegd, half op, half naast haar lichaam. Sommigen vinden dat je deze houding beter pas kunt gebruiken als de baby wat ouder is en een betere controle over zijn hoofdje heeft, maar anderen vinden dit niet nodig. Andere vrouwen zitten gewoon rechtop in bed, met een heel goede steun in de rug, en voeden terwijl ze zittend doezelen. Je partner kan je ruggesteun zijn!

Bij Australisch voeden is het belangrijk dat de moeder met de handpalm het (voor)hoofdje van de baby steunt en haar elleboog rust dan op bed.

De meeste moeders vinden de nachtvoedingen het makkelijkst als de baby bij ze in bed slaapt. Ga eerst na of je bed niet te zacht is en dat er geen gaten zijn waarin de baby vast zou kunnen komen te liggen en gebruik geen waterbed. Andere vrouwen hebben de baby in een wiegje of ledikantje naast hun bed staan, omdat ze dan zelf beter slapen terwijl ze ‘s nachts toch het kindje snel kunnen pakken (dit heet ‘sidecar’). Anderen vinden het fijner om het kindje in zijn eigen kamertje in een wiegje te laten slapen, maar dan moet je elke keer uit bed als je kind een nachtvoeding nodig heeft. In deze situatie is het misschien handig om in een gestoffeerde leunstoel te investeren voor in je slaapkamer of de babykamer. Gebruik dan kussens om je baby en je rug te ondersteunen, leun achterover en voed in de bakerhouding terwijl je een oogje toe doet. De leunstoel is ook erg comfortabel aan het eind van de zwangerschap als het moeilijk is om een goede slaaphouding te vinden, of als je last hebt van oprispend maagzuur. Een leunstoel is heel fijn voor een voedende moeder met een forse boezem, of je hem nou in de slaapkamer of de huiskamer zet, dus als het maar enigszins mogelijk is moet je er beslist op uit gaan om er een te kopen, bij voorkeur al aan het eind van de zwangerschap.

Het is essentieel om de baby veel nachtvoedingen te geven (verwacht niet dat de baby voorlopig een nacht ‘doorslaapt’), dus experimenteer om uit te vinden welke constructie voor jullie het best werkt en je ook de kans geeft om wat slaap te krijgen. Probeer alle suggesties en vind uit wat voor jou het beste werkt.

8 – Koop een perfect passende voedingbeha

Goede kant en klare voedingsbeha’s zijn verkrijgbaar in maten tot ca. 115J. Aan het eind van je zwangerschap en in de periode van stuwing zijn beha-bandverlengers heel handig om je beha passend te maken en je kunt ze als je je normale maat weer hebt makkelijk weer verwijderen. Vaak voelt een voedingsbeha in het begin wat oncomfortabel, omdat je ribbenkast door de baby uitgezet is, maar met een verlenger kun je het in de tussentijd wat comfortabeler maken. Maar als je beha erg oncomfortabel is moet je hem meteen ruilen. Het is heel belangrijk dat je voedingsbeha lekker zit en goed past.

Hoeveel je borsten zullen groeien is bijzonder moeilijk te voorspellen, maar je kunt een beha van een maat of twee groter in omtrek en circa twee cups groter bestellen. Deze eenvoudige rekensom werkt niet voor alle vrouwen. Bestel/koop in de achtste of negende maand van je zwangerschap twee of drie beha’s. Vraag de leverancier om advies omdat cup- en omvangmaten van verschillende fabrikanten of zelfs van één firma kunnen verschillen. Wanneer de stuwing eenmaal voorbij is en je je uiteindelijke maat voor de voedingsperiode weet, kun je gaan investeren in meer beha’s. Tegen die tijd weet je ook welke maat, type en merk voedingsbeha je het fijnst vindt.

Draag niet een beugelbeha, omdat de beugels tegen het gevoelige borstweefsel kan drukken. Dit kan melkkanaaltjes doen verstoppen of borstontsteking veroorzaken. Dit geldt in het bijzonder voor vrouwen met een grote boezem. Deskundigen raden uitgesneden voedingsbeha’s waarbij langs de onderkant van de borst ook tijdens het voeden een ondersteunende band blijft staan af. Sportbeha’s of andere strakke beha’s kunnen de hoeveelheid melk die je maakt flink verminderen. Slappe beha’s die weinig steun geven, kunnen ook problemen opleveren: borsten die niet overal even goed geleegd worden, zere borsten en verstopte melkkanaaltjes. (Dit probleem geldt ook weer in het bijzonder voor vrouwen met een grote boezem, dus vermijd deze slappe beha’s tegen elke prijs!) Als je tegen het einde van de zwangerschap problemen hebt omdat je beha je zwangere buik irriteert, probeer dan een stoffen luier tussen je borsten te stoppen. Ga ook goed om met de hygiëne rondom je borsten, omdat schimmelinfecties de irritatie kunnen verergeren.

Beugel beha’s worden ten alle tijden afgeraden. Zijn uiteraard wel verkrijgbaar, de fabrikant komt uiteraard de wens van de vrouwen tegemoet, maar dat is op verzoek van vrouwen, maar niet omdat het veilig is bij borstvoeden.

Niet elke lactatiekundige zal je afraden een beugelbeha te gebruiken. Let er altijd goed op dat je beha, en dus ook een beugelbeha, goed zit en niet afknelt. Als de naden van je beha als je hem uitdoet in je borst staan dan zit hij te strak. Dat is dus niet goed. [noot van de redactie]

Een goede voedingsbeha kun je makkelijk losmaken, hij ondersteunt de borst goed, zonder tegen het gevoelige gebied met melkkanaaltjes te drukken, is gemaakt van een comfortabel materiaal dat prettig aanvoelt tegen de huid, heeft de goede maat voor jou en kan makkelijk gewassen worden. Ze zijn hun gewicht in goud waard, dus wees niet huiverig om in een goede beha te investeren.

9 – Zorg voor een goede hygiënische zorg van de borst

Vrouwen met grote borsten krijgen soms huidinfecties en irritaties onder de borsten. Tijdens de zwangerschap komen schimmelinfecties vaker voor en deze kunnen een huidschimmelinfectie tot gevolg hebben. Daarbij hebben dikke vrouwen wat meer risico op het krijgen van zwangerschapsdiabetes. Je krijgt dan hogere bloedsuikerniveaus, die ook verschillende schimmelinfecties een kans kunnen geven. Het verminderen van je suikerinname kan helpen, zelfs als je geen zwangerschapsdiabetes hebt. Hieronder valt ook het stoppen met drinken van fruitsap (gezoet en ongezoet), omdat vruchtsuiker de bloedsuikers bijna net zo snel verhogen als gezoete frisdrank. Regelmatig gebruik van antibiotica kan ook een oorzaak zijn. Als je een langdurige of terugkomende schimmelinfectie hebt, ga dan naar je verloskundige of arts en vraag of je op zwangerschapsdiabetes getest kan worden. Het kan ook gewoon door de zwangerschapshormonen komen, maar als je zwangerschapsdiabetes hebt, moet je er zo snel mogelijk achterkomen, dus steek je hoofd niet in het zand!

Normale borstverzorging tijdens de zwangerschap is gewoon elke dag met water wassen. Gebruik geen zeep, bodygel of shampoo omdat deze producten vaak te veel uitdrogen en irriteren. Je borsten hebben ook een zelfreinigend vermogen; als je te vaak met zeep wast, kan je dit proces saboteren. Droog goed af met de handdoek, vooral onder de borsten. Droog dan de onderste helft nog na met de haarfohn (koele stand) om er zeker van te zijn dat al het vocht weg is. Restjes vocht kunnen schimmelinfecties op de huid veroorzaken of verergeren. Was je beha ook vaak, met heet water en bleekwater. Als je een chronische, zeer hardnekkige schimmelinfectie hebt, moet je misschien al je beha’s vervangen om voorgoed van het probleem af te raken. Gebruik tenslotte nooit talkpoeder onder de borst, aangezien dit de irritatie kan verergeren en de schimmelinfectie voedt.

Als je toch een schimmelinfectie onder de borst krijgt, wees dan extra zorgvuldig in je dagelijkse hygiëne. Het is essentieel om met de fohn te drogen en de beha vaak te wisselen. Een andere behandeling is het aanbrengen van yoghurt (de soort met levende bacteriecultures) op de aangetaste huid: je hoeft maar een klein beetje te gebruiken! Een beetje minder knoeierig alternatief dat voor sommigen werkt is acidophilus poeder te strooien over het gebied (sommige eko-winkels hebben die, in de koeling). Bij bijzonder hardnekkige gevallen, moeten sommige vrouwen hun beha’s behandelen of nieuwe kopen. Dat is per persoon anders. Controleer ook andere gebieden waar schimmelinfecties kunnen voorkomen, bijvoorbeeld de liesplooien, vetplooien in de huid en de navel.

Soms wordt aangeraden om je tepels voor het voeden ‘te harden’ door er met een handdoek over te wrijven; dit advies is verouderd. Sommige deskundigen maken zich zelfs zorgen dat dit grotere problemen kan opleveren, dus je kunt het maar beter niet doen. Ook het gebruik van speciale zalfjes is tijdens de zwangerschap onnodig.

Als je na de bevalling zere tepels of kloofjes hebt, wat meestal wordt veroorzaakt door verkeerd aanleggen, dus vraag advies hierover, is de enige zalf die de meeste deskundigen aanraden ‘Lansinoh’, dat zo puur, hyperallergeen en niet-giftig is, dat je het niet eens hoeft af te vegen voor de volgende voeding. Een andere mogelijke oorzaak voor pijn of kloofjes is spruw, een candida-infectie die zowel bij moeder als kind aanwezig kan zijn (zie bij nummer 15 over pijn in en op de borst).

Doe je natuurazijn in de wasmachine dan wordt het spoelwater zuur: dit is een natuurlijke vijand van schimmels. Het is ook goed voor de fijne lingerie, die daardoor mooi blijft.

10 – Oefen met voeden in het openbaar

Dit is moeilijker voor fors geschapen vrouwen, maar het kan wel. Als je de madonnahouding goed beheerst, kun je jezelf als je van ‘bovenaf’ voedt eventueel met een dekentje, luier of shawl wat bedekken, of je tilt gewoon je T-shirt omhoog. Voeden gaat makkelijker als je kleding uit twee stukken draagt (broek en trui, rok en blouse). Je kunt wel voeden met blouses en jurken die je van bovenaf kan openknopen, maar het is niet erg discreet, dus als je je snel geneert moet je ze vermijden. Er bestaat speciale kleding om de borst in te geven, maar in Nederland zijn ze moeilijk te krijgen. Je kunt ze via internet in de VS bestellen tot de maat 3X. Deze speciale voedingskleding is meestal niet nodig, maar het kan soms voor speciale gelegenheden leuk zijn een mooie jurk te dragen waar je toch in kan voeden (de meeste jurken zijn niet geschikt voor het geven van borstvoeding). Voedingskleding is vaak nogal aan de prijs, dus de meesten van ons zullen gewoon een broek en een T-shirt of trui dragen waarin je gemakkelijk kunt voeden. Er zijn ook vrouwen die zweren bij voedings-T-shirts, dus je kunt er een of twee kopen en kijken of je ze prettiger vindt of niet.

Degenen die het makkelijkst voeden in de rugbyhouding, kunnen een grote, goed gevulde luiertas gebruiken om de baby tijdens het voeden op te laten liggen. Ga in kleermakerszit op de grond zitten of gewoon op een bank. Zet de luiertas dan pal naast je been. Leg de baby met z’n hoofd in je schoot en zijn lijfje over je been en de luiertas. Til dan je T-shirt een beetje op en leg de baby aan. Als je je toch te bloot voelt kun je ook nu een klein dekentje of een shawl gebruiken om het bloot te bedekken. Oefen dit eerst thuis om de routine erin te krijgen, met een beetje oefening gaat dit heel handig en vrij discreet. Misschien kijken vrouwen die gewoon de madonnahouding kunnen gebruiken een beetje gek, maar trek je dat niet aan: jij doet het gewoon op jouw manier! Wat belangrijk is, is dat je jouw baby met jouw moedermelk z’n voeding en de antilichamen krijgt. Als je op een vanzelfsprekende manier in het openbaar voedt, zullen de meeste mensen niet eens in de gaten hebben dat je aan het voeden bent. Als je het echt vervelend vindt, zoek dan een rustig hoekje, een kantoortje of een kleedkamer, maar ga nooit op de wc zitten. Dat is een voor een baby net zo’n onhygiënische plek om te eten als voor een volwassene.

Het verrast veel mensen dat in het openbaar borstvoeden meestal veel makkelijker is dan een fles kunstvoeding of afgekolfde moedermelk te geven. Als je er eenmaal aan gewend bent is het stukken makkelijker, dus oefen gewoon tot je het gemakkelijk kan. Ook op reis is het handiger, dus het is echt de moeite van het leren waard. Riskeer niet dat je je borstvoeding in gevaar brengt omdat je buitenshuis een fles geeft omdat je te verlegen bent om te leren hoe je in het openbaar discreet kan voeden.

Je moet het misschien in kleine stapjes doen, dat maakt niet uit. Begin thuis te oefenen en vind uit welke kleren en houdingen het meest discreet zijn zodat je je in het begin niet al te bloot voelt. Oefen met een dekentje of shawl als je dat prettiger vindt. Oefen dan voor je partner en vraag hem/haar of het zo goed gaat. Sommige vrouwen vinden het handig om voor de spiegel te oefenen, anderen zeggen dat ze daar niet veel aan hadden. Kijk wat voor jou werkt. De volgende stap is voeden in gezelschap van een goede vriend of familielid, of op een bijeenkomst van een borstvoedingsorganisatie of in een borstvoedigscafé of mamacafé. Daar tref je meer vrouwen die voeden, dat maakt het waarschijnlijk minder eng. Nogmaals, zij mogen het misschien gek vinden dat je in een andere houding voedt, maar maak je niet druk en doe het zoals het voor jou het beste werkt. Ga dan eens voeden in een rustig, beetje afgeschermd hoekje in een drukke ruimte zoals een café, een winkelcentrum, of een vliegveld. Ga elke keer dat je buitenshuis moet voeden een stapje verder. Blijf je grenzen verleggen, maar met kleine stapjes, niet sneller dan je zelf durft. Breng jezelf niet in een situatie waarin je je gegeneerd of vernederd voelt, en omgeef je zelf door mensen die je steunen. Uiteindelijk voed je overal, waar het ook nodig mocht zijn.

De meeste vrouwen met grote borsten kunnen met wat tijd en geduld leren om in het openbaar te voeden. Als jij je echter niet helemaal prettig voelt bij het ‘en public’ voeden, ga dan niet verder dan waarbij je je wel prettig voelt. Ga tot je grenzen, maar maak jezelf niet neurotisch. Als je altijd een shawl nodig hebt, prima. Als je liever in een slaapkamer voedt als je bij kennissen op bezoek bent, doe dat dan. Als je liever in de kleedkamer voedt, accepteer nooit de wc om te voeden, in de winkel, of een stil, afgeschermd hoekje in een meubelzaak, doe dat dan. Het belangrijkste is dat je je eigen grenzen verlegt, maar wel op plekken waar je jezelf prettig voelt om datgene te doen wat belangrijk is: je baby de beste voeding geven die bestaat. Ga geen kunstvoeding geven alleen omdat je het moeilijk vindt in het openbaar te voeden. Neem maatregelen om de gulden middenweg te vinden, maar voel jezelf niet minderwaardig als je niet de flair hebt om tijdens het voorzitten van een vergadering eventjes de baby aan te leggen. Geef jezelf de tijd, dan vind je vanzelf een vorm die voor jou acceptabel is.

11 – Zorg dat je ruim op tijd kennis opdoet

Zorg dat je je voor de geboorte inleest in borstvoeding. Pak een goed borstvoedingsboek in je koffertje voor het ziekenhuis, ook als je van plan bent thuis te gaan bevallen. Het zal je verrassen hoe vaak je er even in kijkt. Leen andere boeken over borstvoeding bij de bibliotheek om de inhoud te vergelijken, maar onthoudt daarbij dat sommige boeken verjaarde informatie of zelfs slecht advies geven. Als je twijfelt, volg dan het advies uit de boeken en folders van één van beide borstvoedingsverenigingen.
Ga naar een bijeenkomst van een van de borstvoedingsverenigingen of volg een borstvoedingscursus van een lactatiekundige, deze kunnen zeer waardevol zijn. Verwacht niet dat je verloskundige of verpleegkundige je veel hulp geeft met het voeden, meestal weten ze niet zo heel veel over borstvoeding geven en/of hebben ze niet genoeg tijd om je te helpen. Ook de dokter zal geen grote hulp zijn, mogelijk werkt deze je zelfs tegen. Bij het voeden is het aan jou om de leiding te nemen. Het beste advies komt meestal van moeders die zelf langer dan zes maanden hebben gevoed, aangezien het wanneer je iets nieuws wilt leren altijd het beste is om begeleiding te vragen aan een persoon met ervaring. Er mankeert niets aan iemand met minder ervaring, maar ze hebben misschien zelf nog niet genoeg ervaring met het oplossen van problemen om echt deskundig te zijn. Degene met meer ervaring zou suggesties of advies hebben waar degene die korter heeft gevoed niets over weet.

Sommige mensen hebben hun twijfels over de borstvoedingsverenigingen, maar ze zijn echt heel nuttig, dus zoek een groep die bij jouw benadering en jouw situatie past. Pak het advies dat jij kunt gebruiken op en laat de rest maar zitten; je hoeft je niet de voordelen van deze groepen te ontzeggen omdat je het niet met alles wat ze zeggen eens bent. Omdat dit vrijwilligersgroepen zijn, zal elke groep anders zijn. Als je de eerste groep waar je bij bent geweest niet prettig vindt, kijk dan of er een andere groep in je omgeving is. In deze groepen worden alle onderwerpen die met borstvoeding te maken hebben behandeld, en je zult uiteindelijk wel een groep vinden waar je je thuis voelt. Leen vooral ook de boeken uit hun bibliotheek, die op borstvoedingsgebied veel beter is gesorteerd dan de openbare bibliotheek.

Het is heel belangrijk om kort na de geboorte, de eerste twee weken, contact te zoeken met andere voedende moeders. Dit is de periode waarin de meeste borstvoedingsproblemen voorkomen en waarin de meeste nieuwe moeders slecht advies krijgen van artsen of familieleden die de borstvoeding tegenwerken. Het is geen verrassing dat borstvoeding het vaakst in deze periode of kort erna mislukt. Het is dus essentieel om in deze periode hulp te krijgen bij het oplossen van problemen. Als borstvoeding ‘misgaat’, is het meestal geen fout van de moeder, maar van het gezondheidsteam dat haar niet afdoende heeft geholpen. Maar er zijn veel voorzorgsmaatregelen die de moeder kan nemen om dit risico zo veel mogelijk te vermijden.

Kijk als het maar even kan een paar keer voor en na de geboorte naar een goede video over borstvoeding geven. Jij en je baby leren een heel bijzondere techniek aan en het is best moeilijk om iets alleen uit een boekje te leren! Kijk naar de ‘live’ demonstraties op de video en probeer de kunst bij andere voedende moeders af te kijken. Net als bij alle andere vaardigheden is ook bij borstvoeding belangrijk om eerst te zien hoe het moet. Wees geduldig: jij en je baby leren een ingewikkelde nieuwe vaardigheid. Geef jezelf de tijd om het te leren, net zo goed als je de tijd zou nemen om een muziekinstrument te leren spelen, en raadpleeg deskundigen.

Tenslotte benadrukken we dat het belangrijk is om professionele hulp in te roepen zodra je een probleem hebt. Soms voelen fors gebouwde vrouwen zich te ongemakkelijk met hun lijf om de hulp die ze nodig hebben te vragen en stellen ze het te lang uit. Laat het formaat van je borsten je niet weerhouden hulp in te roepen. De lactatiekundige heeft allerlei borsten gezien, en het maakt ze werkelijk niets uit of de jouwe hangen of dat er een hele landkaart vol blauwe aders overheen loopt. Ze weten dat de meeste vrouwen niet direct fotomodellen zijn en dat er borsten alle maten en vormen zijn. Laat verlegenheid of een leven vol pesterijen je niet ook hier in belemmeren. Als je je hier nog steeds door laat beïnvloeden, hebben de pesters nog steeds de macht in handen. Het is tijd om jezelf onafhankelijk van hen te verklaren en zelf de macht in handen te nemen!

12 – Voed vaak en vermijd flesjes en fopspenen tegen elke prijs

Beperk in de eerste weken de tijd dat de baby aan de borst is en/of het aantal voedingen niet, en gebruik de eerste zes weken nooit flesjes met bijvoeding of fopspenen. Sta erop dat het ziekenhuis zich aan deze regel houdt (je moet misschien flink aandringen). Probeer een bordje op te hangen waarop staat dat je kind geen flesje met bijvoeding mag krijgen en sta erop dat je baby bij jou op de kamer ligt. Soms saboteert ziekenhuispersoneel borstvoeding door hun acties, zelfs ook al hebben ze de beste bedoelingen, dus je moet erg goed opletten dat er geen flesjes bij worden gegeven.

Het is niet ongebruikelijk dat grote baby’s (acht pond en zwaarder) automatisch flesjes met bijvoeding krijgen. Veel werkers in de gezondheidszorg nemen aan dat zo’n baby risico loopt op hypoglykemie (laag bloedsuikergehalte) en glucosewater of kunstvoeding nodig heeft om het bloedsuikerpeil te stabiliseren. Zeg het personeel dat ze als ze twijfelen het bloedsuikergehalte van de baby mogen testen, maar dat jouw grote baby geen extra flesjes krijgt tenzij ze kunnen aantonen dat de baby een te laag bloedsuikergehalte heeft. Baby’s van moeders met diabetes (alle soorten, ook zwangerschapsdiabetes), lopen inderdaad risico op het krijgen van hypoglykemie. In zo’n geval moet de baby snel na de geboorte nagekeken worden om te kijken wat zijn bloedsuikergehalte is. Het is niet terecht om automatisch aan te nemen dat de baby een te laag bloedsuikergehalte heeft en een routinematig flesje te geven. De meeste werkers in de gezondheidszorg zullen het met je eens zijn dat als het bloedsuikergehalte aan de lage kant is, het voldoende is om borstvoeding te geven en nog eens een test te doen, indien nodig later nog eens.
Colostrum is een perfect voedingsmiddel voor een baby met hypoglykemie, en het is zeer geconcentreerd, dus je hebt er niet veel van nodig. Als het bloedsuiker echter veel te laag is of niet snel genoeg stijgt als gevolg van het voeden, moet de baby inderdaad bijvoeding krijgen in de vorm van kunstvoeding of glucosewater (de meningen hierover zijn verdeeld, maar kunstvoeding is waarschijnlijk beter aangezien er eiwitten in zitten die de stijging van het bloedsuikergehalte van de baby rustiger zal doen verlopen). Dit moet niet per flesje gegeven worden. Sta erop dat de staf een cupje (klein bekertje), lepels, druppelaar of injectiespuit gebruikt.

Als je diabetes hebt, is het verstandig deze voedingstechnieken van te voren te oefenen, zodat je ze indien nodig beheerst; het is ook verstandig om het aan je partner of een ander die je bij bevalling helpt te leren, zodat zij het kunnen doen als jij het niet kunt omdat je bijvoorbeeld een keizersnee hebt gehad. Andere gevallen waarin een baby mogelijk routinematig bijvoeding krijgt omdat men zich zorgen maakt over hypoglykemie zijn baby’s met een zeer laag geboortegewicht of baby’s die na een traumatische of moeilijke bevalling zijn geboren. Vraag ook hier de staf eerst het bloedsuikergehalte daadwerkelijk te bepalen en andere methoden dan de fles te gebruiken om indien nodig bijvoeding te geven.

Mocht je gratis proefmonsters kunstvoeding krijgen, gebruik ze niet, maar laat ze dan achter in het ziekenhuis. In de emotionele en vaak uitputtende dagen pas na de geboorte, kunnen deze monsters een grote verleiding zijn, in het bijzonder voor vrienden en familie die ‘moeder een dutje gunnen’. Je melkproductie is gebaseerd op vraag en aanbod en elke verstoring hiervan in de eerste weken kan problemen opleveren. Als de baby niet minstens elke 1-3 uur voedt, kun je problemen krijgen omdat je borsten ‘denken’ dat ze niet zoveel hoeven te produceren. Als je de eerste dagen niet genoeg voedt (dat is heel normaal bij slaperige baby’s en moeders na een gemedicaliseerde of moeilijke bevalling), kan het wat langer duren voor de rijpe melk komt. Zenuwachtige moeders, familieleden en gezondheidsmedewerkers kunnen dan een flesje met kunstvoeding gaan geven, waardoor ze de tijd tussen voedingen nog langer maken (en mogelijk tepel-speenverwarring bij de baby veroorzaken), waardoor de borsten nog minder gestimuleerd worden, waardoor er minder melk is en dus meer kunstvoeding nodig is. Zo ontstaat een vicieuze cirkel.

Tegenwoordig wordt er gesproken over ‘zuigverwarring’.

Een ander probleem is het nog altijd vrij vaak gegeven advies (ook van mensen in de medische wereld) om de baby slechts vijf tot tien minuten per kant te voeden. Het idee is dat je dan de kans op zere tepels verkleint en je de tepels laat ‘wennen’ aan het voeden. Een pasgeborene moet op geen enkele manier beperkt worden in het voeden, en door een juiste manier van aanleggen voorkom en genees je in de meeste gevallen zere tepels. Veel pasgeborenen doen 20-40 minuten over een voeding en sommigen (vooral de wat slaperige baby’s) zelfs 45-60 minuten. Als jouw baby slaperig is en moeite heeft gedurende een volledige voeding wakker te blijven, of niet minstens elke drie uur wakker wordt voor een voeding, probeer hem dan eens tot op de luier uit te kleden en terwijl je tegen hem praat over het ruggetje te wrijven of de voetjes te kietelen. Als hij dicht bij jouw blote borsten is en de melk ruikt, zit het er dik in dat hij snel wakker zal worden voor een nieuwe portie, maar het kan ook zijn dat hij wat meer aanmoediging nodig heeft: doe wat nodig is Je kunt als hij eenmaal aan het drinken is een dekentje om hem heen leggen om hem lekker warm te houden.

Kijk naar je baby en niet op de klok.

Na de eerste paar dagen worden de meeste baby’s op meer gezette tijden wakker en komt er wat meer tijd tussen de voedingen. Tijdens de eerste dagen is het zo belangrijk de aanmaak van melk en de ‘rijpe melk’ snel te laten komen, dat het essentieel is de baby niet langer dan een paar uur ‘lekker te laten liggen’. Dit helpt ook tegen erge stuwing. Een algemene richtlijn is om minstens acht keer per 24 uur te voeden of minstens elke twee tot drie uur. Als je een premature baby hebt of als je ongerust bent dat je borst te groot is voor hem om goed toe te happen zelfs vaker. Onthoudt daarbij dat colostrum (de eerste melk na de geboorte) meestal maar in kleine hoeveelheden komt omdat het zeer geconcentreerd is. Het kan lijken dat je ondanks frequent voeden niet genoeg melk maakt, maar tenzij de baby tekenen van lusteloosheid of uitdroging vertoont, zit alles waarschijnlijk wel goed. Hoe vaker je voedt, hoe sneller de rijpe melk zal komen, maar het kan wat langer duren door een zware bevalling of veel medicatie, dus wees geduldig en wordt niet te snel ongerust. Als je twijfelt, neem dan contact op met een lactatiekundige.

13 – Heb je problemen om genoeg melk te maken? Ga onmiddellijk na hoe het komt

Als het nodig is, kun je een volautomatische borstkolf gebruiken om de hoeveelheid borstvoeding op peil te houden of te vergroten. Maak je niet ongerust als je niet onmiddellijk goede resultaten boekt; veel vrouwen hebben dat in het begin. Neem niet aan dat jij niet genoeg melk maakt op basis van de hoeveelheid melk die je kan afkolven, want het drinken van je baby stimuleert veel efficiënter dan het gebruik van een kolf. In veel gevallen kunnen kruiden zoals venkel, fenegriek en borstvoedingsthee helpen om meer melk te krijgen. Overleg met een lactatiekundige voor je deze gebruikt, en blijf niet te lang aanmodderen voor je hiermee begint. Dokters en verpleegkundigen staan erom bekend dat ze huiverachtig zijn om zogbevorderende middeltjes aan te bevelen, vraag een lactatiekundige om advies met betrekking tot de dosering. Voor extreme gevallen zijn er andere, sterkere middeltjes die gebruikt kunnen worden om de productie te helpen opbouwen of een nieuwe start te geven, maar snel ingrijpen is de sleutel tot de oplossing en veel artsen grijpen niet snel genoeg naar deze medicijnen. Je lactatiekundige kan je een arts aanbevelen die in dit soort situaties meer behulpzaam is.

In zeldzame gevallen worden problemen met het krijgen van voldoende melk veroorzaakt doordat er stukjes van de placenta zijn achtergebleven, hormonale stoornissen, bloedarmoede, uitdroging of slechte voeding van de moeder, anti histamines of slijmoplossende middelen die de moeder gebruikt, of door veel te grote hoeveelheden vitamine B6 (wat het prolactinegehalte bij de moeder kan verlagen). Je kunt het prolactinegehalte en het niveau van het schildklierhormoon laten meten, hoewel dokters vaak huiverig zijn om deze testen te laten uitvoeren. Hormonale geboortebeperking zoals de pil, de minipil en de prikpil kunnen bij vrouwen die hiervoor gevoelig zijn ook problemen met de hoeveelheid melk veroorzaken. Alhoewel de minipil en de prikpil vaak aanbevolen worden omdat ze de hoeveelheid melk van de moeder niet zouden beïnvloeden, geven individuele gevallen sterke aanwijzingen dat sommige moeders wel last hiervan hebben, dus je kunt het beste de eerste maanden barrièremethoden (condoom en/of pessarium) gebruiken. Na deze perioden kunnen sommige van deze vrouwen de minipil of de prikpil wel gebruiken, maar je moet er voorzichtig mee beginnen en heel goed opletten dat er geen dip komt in de melkproductie.

Een oorzaak van problemen met de hoeveelheid melk die gemaakt wordt die vaak over het hoofd wordt gezien, is dat de baby niet goed drinkt. Sommige baby’s zijn geboren met een zwakke of verstoorde zuigreflex. Deze baby’s hebben misschien een korte tongriem, hebben een vooruitstekende tong, proberen de tong te ver naar voren te steken of zuigen op hun eigen tong in plaats van op de borst. Symptomen van slecht zuigen zijn onder andere dat de baby klikgeluidjes maakt of kuiltjes in de wangen heeft tijdens het voeden. In the Nursing Mother’s Companion staat een heel goede beschrijving van veel van deze problemen, maar aangezien het stellen van de juiste diagnose zeer complex is, moet dit door een lactatiekundige gebeuren. Behandeling is mogelijk. Een baby die slecht zuigt kan de goede techniek aanleren, maar het kost veel geduld. Diagnose en regelmatige controle door een goed getrainde lactatiekundige is hierbij essentieel.

Terwijl de meeste problemen omtrent productie ontstaan door een verstoring van het systeem van vraag en aanbod of door zuigverwarring door bijvoeding per flesje, zijn er soms medische redenen die de melkvloed kan verminderen of doen stoppen. Soms vormen emotionele problemen na een zeer traumatische bevalling een psychologische rem op de melkproductie. Er zijn ook gevallen waarin een vrouw niet genoeg melk kan maken, maar dit komt zeer zelden voor en vaak wordt dit aan vrouwen verteld, terwijl ze feitelijk slecht met de borstvoeding geholpen zijn. Ga alle mogelijkheden zorgvuldig na, voor je de diagnose dat je geen melk kunt geven accepteert. Als je één van de enkele vrouwen bent die niet genoeg melk kan produceren, heb je op geen enkele manier gefaald in het geven van borstvoeding en je moet je nooit schuldig voelen. Evenzeer is het geen falen van de moeder als het geven van borstvoeding door slechte begeleiding of gebrek aan steun mislukt. Het is normaal dat je verdrietig bent over de gemiste kans, maar het is niet jouw schuld. Het is heerlijk dat je in een tijd leeft waarin een vervanging beschikbaar is! Je mag best verdrietig zijn, maar ga dan zo goed mogelijk als je kan verder. Je baby heeft jou ook nodig.

Als je om medische redenen of omdat je niet genoeg melk hebt kunstvoeding of afgekolfde moedermelk voor de baby nodig hebt, kan het per injectiespuit, lepel, kopje of oogdruppelaar gegeven wordt. Vraag onmiddellijk om een lactatiekundige om je te laten zien hoe dat moet. Leer het van tevoren als je een risicogeboorte verwacht. Artsen en verpleegkundigen hebben wel eens de neiging dit soort alternatieve voedingswijzen tegen te werken. Sta er op dat het toch zo gebeurt en zoek professionele hulp bij de borstvoeding, misschien kent het personeel op de afdeling de techniek die je wilt gebruiken niet eens. In dat geval is het tijd dat ze het leren! Onderzoek ook de mogelijkheden van het gebruik van een borstvoedingshulpset, waarbij je borstvoeding kan blijven geven terwijl de baby tegelijkertijd bijvoeding krijgt. Zelfs als het maar een paar keer gebeurt is het geven van een flesje echt een van de meest voorkomende oorzaken waardoor borstvoeding ‘mislukt’, zowel door de zuigverwarring als het verstoren van het systeem van vraag en aanbod, dus laat je niet in de war brengen en sta er beslist op dat je baby als het nodig mocht zijn met één van de andere alternatieve voedingmethoden bijgevoed wordt.

14 – Leer meer over kolven, als dat nodig is

Als je op den duur flesjes zult gaan gebruiken, wacht dan tenminste vier tot zes weken met oefenen om zuigverwarring en problemen met de hoeveelheid melk te voorkomen. Dit is buitengewoon belangrijk! Veel werkende moeders die kolf-experts zijn, raden aan een heel goede kolf aan te schaffen; de goedkope kunnen de situatie verslechteren en kunnen zelfs je tepels beschadigen. Gebruik een kolf van ziekenhuiskwaliteit, en overweeg een kolf waarmee je aan twee kanten tegelijk kunt kolven. Alhoewel dit een duur grapje is, zal het goedkoper zijn dan kunstvoeding te gaan kopen. Wees niet verrast als je in het begin weinig melk afkolft, dit is altijd zo als je net begint en het betekent niet dat je niet genoeg melk maakt bij het voeden. ‘Echt’ voeden levert altijd veel meer op.
Raak niet in paniek, want bij sommige mensen begint het kolven pas minstens zes tot acht weken na de bevalling (of nog later), als de toevloed van melk wat beter ingesteld is, wat op te leveren. Het kan helpen om je borsten tijdens het pompen van tijd tot tijd wat te masseren om te proberen een paar keer een toeschietreflex te krijgen. Vrouwen met grote borsten (en vooral met grote tepelhof), hebben misschien een pomp met een grotere kolfmond nodig. Medela en Ameda/Egnell hebben hiervoor speciaal grotere kolfmonden in de handel. Andere vrouwen hebben liever een flexibele kolfschelp, zodat ze de tepelhof zelf kunnen masseren tijdens het pompen. Er zijn verschillende soorten pompen, en de een vindt de een beter en de ander de ander. Laat je voorlichten door de lactatiekundige.

Vrouwen met grote borsten kunnen grote tepels hebben en een kleine tepelhof, maar ook kleine tepels met een grote tepelhof. Alleen als de tepel ook groot is kan het personal fit systeem uitkomt bieden, de tepel heeft dan meer ruimte en schuift niet stuk in het borstschild. Van andere merken kunnen soms beter de inzetstukken (flexishields) verwijderd worden zodat de kolf beter past.

De combinatie kolven, werken en borstvoeding kan goed gemaakt worden, maar het helpt als je veel begeleiding krijgt. Het is beslist verstandig om hierover te praten met de vele ander vrouwen die deze drie zaken succesvol combineren.

15 – Masseer de borsten zo nu en dan tijdens het voeden en ga in op pijntjes

Het tijdens het voeden voorzichtig masseren van de borsten helpt je ervoor zorgen dat alle melkkanaaltjes worden geleegd, wat bijzonder belangrijk is wanneer je harde of pijnlijke plekken hebt. Vergeet het gebied onder je borsten en bij je oksels niet. Dit is vooral belangrijk als je een flinke boezem hebt en wel eens harde plekken of fibrocystische plekken in je borsten krijgt. Denk eraan zeer licht te masseren. Als je de C-houding gebruikt om de borst te ondersteunen, let er dan op dat je de borst lichtjes aanraakt en geen verstoppingen van de melkkanaaltjes veroorzaakt. Let goed op de signalen van een verstopt melkkanaaltje en ga na of je beha geen problemen oplevert door de borst te weinig te ondersteunen of dat hij juist te strak is of op bepaalde gebieden wrijft. Bij terugkerende problemen met je melkkanaaltjes zijn beha’s vaak de oorzaak, dus als je steeds maar problemen hebt moet je eens een ander model en/of merk beha proberen.

Als je zere borsten hebt, is dat vaak een teken van een verstopt melkkanaaltje. Als je hier last van hebt, probeer dan zo vaak mogelijk te voeden, gebruik warme kompressen, masseer en zoek hulp bij een goed handboek over borstvoeding. Ga als het niet snel overgaat naar een lactatiekundige. Een andere veel voorkomende oorzaak van verstopte melkkanaaltjes bij vrouwen met wat grotere borsten, is het slapen op te volle borsten. Probeer in elk geval de eerste maanden je voedingsbeha’s nachts te dragen en kijk of je een slaaphouding kan vinden die niet zoveel druk op de borsten geeft. Een onbehandeld verstopt melkkanaaltje kan leiden tot een borstontsteking, die zeer ernstig kan zijn. Let op harde rode plekken, een witte ‘stop’ op de tepel, koorts, rillingen, overal pijn hebben of misselijkheid. Als je hier last van hebt, moet je je door een arts laten behandelen. In de tussentijd moet je zo vaak mogelijk voeden. Probeer hierbij om het kinnetje van de baby naar de bron van het probleem (de pijnlijke plek) te laten wijzen. Een uitgebreide verhandeling over verstopte melkkanaaltjes en borstontsteking reikt te ver voor deze FAQ, maar roep beslist medische hulp in. Om van een borstontsteking af te komen heb je vaak een antibioticakuur nodig. Let na de kuur vooral op verschijnselen van spruw!

Spruw is een schimmelinfectie (Candida albicans) op de tepels en/of in het mondje van de tepel. Het is een veel voorkomende bron van pijn bij het voeden. Sommige vrouwen zijn er erg gevoelig voor, terwijl anderen het krijgen na een antibioticakuur. Van spruw heb je jeukerige, branderige of schietende pijn en de baby heeft vaak witte korrelige plekjes in zijn mond of een Candida-luieruitslag. Als je voortdurende, niet verklaarbare pijn hebt, ook nadat je de manier van aanleggen en het zuiggedrag van de baby hebt nagekeken, is terugkerende spruw vaak de schuldige. Je kan een grondige behandeling nodig hebben. Zowel jij als de baby moeten worden behandeld, en vaak ook je beha’s. In zeldzame gevallen kruipt de candida in de melkkanaaltjes dieper je borst in, waardoor je de candida-infectie in de melkkanaaltjes krijgt, wat nog moeilijker te behandelen is. Maar met harde maatregelen en sterke medicijnen, kunnen zelfs de moeilijke gevallen van spruw behandeld worden.

Blijf in alle gevallen regelmatig voeden aangezien het verminderen van het aantal voedingen de zaken alleen maar erger zal maken. Ga zo snel mogelijk naar een lactatiekundige. Lees Het gebruik van Gentiaan Violet

16 – Wat moet je aan met lekkage en een overactieve toeschietreflex?

Veel mensen nemen aan dat grote borsten meer melk zullen produceren dan kleine, en dat lekkage een enorm probleem zal zijn voor vrouwen met grote borsten. Dit is niet waar. Sommige vrouwen met kleine borsten hebben enorme lekkage en sommige vrouwen met heel grote borsten lekken helemaal nooit. Wanneer jouw borsten lekken, draag dan borstkompressen in je beha (zonder plastic laagje erin) en verwissel en was ze regelmatig. Draag ‘s nachts een beha en leg een handdoek op je bed. Het kan voor jou belangrijk zijn om wat melk af te kolven voor je je baby aanlegt, zodat hij niet wordt overdonderd door een hele stroom melk. Als je baby naar adem lijkt te happen en zich verslikt, of vaak of snel van de borst los komt, kan het probleem een overactieve toeschietreflex zijn. Waarschijnlijk is van te voren een beetje afkolven (met de kolf of met de hand) de beste oplossing van dit probleem. Een andere techniek die misschien helpt is om plat op je rug te voeden in de Australische houding, zodat de melkstroom tegen de zwaartekracht in gaat.

grtbrstn-1.jpg

Arianne: ‘Mijn dochter Madelief dronk de eerste maand aan de borst niet goed: stikte in de voeding, gaf complete voedingen terug, had groene schuimige ontlasting en veel krampen en ze huilde veel. Mijn borsten leken wel bloemkolen zo groot, dus er moet genoeg voeding inzitten. Uiteindelijk op jullie website de oplossing gevonden: te veel voeding! Daar wordt nog heel kritisch door veel consultatiebureaus tegen aan gekeken en vaak hoor je: dat bestaat niet. De oplossing die jullie gaven van voeden terwijl je op je rug ligt, heeft enorm geholpen. Ik heb daarna mijn zus en haar dochter met hetzelfde advies ook kunnen helpen. Bijgaand de foto ter illustratie. Het is namelijk best even een gepuzzel en je komt aan het begin handen te kort, maar na een paar keer krijg je er handigheid in. En met goed resultaat. Na drie dagen heeft de borst zich aangepast en kon ik weer gewoon rechtop zitten. Graag wil ik dit ter ondersteuning aan andere moeders laten zien.’

Een mogelijk gevolg van een al te heftige toeschietreflex is een verstoring van de balans tussen voor- en achtermelk. In dat geval krijgt de baby relatief te veel voormelk, en niet genoeg van de vette achtermelk. Doordat er niet genoeg vet in de darmpjes komt ten opzichte van het lactosegehalte, krijgt hij veel te veel gas en is de baby vaak onrustig of heeft zonder aanwijsbare reden buikkrampjes, zelfs als voedselallergie is uitgesloten.

De ontlasting van de baby is in dat geval groen, schuimend en explosief, en de baby heeft veel last van winderigheid. Een ander bijkomend verschijnsel (wat niet altijd voorkomt) is dat de baby niet genoeg aankomt, aangezien de baby niet voldoende van de belangrijke vette achtermelk krijgt. Zelfs baby’s van vrouwen zonder een duidelijk te heftige toeschietreflex kunnen last hebben van deze verstoring van het evenwicht, vooral als de baby niet lang genoeg aan een kant heeft gedronken voor hij aan de andere kant wordt aangelegd. Bij slaperige baby’s wordt bijvoorbeeld vaak geadviseerd ze te stimuleren door ze vaak te voeden, en vaak van kant te wisselen. Als de baby echter niet lang genoeg per kant drinkt om meer van de vette achtermelk te krijgen, kan hij te veel voormelk krijgen en dezelfde symptomen vertonen als een baby van een moeder met een te actieve toeschietreflex. De oplossing is om de baby bij elke voeding genoeg tijd aan de borsten te geven zodat hij de achtermelk krijgt, of om per sessie vaak aan dezelfde borst aan te leggen, en dan bij de volgende voeding weer aan de andere borst. Het is hoe dan ook belangrijk om eerst vast te stellen dat het probleem niet een allergie is voor een voedingsmiddel dat de moeder eet, want dat kan de zaken nog veel ingewikkelder maken.

17 – Zorg dat je genoeg vloeistof en voeding tot je neemt

Drink veel water om het vochtgehalte van jezelf en de baby op peil te houden. Probeer bij elke voeding minstens een glas water te drinken: sommige vrouwen vinden gekoeld water extra verfrissend. Een tip is om altijd een kan of thermoskan met ijswater of thee klaar te hebben staan bij je vaste voedingsplaatsen, of je kunt iemand (bijvoorbeeld je partner of een ouder kind) de taak geven om je van water te voorzien. Als de moeder te weinig drinkt kan dit problemen met de hoeveelheid melk geven, dus het is belangrijk om vaak te drinken. Als je het tijdens het voeden vaak warm krijgt, kunnen het gebruik van een ventilator en het drinken van ijswater goed helpen.

Goed eten is ook belangrijk. Voedende moeders verbranden 500-600 calorieën meer vanwege het voeden en veel deskundigen op het gebied van zwangerschap adviseren voedende moeders (vooral in de eerste paar maanden) evenveel te eten als tijdens de zwangerschap. Sommigen adviseren zelfs 200 calorieën meer dan tijdens de zwangerschap te eten. Dit betekent natuurlijk niet dat je moet overdrijven. Goede voeding is altijd belangrijk, maar vooral tijdens de zwangerschap en het voeden. Jij bent de voedingsbron van je baby, dus je moet ervoor zorgen dat je een uitgebalanceerd dieet volgt. Sommige baby’s zijn gevoeliger dan anderen voor wat de moeder eet, maar de meeste moeders hoeven zich geen voedingsmiddelen te ontzeggen, zelfs geen scherpe kruiden. Maar als je baby bijzonder veel krampjes heeft, onrustig is, of winderig is, kun je eens proberen bepaalde voedingsmiddelen te laten staan om te kijken of je baby er last van heeft. Als dit zo is, gaat het meestal om zuivel (komt zeer veel voor), citrusfruit, pinda’s, chocola, ook uit priklimonade), eieren, tomaten, mais of granen (gluten). Soms worden baby’s extra winderig door groenten als kool, bonen en uien. Het is zeer onwaarschijnlijk dat je baby gevoelig is voor al deze voedingsmiddelen. Het gaat misschien alleen om zuivel en pinda’s, of misschien heeft hij helemaal nergens last van (nogmaals, de meeste voedende moeders hoeven hun dieet helemaal niet te beperken). Als je een probleem vermoedt, probeer dan een eliminatiedieet te volgen. Laat alle voedingsmiddelen weg, en begin ze na twee weken één voor één weer te eten.

18 – Probeer tijdens de borstvoedingsperiode niet aan de lijn te doen

Veel vrouwen willen na de bevalling gauw hun zwangerschapskilootjes kwijtraken, maar een strenge beperking van de voeding bij het borstvoeden kan problemen voor baby en moeder opleveren. Het algemene advies is om in de eerste maanden van het voeden niet aan de lijn te doen. Dit is om te voorkomen dat de melkproductie verstoord wordt. De moeder moet ook een goed dieet krijgen, zodat ze niet uitgeput raakt. Een andere reden om niet te lijnen is dat men zich zorgen maakt omdat veel giftige stoffen uit ons milieu in de vetlagen worden opgestapeld en dat deze te plotseling in de moedermelk kunnen terechtkomen wanneer je aan de lijn doet. Dit zijn allemaal zeer geldige zorgen: neem ze serieus.

Het gewicht van vrouwen reageert zeer verschillend op borstvoeding, dat wisselt per persoon. De meesten verliezen gemakkelijk gewicht tijdens het voeden, sommigen zelfs zonder enig probleem. Vooral forsere vrouwen kunnen soms tijdens de voedingsperiode gemakkelijk gewicht verliezen (misschien omdat het metabolisme verandert?), maar het is zeker niet zo dat dit voor alle dikke vrouwen zo is. Voor de meeste vrouwen, onafhankelijk van hun formaat, is het aanhouden van een gezonde voeding zoals voor de zwangerschap voldoende om rustig aan gewicht te verliezen zodat het probleem van de gifstoffen en ondervoeding niet ontstaat. Maar voor sommigen (vooral voor de kleinere mensen onder ons of degenen die voortdurend lijnen), kan het voeden helpen om de meeste zwangerschapskilo’s kwijt te raken, en het laatste gewicht zal na het spenen nog wel verdwijnen, maar maak die paar kilo’s niet belangrijker dan de gezondheid van je baby en stop niet alleen hierom met de borstvoeding.

Waarschijnlijk is het nog het beste om je voedingsgewoonten te verbeteren (zonder minder calorieën tot je te nemen), terwijl je meer beweging neemt. Als het gewicht er negen maanden over gedaan heeft om eraan te komen, zal het zeker dezelfde tijd kosten eer het er weer af is zonder je lijf te pesten met een streng dieet De zwangerschap en de bevalling zijn al zwaar genoeg. Vanwege het enorm hoge aantal diëten dat mislukt is het niet aan te raden, maar als je vastbesloten bent om aan de lijn te doen, is het belangrijk om even te wachten voor je eraan begint en dan vooral langzaam gewicht te verliezen. De gezondheid van je baby is het belangrijkst. Hij houdt van je zoals je bent; laat hem niet lijden omdat deze maatschappij een ongezonde fixatie heeft op magerte. Stel je baby op de eerste plaats en neem geen risico met zijn gezondheid.

19 – Kolf altijd eerst een paar druppeltjes melk af

Als je vlakke of ingetrokken tepels hebt, kan het heel handig zijn om voor het voeden met de hand een paar druppeltjes melk af te kolven. Kijk in een borstvoedingsboek voor uitleg en plaatjes hiervan. Als je tepels erg gevoelig of pijnlijk zijn, is dit ook een goede preventiemaatregel. Een goed borstvoedingboek geeft hiervan een goede beschrijving. Een andere strategie is om voor het voeden met een ijsklontje over je tepels te wrijven. Ze worden mogelijk een beetje minder gevoelig door de kou als ze pijnlijk zijn en soms komen vlakke tepels hierdoor wat meer naar buiten. IJs is echter niet altijd even geschikt, dus het sowieso is een goed idee om met de hand te leren kolven. Het is van essentieel belang dat je een goede techniek aanleert. Vaak wordt Lansinoh zalf of Babywalz aangeraden voor zere tepels en bij tepelkloven. Je hoeft deze zalf voor de volgende voeding niet af te vegen, in tegenstelling tot de meeste andere zalfjes en middeltjes. Een andere goed idee is om na de voeding een paar druppeltjes moedermelk op de tepel te laten op drogen, aangezien borstvoeding helende bestanddelen heeft (noot van de vertalers: doe dit niet als jij of je baby spruw hebben). Als je dit doet, laat dan de flapjes van je beha even open en laat de tepels en tepelhof opdrogen. Gebruik geen zeep of andere crèmes op je borst.

20 – Een kleine of premature baby voeden met grote borsten

Een andere zorg van vrouwen met grote borsten is hoe een piepklein baby’tje (zoals bijvoorbeeld een prematuurtje) met dat kleine mondje die grote borst kan pakken. Voor kleine of premature baby’s is de rugbyhouding de beste positie, omdat je dan de meeste controle over het hoofdje van de baby hebt. Voor een extreem kleine baby of prematuurtje moet je misschien een tijdje kolven voor de baby voldoende volgroeid is om goed aangelegd te kunnen worden; intussen kun je de baby met de alternatieve methoden zoals cup, lepel, spuitje of oogdruppel voeden. Gebruik zo mogelijk geen flesje. Of je baby krijgt misschien moedermelk door een sonde. In sommige gevallen is een speciale fles zoals een Haberman voedsysteem een bruikbaar compromis.

Je borsten maken vanzelf colostrum en melk die al aangepast is aan de speciale behoeften van een premature baby, dus het is van groot belang dat je afkolft en de baby zoveel mogelijk hiervan voedt. Gebruik een professionele dubbele kolf, die in veel ziekenhuizen met neonatale intensive care afdelingen wel beschikbaar is. Als ze het niet hebben, is het de huurprijs meer dan waard (op de lange duur is kunstvoeding duurder). Jouw missie terwijl je wacht tot je baby voldoende volgroeid is om zelf te kunnen drinken, is zoveel mogelijk lichaamscontact met je baby te hebben (aaien, wiegen, kangoeroeën etc.), ervoor te zorgen dat jouw baby zoveel mogelijk jouw eigen melk krijgt en wel via de meest geschikte methode, de hoeveelheid melk op peil te houden door zeer vaak te kolven (misschien moet je je verdiepen in welke kruiden en medicijnen je kunnen helpen de hoeveelheid melk op te bouwen) en te blijven proberen de baby te stimuleren om zijn mondje zo wijd mogelijk te openen wanneer hij naar de borst zoekt (een lactatiekundige kan je aanwijzingen geven over hoe je dit moet doen).
Als de baby er eenmaal aan toe is om te proberen zelf te drinken, kolf dan eerst een beetje melk af, zodat je tepel en tepelhof minder enorm van formaat zijn voor het kleine mondje, en probeer dan de baby met de tepel te stimuleren om het mondje wijd te openen voor het toehapt. De baby kan in het begin misschien de tepelhof niet genoeg omvatten, maar blijf proberen. Het enige dat belangrijk is, is dat je leert je baby in een goede voedingspositie te brengen en dat je hem stimuleert om zijn mondje wijder te openen. Het geeft in het begin niet of hij daadwerkelijk goed toehapt of niet; in de praktijk zullen de meeste premature baby’s dat waarschijnlijk nog niet kunnen. Houd reële verwachtingen en dit proces kost tijd. Intussen blijf je na elke voedingssessie kolven, zodat je melkproductie op peil blijft. Wees geduldig; het ligt in de lijn der verwachting dat je nog een flinke tijd zult moeten blijven kolven, maar het maakt zo’n groot verschil in de gezondheid van een prematuurtje dat het de moeite meer dan waard is. Zelfs wanneer de baby zelf wat melk uit de borst begint te drinken, zul je moeten blijven kolven tot de baby minstens vijftien minuten per keer achter elkaar actief drinkt en slikt. De verpleegkundigen van de couveuse-afdeling of een lactatiekundige die ervaring heeft met prematuren kunnen je helpen bepalen wanneer je niet meer hoeft af te kolven.

Zelfs als je gewoon een kleine baby hebt, die niet prematuur is, kan voeden met grote borsten een uitdaging zijn, vooral als je stuwing hebt. Voed in de eerste dagen zo vaak mogelijk om zo min mogelijk last van stuwing te krijgen en gebruik in de periode dat je stuwing hebt een kolf of kolf met de hand een flinke hoeveelheid melk af voor je met de voeding begint. Hierdoor beperk je het enorme verschil in formaat tussen je borst en de baby. Je kunt vaak de stuwing beperken door je baby zo veel mogelijk in een draagdoek te dragen of met of zonder draagdoek dicht op de huid te dragen, en het kan ook helpen om warme washandjes op de borsten te leggen of een warme douche te nemen voor je gaat kolven. Blijf het kindje aanmoedigen het mondje wijd te openen door het aanleggen vaak over te doen, waarbij je de tepel gebruikt om de hapreflex van de baby te stimuleren. Een ander trucje is om de baby eerst op je (schone) pink, die je ondersteboven in het mondje steekt, te laten zuigen en dan steeds op dikkere vingers te laten zuigen tot de baby er beter in is om z’n mondje wijd te openen en dan gauw de borst erin te steken. Ook hier is het belangrijk geduld te hebben en steeds weer opnieuw te proberen om de baby in een paar keer goed aan te leggen tot de baby leert zijn mondje wijd genoeg open te doen. Als je voortdurende moeilijkheden hebt om de baby zijn mondje goed open te laten doen, is dit een situatie waarin de specialistische technieken van een lactatiekundige kunnen helpen.

21 – Succesvol borstvoeden na een keizersnee

Borstvoeding geven na een keizersnee is misschien wat moeilijker, maar het kan beslist. Als je weet dat je een keizersnee zal krijgen, schrijf dan in het ‘geboorteplan’ dat de baby tijdens jouw operatie geen bijvoeding krijgt, tenzij met bloedonderzoek is bewezen dat zijn bloedsuikerspiegel te laag is. Vaak geven ze namelijk automatisch bijvoeding om de baby tevreden en rustig te houden terwijl ze jouw operatie afmaken (het deel waarbij ze de baby eruit halen is maar kort), of ze nemen aan dat de baby een te lage bloedsuikerspiegel heeft vanwege de moeilijke geboorte en hulp nodig heeft. Nu je toch een geboorteplan schrijft, zet er dan bij dat als bijvoeding werkelijk nodig is, dat het dan per spuitje, oogdruppelaar, lepel of kopje wordt gegeven in plaats van per fles en zorg ervoor dat je partner of andere bevallingsassistent al weet hoe dit moet. Als je onverwacht een keizersnee moet ondergaan, kun je dit ook vragen, maar het kan zijn dat er geen personeel is die deze technieken kent, dus misschien kunnen ze het niet doen (maar dat betekent niet dat je er niet om kunt vragen!). Vertel dat je niet wilt dat ze de baby, als hij geen laag bloedsuikergehalte heeft, enige bijvoeding geven tot jij wakker bent en klaar bent om te oefenen met borstvoeding geven.
Zie verdere informatie over grote baby’s, baby’s van een moeder met diabetes en baby’s na een traumatische geboorte in het stukje hierboven over het vermijden van flesjes.

Als de operatie eenmaal voorbij is en je er klaar voor bent om te voeden, probeer dan eerst de rugbyhouding. Laat je ziekenhuisbed in een comfortabele hoek stellen, wat hoog is beter dan te laag. Gebruik veel kussens de je tussen jezelf en de bedrand klemt om je baby op de hoogte van je borsten te brengen; leun nooit naar je baby toe. Bedek als voorzorgsmaatregel ook je wond met een kussen. Het voordeel van de rugbyhouding is dat de baby niet op de snee ligt en je hebt meer controle over de plaats van het hoofdje. De madonnahouding is onder de best omstandigheden al moeilijk voor vrouwen met een grote boezem, maar de rugbyhouding is na een keizersnee nog belangrijker.

Als je plat moet blijven liggen omdat je je onprettig voelt of vanwege een ruggenprik, probeer dan op je zij te voeden, al is dit met een grote boezem vaak tamelijk moeilijk. Als deze houding voor jou onmogelijk blijkt te zijn, probeer dan op je rug liggend te voeden (Australische houding, zie boven bij voeden en slapen), maar let er op dat de baby langs je borsten kan blijven ademhalen. Als het nodig is, druk dan heel voorzichtig je borst rondom zijn neusje een beetje opzij, zodat hij lucht krijgt. Het neusje van de baby is zo gevormd dat hij tijdens het voeden weinig hulp heeft om te blijven ademen, maar bij heel grote borsten is soms toch wat hulp nodig. Let erop dat je het heel zachtjes doet omdat te veel druk op de tere melkkanaaltjes problemen als verstopte melkkanaaltjes en borstontsteking kan opleveren. Roep zo snel mogelijk de hulp van een lactatiekundige in. Alhoewel verpleegkundigen en lactatiekundigen van het ziekenhuis best wel kunnen helpen, geven ze vaak slecht advies of zijn ze niet opgeleid om de moeder met heel grote borsten te helpen. Zelfs sommige lactatiekundigen zijn niet zo ervaren in de technieken voor de vrouw met grote borsten, dus zorg dat je je eigen borstvoedingshandboek als naslagwerk bij de hand hebt.

Een ander probleem dat veel voorkomt na een keizersnee, is een slaperige baby (en een slaperige moeder) vanwege de medicatie die tijdens de bevalling en operatie is gegeven. Hierdoor kan de baby traag zijn met drinken, waarbij de moederborst minder gestimuleerd wordt en de baby minder effectief zuigt. Het inkomen van de rijpe melk wordt hierdoor vertraagd. Bij normale, niet-gemedicaliseerde bevallingen komt de rijpe melk binnen twee tot vier dagen. Bij gemedicaliseerde bevallingen kan dat langer duren. Bij medische, traumatische bevallingen zoals veel keizersneden zijn (in het bijzonder als je helemaal onder narcose bent geweest), komt de rijpe melk vaak pas met vier tot zes dagen. Nogmaals, een baby doet het in de tussentijd in het algemeen prima op colostrum, maar als het te lang duurt of de baby tekenen van uitdroging of andere problemen vertoont (vraag een lactatiekundige om advies om dit zeker te weten), is enige bijvoeding misschien nodig. Voed altijd voordat je bijvoeding geeft en probeer ervoor te zorgen dat alle bijvoeding met één van de alternatieve methodes wordt gegeven, dus niet met het flesje. Gebruik een ziekenhuiskolf om de melkproductie wat extra te stimuleren en kijk als het niet opschiet of je kruiden kunt gebruiken om je productie te verhogen.
Voed zo vaak mogelijk (minstens elke twee uur), waarbij je de baby wakker maakt en hem stimuleert zodat hij efficiënt drinkt en langere voedingssessies neemt. Limiteer de tijd dat de baby aan de borst is niet en wees geduldig als hij de neiging heeft om tijdens de voeding in slaap te vallen. Blijf hem gewoon wakker maken en geef hem veel tijd per borst om de voeding af te ronden (je moet er zeker van zijn dat hij niet alleen de voormelk, maar ook veel van de rijke achtermelk krijgt). Bij dit proces helpt het enorm als de baby dag en nacht bij jou op de kamer is, en het kan handig zijn als je partner je de eerste paar dagen helpt. Maak je niet ongerust dat de pijnbestrijdingsmiddelen die je krijgt onveilig zijn voor je baby; ze zullen je alleen veilige medicijnen geven. Je krijgt misschien antibiotica, dan moet je attent zijn op de signalen van spruw. Het is verstandig om zo snel mogelijk nadat de verdoving is uitgewerkt overeind te komen en te lopen, omdat je dan sneller geneest en uiteindelijk zal het de borstvoeding vereenvoudigen. Als je na de operatie veel last van oedeem (dikke benen) hebt, helpt het lopen ook om dit sneller te laten overgaan, alhoewel het altijd nog wat tijd zal nemen. Je dokter hoort te weten dat je borstvoeding geeft en hij zal dan geen vochtafdrijvende middelen voorschrijven voor je oedeem. Lopen en tijd zijn de beste medicatie voor dit bijverschijnsel. Coldpacks op je voeten en enkels zijn in dit geval verzachtend.

Een ander bijverschijnsel van een keizersnee en andere traumatische bevallingen is geelzucht. Dit komt ook vaker voor na een zwangerschap van een diabetica, wanneer de bevalling is ingeleid, wanneer bepaalde medicijnen zijn gebruikt en bij ruggenprikken. Er zijn veel soorten geelzucht en ze zijn te ingewikkeld om hier tot in detail op in te gaan, maar bij de meest voorkomende soort (fysiologische geelzucht, die een paar dagen na de geboorte opkomt), is het niet nodig om op te houden met borstvoeding en is het meestal niet nodig om bijvoeding of wat water te geven. Veel kinderartsen geloven nog altijd dat het ‘wegspoelen’ van de geelzucht met glucosewater of kunstvoeding werkt, maar men neemt nu aan dat dit het proces van het afvoeren van de extra bilirubine die de geelzucht veroorzaakt juist vertraagt. In de meeste gevallen is het vaak voeden van een bijna naakte baby (vooral voor een zonnig raam) voldoende om hem over de geelzucht heen te brengen, aangezien colostrum helpt om de meconium (de eerste poep van de baby) kwijt te raken. Men heeft gezien dat baby’s die de meconium niet snel kwijtraken vaak ook hogere bilirubinegehaltes hebben, dus het beste wat je kunt doen is de baby vaak te voeden en geen bijvoeding te geven. Je dokter zal mogelijk hielprikjes laten nemen om te controleren of het bilirubinegehalte niet te hoog wordt. Als dat toch het geval is, is speciale fototherapie misschien nodig. Kijk in een borstvoedingshandboek voor advies in deze situatie, maar het is meestal niet nodig om tijdelijk op te houden met borstvoeding. Bijzonder vaak voeden zal waarschijnlijk zelfs helpen om het proces te versnellen.

Als je thuis komt, doe dan heel rustig aan. Regel dat je veel hulp in huis hebt. Jouw enige taak is om uit te rusten en de baby te voeden. Neem de baby mee naar bed, of gebruik een leunstoel om in de voor jou meest ontspannen houding te rusten. Voed de baby zo vaak mogelijk en zorg ervoor dat je zelf voldoende voeding en vocht krijgt (zie ook het stukje over voldoende productie). Behalve het voeden van je baby is jouw enige taak om te herstellen. Je hebt een flinke buikoperatie gehad en het is vaak zowel geestelijk als fysiek best traumatisch. Het helpt soms om zoveel mogelijk wat je je herinnert op te schrijven en als je er fysiek aan toe bent, zoek dan informatie over keizersneden en hoe je er emotioneel van kunt herstellen. Voor sommige vrouwen is het helemaal geen probleem, anderen ervaren het als een groot trauma. Een goede Engelstalige bron is het ICAN netwerk, dat overal in de VS afdelingen heeft en ook een mailinglist op internet. Op welke manier je ook herstelt, het feit dat je je baby zelf voedt, kan je emotioneel heel goed helpen. Als de borstvoeding niet lukt vanwege de grote druk die er na de keizersnee op staat, kan het emotioneel herstellen een dubbel trauma zijn, dus zoek vooral hulp als je die nodig hebt, maar voel je niet slecht als het je gewoon teveel was. Dit is geen eenvoudige situatie om doorheen te komen.

22 – Oefen vooraf met de verschillende houdingen

Gebruik voor de geboorte van je baby een pop of knuffelbeest die ongeveer even groot is als een pasgeboren baby om de verschillende houdingen te oefenen, om wat meer te wennen aan het idee van voeden (en in het bijzonder het voeden in aanwezigheid van anderen) en om te weten hoeveel kussens je ongeveer nodig hebt om de baby te helpen ondersteunen. Alhoewel het daadwerkelijk voeden van een echte baby beslist moeilijker is, kan dit je toch een kleine voorsprong geven. Neem wat tijd en probeer het een paar keer en oefen in die tijd ook eens met diep ademhalen en het je voorstellen van een succesvolle borstvoedingsrelatie, hetzij alleen thuis, hetzij in het openbaar. Vastbeslotenheid om te slagen is een groot deel van het succes, evenals juiste informatie en deskundige hulp op het juiste moment. Je kunt het! Zie het voor je geestesoog gebeuren en voer het straks ook uit.

23 – Informatie over voedingsbeha’s

Maten en merken
Als je borstvoeding gaat geven, heb je een goed passende voedingsbeha nodig. De mate waarin de borstomvang en de cupmaat groter worden kunnen behoorlijk variëren, dus je kunt het beste wachten tot de achtste maand van de zwangerschap voordat je er een paar koopt, en vervolgens wachten tot na de stuwing voordat je er meer koopt. Wacht echter niet met kopen van je eerste beha tot nadat je baby is geboren, want je maat zal tijdelijk groter zijn door de stuwing.

De algemene regel voor vrouwen met een gemiddelde maat is om één wijdtemaat en één cupmaat groter te kopen dan je eerst deed, maar dit zou wel eens niet kunnen werken voor iedereen, vooral niet voor vrouwen met grote borsten. Vooral vrouwen men zeer grote borsten zouden eerst een zeer goede verkoopster moeten raadplegen voordat ze besluiten een bepaalde maat te kopen. Wacht niet met het kopen van een beha totdat de baby is geboren, als je flinke stuwing zult hebben en je borstkas tijdelijk uitgezet zal zijn. Sommige experts bevelen aan om van te voren twee of meer voedingsbeha’s te kopen en dan meer beha’s te kopen als je voedingsmaat op de langere termijn zich heeft gemanifesteerd.

Het is een zeer goed idee om een beha-rugverlenger te kopen, omdat de ribbenkast tijdens de zwangerschap uitzet, en na de zwangerschap weer teruggaat naar de normale vorm. Zoals al gezegd, stuwing maakt de borstomvang tijdelijk groter dan deze later uiteindelijk zal zijn. Gebruik de behaverlenger tijdens deze periode om je beha beter te laten passen. En overleg voordat je er een aanschaft met de verkoper over de benodigde maat, aangezien de maatvoeringen per merk kunnen verschillen. Jouw maat in het ene merk kan anders zijn dan in het andere merk.

Wat je maat ook is, er zijn veel merken en maten, dus kijk goed rond voordat je er een koopt.

Informeer je bij Grote Maten Voedingsbeha – Grote-Cupmaten.nl.

Tips voor voedingsbeha’s

  • Zorg ervoor dat je beha goed ondersteunt, vooral als je een grote boezem hebt.
  • Vermijd beugels, uitgesneden beha’s en sportbeha’s en het algemeen.
  • Als je zere tepels hebt, controleer dan eerst of je kindje goed is aangelegd en goed de borst in de mond neemt, en als tweede de voedingsbeha.

Voedingsbeha’s kunnen vele problemen voorkomen, maar ze kunnen ook problemen veroorzaken. Zorg ervoor dat je een echt goede steunende beha hebt, vooral als je een grote boezem hebt. Dit is zeer belangrijk. Sommige vrouwen proberen het met zachte beha’s, die ze omhoog schuiven als ze gaan voeden. Dit kan misschien werken bij vrouwen met kleine borsten, maar het is niet steunend genoeg voor vrouwen met grote borsten. Bij hen kan het gewicht van hun borst ervoor zorgen dat de melkkanalen onderin de borst dichtgedrukt worden, zodat verstopte melkkanalen ontstaan.

Vrouwen met minder grote borsten proberen het soms met een sportbeha. Maar sportbeha’s kunnen de melkproductie doen verminderen omdat ze de borsten te veel samendrukken, dus in het algemeen zijn ze niet geschikt als je borstvoeding geeft. Beugels kunnen het borstweefsel indrukken en kunnen dan steeds weer terugkerende verstopte melkkanaaltjes, veroorzaken, vooral bij grote vrouwen. Veel lactatiekundigen waarschuwen ook tegen uitgesneden voedingsbeha’s. Bij deze beha’s blijft de cup zelf vast, maar wordt alleen de voorflap weggehaald, maar onder de borst blijft een steun zitten. Deze ondersteun kan zoveel druk uitoefenen op de melkkanaaltjes dat ze daardoor kunnen verstoppen. Sommige vrouwen gebruiken beugelbeha’s en uitgesneden beha’s zonder enige problemen voor de borstvoeding, maar in het algemeen kunnen vrouwen met een grote boezem ze het best vermijden.

Bij problemen met pijn met borstvoeding, zijn er twee belangrijke oorzaken: slecht aanleggen en problemen met de voedingsbeha’s. Dus: kies je beha met zorg uit. Een goede beha is zijn gewicht in goud waard, en hoewel ze duurder zijn in de grotere maten, zijn ze hun prijs meer dan waard omdat ze helpen om borstontstekingen en andere problemen te voorkomen. Als je steeds terugkerende verstopte melkklieren of borstontstekingen hebt, kijk dan of je beha genoeg steun geeft, of misschien te strak is op bepaalde belangrijke plekken. Een beugelbeha of een andere probleembeha is vaak de oorzaak.

Bij beha’s met ritsen werkt het stiksel van de rits als een soort balein of een beugel; het geeft meer steun. Je wordt vanzelf handig in het openen en sluiten van de beha.

Kmom heeft persoonlijke ervaring hiermee. Ze heeft gewoonlijk niet veel verstopte melkkanalen of andere problemen, maar had een paar problemen op een bepaald moment. Na het overdacht te hebben, realiseerde ze zich dat ze twee van haar minder-steunende beha’s had gedragen vlak voordat de problemen ontstonden. Door deze twee beha’s voortaan niet meer te dragen, werden deze problemen opgelost. Zelfs als ze de beha een halve dag droeg kreeg ze weer verstopte melkkanalen, zelfs toen de kinderen bijna gespeend waren. Als je lang borstvoeding voedt (langer dan een jaar ofzo), kun je deze beha’s misschien later weer gaan dragen, maar tijdens de eerste zes maanden, moet je erg voorzichtig zijn met je beha’s. Kmom kan deze beha’s niet dragen, ook niet op de langere termijn. Dus, let erop dat je de best steunende beha’s draagt als je een grote boezem hebt.

Het moet echt goed zitten, net als schoenen, anders wordt het een miskoop.

Denk er aan: als je problemen hebt, bezoek zo snel mogelijk een lactatiekundige. Doorlopen zonder professionele hulp kan aanhoudende pijn, verminderde melkproductie, borstontstekingen en het ‘mislukken’ van de borstvoeding veroorzaken. Goede hulp is noodzakelijk om de meeste borstvoedingsproblemen op te lossen. Wacht niet!

Borstvoeding in het openbaar

Veel vrouwen zijn erg bezorgd over discreet voeden in het openbaar, maar met oefening is het mogelijk zonder al te veel gedoe. Vrouwen met kleine borsten vinden meestal dat speciale voedingskleding hen helpt om discreet te voeden, terwijl vrouwen met grote borsten discreet voeden het in het algemeen makkelijker vinden in gewone kleren (gescheiden boven en onderkleren). Voeden in een draagdoek is zo discreet dat niemand zelfs in de gaten heeft dat je aan het voeden bent, maar ook dit is in het algemeen makkelijker voor vrouwen met kleine borsten dan voor vrouwen met grote borsten. De sleutel van gemakkelijk voeden in het openbaar is oefening thuis, het aanleggen goed onder de knie te krijgen, en eerst te oefenen in minder stressvolle situaties. Houd voor de zekerheid een babydekentje bij de hand, terwijl je de techniek onder de knie aan het krijgen bent, zodat je jezelf kunt bedekken als je die behoefte voelt. Maar op den duur heb je die zelden meer nodig.

Voor vrouwen die geleerd hebben zich voor hun lichaam te schamen, zoals veel grote vrouwen, kan voeden in het openbaar aanvankelijk een moeilijk te nemen horde zijn. Echter, met oefening is het echt niet zo moeilijk- neem dat maar aan van diegene die het gedaan heeft! Je kunt het, of je kunt een compromis vinden die je wat privacy geeft zodat je toch je kind kan voeden. Het hoeft geen alles of niets te zijn; met de tijd en met doorzetten, zul je wat vinden wat voor jou werkt.

Matentabel

EU-UK / VS / Frans
70 / 32/ 85
75 / 34 / 90
80 / 36 / 95
85 / 38 / 100
90 / 40 / 105
95 / 42 / 110
100 / 44 / 115
105 / 46 / 120
110 / 48 / 125
115 / 50 / 130
120 / 52 / 135

Algemene informatie over borstvoeding

Hier zijn nog wat bronnen die je bij borstvoeding kunnen helpen. We wensen je veel succes met het borstvoeden! Het is een van de meest helende en zelfbewustzijnverhogende zaken ter wereld. Veel vrouwen die zich ongemakkelijk voelen over hun bijzonder grote boezem vinden de ervaring van het zelf voeden bijzonder helend. Het is zeker een mooi geschenk voor zowel je baby als jezelf!

Disclaimer

  • De informatie op deze website is niet bedoeld als medisch advies en moet ook niet als zodanig worden gebruikt. Overleg met je eigen arts

Artikelgegevens

  • Het originele artikel
  • Vertaald en bewerkt door Heleen Hayes en Annelies Bon
  • Opmerkingen en bewerkingen in kleine lettertjes door Fransje Vervoort lactatiekundige
  • © 1996-1998 Kmom@vireday.com
  • © 1996-1997 KMom@vireday.com
  • © vertaling 2001-2002 borstvoeding.com
  • Niets uit dit werk mag worden verkocht, hetzij op zichzelf, het zij als onderdeel van een groter stuk, zonder expliciete schriftelijke toestemming van de auteur; deze beperking geldt voor alle publicatie-media, elektrisch, chemisch, mechanisch of wat er ook in de toekomst als methoden zullen komen

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden