Wanneer je baby je borst weigert

bweiger3.jpgEr zijn veel redenen waarom een baby kan weigeren om de borst te nemen. Vaak is er sprake van een combinatie van redenen. Een baby met een kort tongriempje zal misschien toehappen als er verder geen andere factoren meespelen, maar als hij bijvoorbeeld ook vroeg flessen krijgt, of als de tepels en tepelhoven van de moeder gezwollen zijn door vloeistoffen die ze tijdens de bevalling toegediend heeft gekregen, kan de situatie makkelijk veranderen van ‘goed genoeg’, naar ‘helemaal niet werkend’.
Sommige baby’s willen niet drinken, of zuigen slecht als resultaat van medicatie die ze tijdens de bevalling gekregen hebben. Verdovende middelen zijn verantwoordelijk voor veel van deze situaties, en Meperidine (Demerol) is vooral erg slecht omdat dit lang in het bloed van de baby blijft en de manier waarop hij zuigt nog meerdere dagen beïnvloedt. Zelfs morfine die bij een ruggeprik gegeven wordt (Epimorph) kan er voor zorgen dat de baby niet wil drinken of happen. De medicatie van een ruggeprik komt zeker in het bloed van de moeder en dus ook in de baby voordat hij is geboren. Andere interventies tijdens de bevalling, zoals: grote hoeveelheden vloeistof via een infuus, krachtig uitzuigen van de baby na de geboorte wat simpelweg niet nodig is bij een gezonde, voldragen baby, kunnen ook voor problemen bij het happen zorgen.

Drinken leer je door te drinken

bweiger2.jpgAfwijkingen in de mond van de baby kunnen er voor zorgen dat de baby niet goed hapt. Een gespleten gehemelte zorgt voor ernstige moeilijkheden bij het aanleggen, maar een gespleten lip alleen meestal niet. Soms is een gespleten gehemelte niet opvallend, omdat alleen het zachte gedeelte binnen in de mond van de baby gespleten is. Een baby leert aan de borst te drinken door aan de borst te drinken. Met een speen leert een baby niet hoe hij de borst moet pakken. Baby’s zijn niet gek. Als zij een langzame stroom melk krijgen aan de borst, zoals te verwachten is én normaal is, in de eerste paar dagen van hun leven, en een snelle stroom van de fles, dan raken ze niet verward. Nee, ze zullen het vrij snel door hebben en de voorkeur geven aan de snelle stroom, uit de fles.

Te korte tongriem

verhaal-134-1.jpgAls tepels van de moeder groot zijn of ingetrokken of plat, kan dat moeilijker zijn een goede hap te maken, maar meestal is het niet onmogelijk. Overigens hebben de meeste vrouwen die denken dat ze ingetrokken of platte tepels hebben, dit meestal niet. Met tepels die er plat uitzien is bijna altijd niets aan de hand, maar we leven in een maatschappij waarin het voeden van kunstmatige zuigelingen voeding met een fles nog behoorlijk de norm is. Dus als tepel niet lijkt op de speen van een fles, krijgt deze moeder al gauw te horen dat ze platte tepels heeft.
Een kort tongriempje kan er voor zorgen dat een baby moeite heeft met happen. Dit wordt vaak niet op tijd onderkend en behandeld, en veel artsen geloven niet dat het de borstvoeding kan belemmeren. Veel studies én de praktijk tonen aan dat dit wel het geval is.

Maar een van de meest voorkomende oorzaken waarom baby’s soms weigeren om toe te happen is het misplaatste geloof dat baby’s de eerste paar dagen van hun leven om de twee tot drie uur aan de borst moeten drinken, of volgens een ander soort schema.
Dit resulteert in bezorgdheid aan de kant van het verplegend personeel wanneer een baby bijvoorbeeld de eerste drie uur na de geboorte niet heeft gedronken. Dit leidt er vaak ook toe dat baby’s de borst krijgen opgedrongen terwijl ze er nog niet aan toe zijn om te drinken.

Een vicieuze cirkel en vroeg einde van de borstvoeding

Wanneer een baby de borst krijgt opgedrongen, en daar tegen zijn zin gehouden wordt, wanneer de baby niet geïnteresseerd is of er klaar voor is, dan moeten we niet verbaasd zijn dat sommige baby’s een aversie tegen de borst ontwikkelen. Als deze misleide aanpak resulteert in paniek, want nu moet ‘de baby eten’, worden er vervolgens andere manieren gezocht om de baby te voeden. De slechtste daarvan is de fles met kunstmatige zuigelingenvoeding. Dit verergert de situatie en is het begin van een vicieuze cirkel en een vroeg einde van de borstvoeding.

Er is geen bewijs dat een gezonde voldragen pasgeborene gedurende de eerste paar dagen iedere twee of drie uur zou moeten drinken om te voorkomen dat zij een lage bloedsuikerspiegel zullen ontwikkelen. De angst voor hele lage bloedsuikerspiegels* op sommige kraamafdelingen veroorzaken feitelijk meer problemen dan dat ze oplossen omdat er teveel nadruk wordt gelegd op marginaal lage bloedsuikers. Dus krijgen de baby’s onnodig kunstmatige zuigelingenvoeding terwijl ze het niet nodig hebben. En worden ze gescheiden van hun moeders terwijl dit niet hoeft. En dus willen ze dan op een gegeven moment niet meer happen en aan de borst.

*Noot van de redactie

De omschrijving van de auteur Jack Newman van ‘hele lage bloedsuikerspiegels’ lijkt er op te wijzen dat hele lage bloedsuikers geen probleem, lees: geen gevaar, zouden zijn voor pasgeborenen. Een hele lage bloedsuikerspiegel kan wel degelijk een gevaar zijn omdat de pasgeborene met een zeer laag bloedsuiker, te weinig energie heeft om uit de borst te drinken. Deze baby is gewoonweg te moe en of te slaperig. We bedoelen hier niet een bloedsuiker van bijvoorbeeld 2,4 terwijl vanaf 2,6 als normaal wordt beschouwd, zeker op de eerste dag. Met hele lage bloedsuikers bedoelen we bloedsuikerwaarden lager van 1,5 of 2,0 die aanhouden zonder interventie. Deze lage bloedsuikerwaarden kunnen bij de pasgeboren leiden tot nog lagere waarden met allerlei negatieve gevolgen, ook voor de borstvoeding. Want als de baby niet goed drinkt, of niet kan drinken, heeft dat een remmende werking op het op gang komen van de productie van moedermelk.

Baby’s horen bij hun moeder

bweiger4.jpgBaby’s horen 24 uur per dag samen, huid op huid, met hun moeders te zijn. Wanneer ze er aan toe zijn, zullen de meeste vanzelf de borst gaan zoeken. Door de baby met de moeder huid op huid te laten zijn, meteen na de geboorte, en de baby en de moeder tijd te geven om elkaar te ‘vinden’, kunnen de meeste situaties waarbij de baby de borst niet neemt, worden voorkomen. Door moeder en kind huid op huid te houden, zal de baby voldoende warm zijn, net zo warm als onder een warmtelamp. En, nog belangrijker: niet te warm maar precies goed.
De baby en de moeder voor vijf minuten samen laten zijn, is dus niet het antwoord. De moeder en de baby horen samen te zijn totdat de baby toehapt, zonder druk, zonder tijdslimiet. Wegen, vitamine K geven… al deze procedures kunnen wachten! Het eerste samenzijn, het eerste happen, en de eerste slokjes, kunnen zomaar twee uur of meer duren. Overigens is het zeker belangrijk dat moeder en baby ook na de controles weer veel bij elkaar zijn. Huid op huid, dag in dag uit.
https://www.borstvoeding.com/artikelen/voorjebegint/voorbereiding/huid.html

bweiger5.jpg

Maar de baby hapt niet toe!

Oké, dus hoe lang kunnen we wachten tot de eerste goede hap? Er is hier geen voor de hand liggend antwoord op. Natuurlijk, als de baby 12 tot 24 uur na de geboorte nog geen interesse in drinken of happen heeft vertoond, dan kan het nuttig zijn om iets te doen, vooral omdat bij de meeste ziekenhuizen het beleid is dat de moeder na 24 tot 48 uur ontslagen wordt. Wat kan er gedaan worden?

    \t

  • De moeder moet beginnen met afkolven, en die melk (colostrum) moet aan de baby gegeven worden, liefst door middel van vingervoeden. De moeder moet beginnen met afkolven zodra is besloten dat er bijgevoed moet worden. Als het moeilijk is om het colostrum af te kolven, tijdens de eerste paar dagen werkt kolven met de hand vaak beter dan met een kolf, dan is suikerwater alleen de eerste paar dagen ook prima. Tijdens het vingervoeden, zullen de meeste baby’s beginnen met zuigen, en veel zullen wakker worden en dan willen proberen uit de borst te drinken. Zodra de baby goed zuigt, moet er met vingervoeden gestopt worden en moet de baby bij de borst en tepel gelegd worden, zodat hij kan happen en zelf kan drinken.
  • \t

  • Vingervoeden is in wezen een procedure om de baby voor te bereiden om de borst te nemen, en niet in de eerste plaats een methode om het gebruik van de fles te vermijden. Hoewel vingervoeden gebruikt kan worden als een methode om de fles te vermijden, is een cupje in dat geval een betere optie dan vingervoeden. Daarom kan de baby met behulp van vingervoeden gevoed worden voordat de baby zich kan aanleggen; het vingerhoeden bereidt hem als het ware hier op voor.
  • \t

  • Vóór het ontslag uit het ziekenhuis moet op tijd bekwame hulp geregeld worden zodat de moeder en de baby uiterlijk op dag vier of vijf hulp hebben. Veel baby’s die de eerste dagen niet in staat zijn aan te happen, zullen prima kunnen happen zodra de melkaanvoer van de moeder flink is toegenomen zoals deze meestal doet rondom dag drie of vier. Door rond deze tijd deskundige hulp, bijvoorkeur van een lactatiekundige, bij aanleggen te krijgen, vermijd je de negatieve associaties met de borst die veel baby’s in de loop der tijd ontwikkelen.
  • \t

  • Beginnen met een tepelhoedje voordat de moedermelk overvloedig stroomt, zoals op dag vier tot vijf, is een slechte zaak. Beginnen met een tepelhoedje voordat de rijpe melk er is, neemt de kansen weg dat het ‘vanzelf’ goed komt met de tijd. Daarnaast, wanneer verkeerd gebruikt, zoals vaak het geval is, kan het gebruik van een tepelhoedje een ernstige terugval van de melkproductie tot gevolg hebben en of een baby die nooit zonder tepelhoedje aan de borst zal willen drinken.

Ik ben thuis uit het ziekenhuis en de baby wil niet happen en drinken aan de borst. Wat moet ik doen?

Of de baby uiteindelijk zal happen, wordt met name beïnvloed door het feit of de moeder een goede melkproductie opbouwt. Als de hoeveelheid melk van de moeder overvloedig is, dan zal de baby uiterlijk toehappen tegen de tijd dat hij vier tot acht weken is, wat er ook gebeurt. Wat we proberen te doen in de kliniek waar in ik werk (*kliniek van Jack Newman) is de baby eerder te laten happen, zodat je niet zolang hoeft te wachten. Dus, het is belangrijker om je melkproductie in stand te houden, dan om een fles te vermijden. De fles bemoeilijkt, en het is beter als je een andere methode gebruikt (zoals een cupje) als je dat kunt, maar als je voelt dat je geen keus hebt, dan doe je wat je moet doen.

    \t

  • Leer de beste voedingshouding en haptechniek van een ervaren lacatatiekundige. Als je baby aanligt, pas dan borstcompressie toe zodat je baby een stroom melk krijgt. Leg je baby aan, aan de borst waaraan hij de voorkeur schijnt te geven, of aan de borst waar meer melk in zit, of aan de borst die jij het makkelijkst vindt als de twee eerstgenoemde situaties niet van toepassing zijn. Leg hem dus niet aan, aan de borst waarbij hij meer tegenstribbelt.
  • \t

  • Als je baby een goede hap heeft gemaakt, zal hij beginnen met zuigen en beginnen met drinken. Zorg dat je weet hoe je kunt zien dat een baby echt melk uit de borst krijgt.
  • \t

  • Als je baby niet hapt, probeer hem dan niet te forceren om aan de borst te blijven; dat zal niet werken. Hij wordt dan of hysterisch of maakt zich slap. Haal hem van de borst en probeer het opnieuw. Het is beter om meerdere malen aan-af-aan-af te gaan, dan hem tegen de borst te duwen terwijl hij niet hapt. Je baby tegen je borst aanduwen werkt niet en maakt het borstweigeren alleen maar erger.
  • \t

  • Als je baby aan de borst gaat en een of twee keer zuigt, heeft hij niet een beetje aangehapt; hij heeft helemaal niet aangehapt.
  • \t

  • Als je baby de borst weigert, blijf er dan niet mee doorgaan tot hij boos is. Probeer tussendoor een paar seconden tot een minuut of twee te vingervoeden, en probeer het opnieuw, misschien aan de andere kant.
  • \t

  • Als je baby de borst niet wil nemen, maak dan de voeding af op een manier die jij het makkelijkst vindt. Cupvoeden werkt goed en is beter dan voeden met een fles.
  • \t

  • Een borstvoedingshulpset aan de borst kan helpen, maar vereist vaak een extra hand. Vaak hapt een baby wel goed wanneer de melkstroom snel is, en de stroom is sneller als je een borstvoedingshulpset gebruikt.
  • \t

  • Ongeveer twee weken na de geboorte geeft een verandering in je routine je baby vaak een signaal dat er ‘meer dan een manier is om dit te doen’. Als je alleen nog maar gevingervoed hebt, zal een verandering naar een cupje of een fles soms werken. Als je alleen maar met de fles gevoed hebt, kan switchen naar vingervoeden werken.

Hoe verhoog je de melkvoorraad

kolf-1.jpgKolf zo vaak als praktisch mogelijk is, maar minstens acht keer per dag. Gebruik een betrouwbare pomp die beide borsten tegelijk afkolft. Het beste moment om te kolven is meteen na de voeding. Sommige moeders vinden met de hand kolven makkelijker en nu opbrengst mogelijk nog beter dan met de kolf. Borstcompressie toepassen terwijl je afkolft verhoogt de effectiviteit van kolven en verhoogt de melkproductie
Als je baby op dag vier of vijf nog niet uit de borst wil drinken, begin dan met fenegriek en gezegende distel om de melkstroom te verhogen. Domperidon kan ook nuttig zijn.
Als je een tepelhoedje moet gebruiken, wat wij je niet zullen aanraden, wacht er dan mee tot de melkproductie goed op gang is. Dus minstens twee weken nadat je baby is geboren. Regel eerst goede praktische én deskundige hulp. Een tepelhoedje is echt een laatste strohalm.

Geef de moed niet op. Zelfs als jouw melkproductie niet genoeg is voor de behoeftes van jouw baby, zal je baby zeer waarschijnlijk toch uit de borst gaan drinken. Zorg voor goede hulp. Doe dit niet in je eentje.

Lees ook

Heb je nog vragen? Lees dan ook

Artikelgegevens

  • Hand-out When the baby refuses tot latch on © 2005. Vertaling © 2010
  • Vertaling: Danielle Mitchell, Grietje Elsien de Jong-Taekema
  • (Eind)redactie: Gonneke van Veldhuizen-Staas, Karin Dunning, Stefan Kleintjes
  • Deze hand-out mag zonder verdere toestemming gekopieerd en verspreid worden, op voorwaarde dat hij in geen geval gebruikt wordt in enige context die de WHO-code op de marketing van vervangingsmiddelen van moedermelk schendt én dat tevens wordt voldaan aan de criteria gesteld in copyright
  • Written and revised (under other names): Jack Newman, MD, FRCPC, IBCLC © 1995-2005
  • Revised: Jack Newman MD, FRCPC, IBCLC and Edith Kernerman, IBCLC, © 2008, 2009

Copyright

© | Op dit artikel rust copyright | StefanKleintjes |

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen