De nacht doorslapen

Vertaald artikel van Sue Ann Kendall en Katherine Dettwyler

Mensenkinderen zijn gemaakt om bij hun ouders te slapen. De tastzin is, met het zicht, het belangrijkste zintuig van primaten. Jonge primaten worden vaak op het lichaam van de moeder gedragen en slapen jaren na de geboorte bij haar, vaak tot ruim nadat ze van de borst zijn. Het te verwachten patroon is dat moeder en kind samen slapen, en dat het kind de hele nacht, wanneer het ook wil, kan drinken. Normale, gezonde, borstgevoede en samen slapende kinderen slapen niet ‘door’ (zeven tot negen uur achter elkaar) tot ze geen nachtvoedingenvoedingen meer nodig hebben en/of drie tot vier jaar zijn.

Botsing tussen verwachtingen en realiteit

Ik ben universitair hoofddocent in de Antropologie en voedingsleer bij de A&M Universiteit van Texas en doe onderzoek naar gebruiken omtrent voeding van zuigelingen en kinderen, zowel in verschillende culturen als vanuit een evolutionair perspectief, en ook onderzoek naar de groei en gezondheid van kinderen. Ik weet uit eigen ervaring dat je als ‘beginnende’ ouder een moeilijke periode vol aanpassingen doormaakt. Een en ander verloopt niet helemaal zoals je het had verwacht. En het wordt moeilijk als blijkt dat jouw kinderen afwijken van de standaard behoeften/wensen/gedragingen die in onze cultuur gelden.
Dit probleem, waarbij de verwachtingen en de realiteit niet overeenkomen, kan voor kersverse ouders moeilijk te accepteren zijn en je aan aan te passen. Zo kunnen sommige kinderen aangemoedigd/overtuigd/geforceerd worden om aan de culturele verwachtingen te voldoen, en doen ze dat -zo lijkt het tenminste- prima. In andere gevallen voldoen ze uiteindelijk wel aan de blauwdruk, maar gaat dit ten koste van hun gevoel van wie ze zijn, hun zelfvertrouwen, hun kijk op de wereld als een veilige en betrouwbare plaats, en soms zelfs ten koste van hun gezondheid of leven. Er zijn waarschijnlijk geen onderwerpen waar culturele verwachtingen en de realiteit van de behoefte van kinderen zover uiteen liggen als bij de onderwerpen ‘frequentie van het voeden van je kind aan de borst’ en ‘slaapgedrag’.

Frequentie van voedingen

Mensenkinderen zijn erop gemaakt om ‘zeer’ regelmatig aan de borst te drinken. Deze conclusie is gebaseerd op de samenstelling van de melk van onze soort, het feit dat het nageslacht van alle hogere primaten enkele jaren in de armen of op de rug van de moeder wordt gedragen, de grootte van de maag van een jong kind, de snelheid waarmee moedermelk wordt verteerd en de behoefte aan een vrijwel constante bron van voedingsstoffen om dat grote brein te laten groeien (vooral dat van de mens).
Ik bedoel dus een frequentie van drie tot vier keer per uur, elke keer een paar minuten. De wijze waarop sommige jonge kinderen in onze cultuur gevoed worden -we proberen ze in een schema van elke drie tot vier uur te krijgen, met voedingen van 15-20 minuten per keer- gaat in tegen onze fysiologie. Maar mensen passen zich erg goed aan, en sommige moeders zullen genoeg melk kunnen maken bij deze zeer onfrequente stimulatie en lediging van hun borsten, en sommige kinderen zullen zich aanpassen aan grote maaltijden die ver uiteen liggen. Helaas maken sommige moeders niet genoeg melk bij zo weinig voedingen, en kunnen sommige baby’s zich niet aanpassen en worden onrustig, huilen veel, lijken te willen drinken ‘voor het tijd is’ en gedijen niet. Uiteraard krijgt meestal het lichaam van de moeder de schuld: ‘Jij kunt niet genoeg melk maken’, in plaats van de door de cultuur opgelegde verwachting dat om de drie à vier uur voeden voldoende zou moeten zijn. De moeder begint bij te voeden met kunstvoeding, wat leidt tot een gestaag neerwaarts gaande spiraal tot complete stopzetting van de borstvoeding.

Duur van borstvoeding

Mensenkinderen zijn er ook voor ontworpen om minimaal 2,5 jaar moedermelk als onderdeel van hun dieet te hebben, waarbij veel aanwijzingen aangeven dat zes tot zeven jaar de werkelijke fysiologische duur van borstvoeding is, ongeacht wat je culturele opvattingen mogen zijn.

Frequentie van de nachtvoedingen

Hetzelfde gaat op voor slapen. Mensenkinderen zijn gemaakt om bij hun ouders te slapen. De tastzin is, met het zicht, het belangrijkste zintuig van primaten. Jonge primaten worden vaak op het lichaam van de moeder gedragen en slapen jaren na de geboorte bij haar, vaak tot ruim nadat ze van de borst zijn. Het te verwachten patroon is dat moeder en kind samen slapen en dat het kind de hele nacht, wanneer het ook wil, kan drinken. Normale, gezonde, borstgevoede en samen slapende kinderen slapen niet ‘door’ (zeg 7-9 uur achter elkaar) tot ze drie tot vier jaar oud zijn en geen voedingen meer nodig hebben.

Het onderzoek van James McKenna over samen slapen toont duidelijk het gevaar aan van alleen slapen van jonge kinderen, omdat ze in abnormale slaappatronen van zeer diepe slaap glijden waaruit ze erg moeilijk uit zich zelf wakker kunnen worden als ze een apnoe (ademstilstand) krijgen. Als ze samen slapen houdt de moeder de slaap- en adempatronen van de baby in de gaten, zelfs als ze zelf slaapt.
Als de baby in een apnoe komt, maakt ze de baby wakker door haar bewegingen en door de baby aan te raken. Men denkt dat dit het primaire mechanisme is waardoor het samen slapen kinderen beschermt tegen wiegendood (Sudden Infant Death Syndrome). Met andere woorden: men denkt dat veel gevallen van wiegendood bij alleen slapende kinderen veroorzaakt wordt doordat ze op zeer jonge leeftijd hebben geleerd om lang achter elkaar te slapen, zodat ze in een diepe slaap vallen. Een kind dat diep slaapt kan vergeten te blijven ademen. En als er niemand is in de buurt is die dat opmerkt, en ze wakker maakt, zal het kind niet weer starten met ademen.

Komt dit ouders altijd gelegen?

Is het voor sommige nieuwe ouders moeilijk om zich hieraan aan te passen? Ja! Er bestaat ongetwijfeld een grote kloof tussen datgene wat wij vanuit onze eigen culturele ideeën meedragen en dus verwachten van het slaappatroon van een jong kind (voorlezen, instoppen, licht uit en ze acht uur lang niet meer zien) en hoe een gezond, normaal kind in werkelijkheid slaapt.

De eerste stappen om je te verzoenen met het feit dat je jonge kind niet doorslaapt, of dat het niet zonder jou wil slapen, is je te realiseren dat:

  • Niet doorslapen tot ze drie of vier jaar oud zijn, normaal en gezond gedrag is voor mensenkinderen.
  • Je kinderen niet moeilijk en manipulatief zijn. Ze zijn normaal en gezond en gedragen zich op de manier die passend is voor onze soort.

Als je deze eenvoudige waarheden eenmaal begrijpt, wordt het veel makkelijker om om te gaan met het nachtelijk ouderschap. Als je het idee opgeeft dat je ‘s nachts acht uur ononderbroken slaap nodig hebt, en deze nachtelijke omgang met je kind kunt zien als iets waardevols dat voorbij gaat, raak je er erg snel aan gewend. De eerste jaren van onze kinderen vormen de belangrijkste en meest invloedrijke tijd van hun leven. Het gaat allemaal te snel voorbij. Maar als je in deze eerste paar jaar tegemoetkomt aan de behoeften van je kind zal dat zich in de jaren nadien op vele wijzen ‘uitbetalen’.

Lees ook

Artikelgegevens

  • Dit essay was oorspronkelijk aan een specifiek persoon gericht. Het is bewerkt om het minder specifiek te maken.
  • Opgesteld op 25 augustus 1997, Bewerking 15 april 1999
  • Vertaald door Hayes, 17 februari 2001
  • Update door Stefan Kleintjes, 15 maart 2019
  • Copyright op de inhoud: 1999 Sue Ann Kendall en Katherine Dettwyler
  • Copyright op de Nederlandse vertaling: 2022 Borstvoeding.com

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden